Aflevering 3

Gepubliceerd op 14 januari 2025

NTFR 2025/77 - De geheime bv en de niets-bezittende partner

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door mr. R.C.H. Graves en mr. dr. C.G. Dijkstra
Uit rechtspraak, waaronder fiscale boeterechtspraak,1 blijkt dat er partners zijn die hun vermogen in box 2 (bijvoorbeeld 100% van de aandelen in een bv)2 om welke reden dan ook willen verbergen voor hun wederhelft. Wij spreken in dit kader van een ‘geheime bv’, maar er kan ook gedacht worden aan verzwegen inkomen of aan voordelen uit de bv.3 In deze Opinie vragen we ook aandacht voor het tariefopstapje in art. 2.12 Wet IB 2001, waarbij het hebben van een fiscale partner weer bijzonder welkom kan zijn. Bovendien proberen belastingplichtigen in voorkomende gevallen hun geheime bv(-inkomsten) voor de fiscus te verbergen. Indien de inspecteur hiervan op de hoogte raakt, kan hij de belasting zowel bij de bezittende als bij de niets-bezittende4 echtgenoot heffen. We bespreken de (on)mogelijkheid voor de niets-bezittende echtgenoot om de aansprakelijkheid voor de betreffende belastingschuld van zich af te (laten) wentelen.

NTFR 2025/79 - Strategie en prioriteiten Belastingdienst

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane informeert de Eerste en Tweede Kamer over de strategie en prioriteiten van de Belastingdienst aan de hand van de Meerjarenstrategie Belastingdienst 2025-2030, het Jaarplan Belastingdienst 2025, de Stand van de uitvoering 2024, de Fiscale monitor 2024 en de Compliance Map 2023 en 2024.

NTFR 2025/80 - Verliesverrekening in volgorde die het gunstigst is voor belastingplichtige

ECLI:NL:HR:2024:1885, datum uitspraak 20-12-2024, publicatiedatum 20-12-2024
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 met annotatie van dr. M. van Dun
Belanghebbende exploiteert in Aruba vanaf 1991 enkele hotels. In de eerste vier jaren (1991-1994) heeft belanghebbende aanloopverliezen geleden die onbeperkt verrekenbaar zijn. In de jaren 2000 en 2006 heeft belanghebbende verliezen geleden die maximaal vijf jaar verrekenbaar zijn. De inspecteur heeft over 2011 een navorderingsaanslag in de Arubaanse winstbelasting opgelegd naar een winst van Afl. 6,5 miljoen, verminderd met een nog te verrekenen verlies uit 2006 van Afl. 3,2 miljoen. Volgens belanghebbende zou de winst van 2011 moeten worden verrekend met het aanloopverlies uit 1994 van Afl. 4,4 miljoen, omdat de beperkt verrekenbare verliezen van de jaren 2000 en 2006 al met de winsten van eerdere jaren zijn verrekend. Het Gemeenschappelijk Hof (ECLI:NL:OGHACMB:2021:326) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Uit de wettekst en de wetsgeschiedenis volgt namelijk dat het verlies uit het oudste jaar het eerste moet worden verrekend, ook als het om onbeperkt verrekenbare aanloopverliezen gaat. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever verliesverdamping zoveel mogelijk heeft willen voorkomen, en dat daartoe de oudste verliezen het eerst worden verrekend. Daarmee is in overeenstemming dat wordt aangesloten bij de volgorde van verliesverrekening die voor de belastingplichtige het gunstigst is. Dit betekent dat enerzijds de oudste verliezen het eerst worden verrekend, en anderzijds dat beperkt verrekenbare verliezen bij verrekening voorgaan op onbeperkt verrekenbare verliezen.

NTFR 2025/83 - Webmodule beoordeling arbeidsrelaties is alleen hulpmiddel

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door mr. A.L. Mertens
De webmodule is een hulpmiddel bij de beoordeling van arbeidsrelaties en er kan geen zekerheid aan ontleend worden. Dit betekent dat de uitkomst van de webmodule juridisch niet houdbaar is in een geschil met de Belastingdienst. Minister Van Hijum geeft antwoord op vragen over de webmodule beoordeling arbeidsrelaties.

NTFR 2025/84 - Gevolgen schijnzelfstandigen in de zorg

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door mr. A.L. Mertens
Minister Agema informeert de Tweede Kamer over de gevolgen van het opheffen van het handhavingsmoratorium met betrekking tot de kwalificatie van de arbeidsrelaties voor de loonheffingen in de zorg. Verder heeft de Belastingdienst aangekondigd dat over het kalenderjaar 2025 nog geen boetes worden opgelegd. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes.

NTFR 2025/85 - Kamervragen over beoordeling arbeidsrelaties en ondernemerschap

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door mr. A.L. Mertens
Op 6 november 2024 zijn er vragen gesteld aan de staatssecretaris van Financiën door de leden Van Vroonhoven en Van Oostenbruggen (beiden Nieuw Sociaal Contract) over de beoordeling van arbeidsrelaties en ondernemerschap en de publieksvoorlichting van de Rijksoverheid en de Belastingdienst hieromtrent.

