NTFR 2014/2660 - Verzoek om toepassing tonnageregime is tijdig gedaan
ECLI:NL:RBNNE:2014:3161, datum uitspraak 26-06-2014, publicatiedatum 26-09-2014
Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2014 met annotatie van mr. drs. B.J.E. LodderBelanghebbende heeft geïnvesteerd in zeeschepen en heeft in december 2010 verzocht om toepassing van het tonnageregime. In geschil is of het verzoek, dat op grond van art. 3.22, lid 1, Wet IB 2001 in het eerste jaar waarin de belastingplichtige met de desbetreffende exploitatie winst uit zeescheepvaart geniet, tijdig is gedaan. Het desbetreffende schip is in maart 2010 in de vaart genomen, maar belanghebbende heeft in 2009 ter zake van haar investering willekeurig afgeschreven en kosten ten laste van de exploitatierekening gebracht. De rechtbank oordeelt dat in casu aangeknoopt dient te worden bij het jaar waarin het schip conform de in lid 4 genoemde bestemmingen wordt geëxploiteerd, De rechtbank oordeelt dat daadwerkelijke exploitatie kan aanvangen voor de in de vaartneming van een schip, als voorafgaand aan de in de vaartneming kosten zijn gemaakt die zozeer samenhangen met de daadwerkelijke exploitatie van het schip dat ze daaraan toegerekend moeten worden, maar daarvan is in deze zaak geen sprake. De willekeurige afschrijving is bedoeld als fiscale stimuleringsmaatregel en is geen last die rechtstreeks verband houdt met de exploitatie. De rechtbank acht niet aannemelijk dat voor 2010 al sprake was van winst uit zeescheepvaart. Het verzoek in december 2010 om toepassing van het tonnageregime is dus tijdig ingediend. De tekst van art. 3.22, lid 3, in samenhang met de parlementaire toelichting laten geen ander oordeel toe dan dat het tonnageregime moet worden toegepast met ingang van het desbetreffende jaar, aldus per 1 januari 2010.