NTFR 2025/86 - In 2025 geen boetes bij handhaving op schijnzelfstandigheid

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door mr. A.L. Mertens
De Belastingdienst gaat over het kalenderjaar 2025 nog geen boetes opleggen. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes. Organisaties kunnen eerst een waarschuwing van de Belastingdienst krijgen voordat er zogenoemde boekenonderzoeken (controles) worden ingesteld. Daarnaast worden alle goedgekeurde modelovereenkomsten automatisch verlengd tot en met 31 december 2029. Met deze maatregelen geeft de Belastingdienst uitvoering aan het verzoek van de Tweede Kamer voor een zachte landing bij de handhaving op schijnzelfstandigheid.

NTFR 2025/93 - Nieuwe box 3-stelsel uitgesteld tot 2028

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de stand van zaken wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. Daarin staat onder meer dat het kabinet het invoeren van een nieuw stelsel voor de belasting op spaargeld en beleggingen (box 3) met een jaar uitstelt naar 2028.

NTFR 2025/94 - Afkoopsom buitenlands pensioen telt niet mee bij berekening inkomstenbestanddeel algemene heffingskorting, maar wel bij premiedeel daarvan; ten onrechte belastingrente berekend

ECLI:NL:HR:2024:1881, datum uitspraak 20-12-2024, publicatiedatum 20-12-2024
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 met annotatie van mr. dr. B.M.M. Didden
Belanghebbende heeft in het verleden in het Verenigd Koninkrijk gewerkt. In 2016 ontvangt zij in verband met afkoop van haar pensioen GBP 11.900. Op grond van het belastingverdrag komt de bevoegdheid tot heffing daarover bij uitsluiting toe aan het VK. Niettemin wenst de inspecteur met deze afkoopsom rekening te houden bij de berekening van de algemene heffingskorting. Hof Arnhem-Leeuwarden (14 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1303) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld wat betreft het premiedeel van de algemene heffingskorting, maar in het ongelijk voor zover het gaat om het inkomstenbestanddeel van de algemene heffingskorting. De Hoge Raad onderschrijft dit oordeel van het hof. Niettemin vernietigt de Hoge Raad de hofuitspraak wat betreft het oordeel over de belastingrente. Belanghebbende had online aangifte gedaan waarna zij per brief tijdig een aanvulling daarop heeft ingediend met de juiste gegevens. Gelet daarop moet worden aangenomen dat de aanslag is opgelegd in overeenstemming met de aangifte, zodat de inspecteur geen belastingrente in rekening mocht brengen (art. 30fc AWR). Ook de keuze van belanghebbende en haar partner om in de bezwaarfase de onderlinge verhouding box 3 te wijzigen, kan in dit geval niet ertoe leiden dat belastingrente wordt berekend. De Hoge Raad vernietigt dan ook de beschikking inzake belastingrente.

NTFR 2025/101 - Voorwaarden bij splitsingsvrijstelling wijzigen per 1 juli 2025

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door drs. R. van Haperen
De voorwaarden van de splitsingsvrijstelling op 1 juli 2025 worden gewijzigd. Op splitsingen die vóór 1 juli 2025 hebben plaatsgevonden zijn de voorwaarden van toepassing die gelden op het moment van de splitsing of de verkrijging. Alleen op verkrijgingen die ná 1 juli 2025 plaatsvinden, zullen de nieuwe voorwaarden gelden.

NTFR 2025/102 - Kennisgroepstandpunt overdrachtsbelasting en overdracht juridische eigendom onroerende zaken voor aandelenfusie

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door drs. R. van Haperen
De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag of er overdrachtsbelasting verschuldigd is als een open commanditaire vennootschap wordt ontbonden na de aandelenfusie als bedoeld in art. XV Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (hierna: WFKR) en voorafgaand hieraan de beherend vennoot de juridische eigendom van de onroerende zaken overdraagt aan de nieuw opgerichte vennootschap.

NTFR 2025/105 - A-G Ettema neemt conclusie over btw-aftrek bouwkosten hospice

ECLI:NL:PHR:2024:1142, datum uitspraak 25-10-2024, publicatiedatum 08-11-2024
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
De afgelopen jaren hebben diverse feitenrechters zich gebogen over de vraag of de diensten van een zogenoemd ‘low care’ hospice of ‘bijna-thuis-huis’ belast zijn met omzetbelasting of van die belasting zijn vrijgesteld. Die procedures hebben met elkaar gemeen dat de dienstverlening door deze belanghebbenden in de kern bestaan uit de terbeschikkingstelling van een gastenkamer met aanvullend algemene verzorging door vrijwilligers. De medische verzorging en verpleging van de gasten vindt rechtstreeks door de (eigen) huisarts en (thuis)zorgorganisatie plaats. De inzet van de geschillen was steeds of de belanghebbenden recht hebben op aftrek van de omzetbelasting die is begrepen in de kosten van de (ver)bouw van een nieuw hospice. Zij nemen het standpunt in dat hun dienst wordt gekenmerkt door kortdurende verhuur, die is belast tegen het verlaagde tarief. De Hoge Raad heeft zich tot op heden over één zo’n zaak van een hospice moeten buigen, maar heeft in die zaak niet hoeven oordelen over de vraag of een belaste prestatie wordt verricht (HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:798, NTFR 2023/865).

NTFR 2025/111 - Gevolgen motie overgangsrecht btw cultuur

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 geschreven door dr. D. Molenaar
Staatssecretaris Van Oostenbruggen informeert de Eerste en Tweede Kamer over de gevolgen van een motie voor het overgangsrecht bij de wettelijk vastgelegde btw-verhoging op media, cultuur en sport dat in het Belastingplan is opgenomen.

NTFR 2025/117 - Geen schending hoorplicht en inzagerecht in geval van tegemoetkoming aan verzoek om vermindering (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2025:32, datum uitspraak 10-01-2025, publicatiedatum 10-01-2025
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025
Belanghebbende heeft op 31 december 2019 een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2014 ingediend. Bij beschikking van 28 januari 2020 is volledig aan dit verzoek tegemoetgekomen en is de aanslag dienovereenkomstig verminderd. Vervolgens heeft de inspecteur bij beschikking van 6 februari 2020 het op 22 januari 2020 gedane (tweede) verzoek tot ambtshalve vermindering afgewezen omdat dit buiten de vijfjaarstermijn is gedaan. Belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze beschikking, hetgeen door de inspecteur is afgewezen. Laatstgenoemde geeft aan dat de tweede beschikking ten onrechte zou zijn gegeven omdat geen sprake zou zijn van een tweede (te laat) verzoek tot ambtshalve vermindering, maar van een aanvulling op het eerste (tijdige) verzoek tot ambtshalve vermindering.

NTFR 2025/118 - Aan vrijstellingsverklaringen LB kan vertrouwen worden ontleend

ECLI:NL:PHR:2024:1255, datum uitspraak 22-11-2024, publicatiedatum 06-12-2024
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 met annotatie van dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
Erflater woonde in België en genoot een oudedagspensioen uit Nederland. Hij had van de inspecteur zowel in 2010 als in 2015 een vrijstellingsverklaring gevraagd en gekregen. Die verklaring hield in dat het pensioenfonds kon afzien van de inhouding van loonbelasting. Het formulier voor de aanvraag van de verklaring bevatte niet een vraag naar de wijze waarop het pensioen in de woonstaat werd belast. Achteraf bezien had de inspecteur dat wel willen weten, want op grond van het belastingverdrag met België verleent Nederland alleen vrijstelling als de pensioenuitkeringen in de woonstaat zijn belast tegen het algemeen van toepassing zijnde tarief. Dat was hier niet het geval. Toen de inspecteur dat ontdekte, trok hij de vrijstellingsverklaring in en legde hij de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting op waarover deze procedure gaat. Hof Den Bosch (31 januari 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:269) heeft de navorderingsaanslagen vernietigd wegens strijd met het vertrouwensbeginsel. De staatssecretaris heeft cassatieberoep aangetekend.

NTFR 2025/119 - A-G Koopman concludeert over informeel verschoningsrecht van belastingadviseur

ECLI:NL:PHR:2024:1399, datum uitspraak 20-12-2024, publicatiedatum 20-12-2024
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 met annotatie van dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
A-G Koopman heeft conclusies genomen in drie samenhangende zaken. Bij deze conclusies hoort een gemeenschappelijke bijlage (ECLI:NL:PHR:2024:1402). Het gaat om de zaken van een echtpaar en een vennootschap waarvan de man alle certificaten van aandelen houdt. In deze drie zaken speelt onder meer de vraag of door de FIOD in beslag genomen stukken (FIOD-stukken) kunnen dienen als bewijs in de fiscale zaken. Centraal staat daarbij het zogenoemde informele verschoningsrecht van de belastingadviseur.

NTFR 2025/124 - Termijnoverschrijding is door tweede uitspraak op bezwaar verschoonbaar

ECLI:NL:GHARL:2024:7092, datum uitspraak 19-11-2024, publicatiedatum 29-11-2024
Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025 met annotatie van mr. drs. A.J. Meijer
Belanghebbende komt op tegen een aanslag IB/PVV 2016. In geschil is de ontvankelijkheid van het beroep. De inspecteur heeft bij brief van 6 december 2021 op het bezwaar beslist. Naast een inhoudelijke beoordeling van het bezwaar en een beslissing is in de brief een rechtsmiddelverwijzing opgenomen. Met dagtekening 21 december 2021 is aan belanghebbende vanuit het computercentrum in Apeldoorn de cijfermatige uitwerking van de hiervoor genoemde beslissing op het bezwaar vastgesteld (hierna: de verminderingsbeschikking). Het opschrift van dit geschrift luidt – eveneens – ‘Uitspraak op bezwaar’. In de verminderingsbeschikking staat de beslissing en de vermindering van de aanslag, en eveneens een rechtsmiddelverwijzing: ‘Uw beroep moet voor 1 februari 2022 zijn ingediend bij de rechtbank.’

NTFR 2025/138 - Kennisgroepstandpunt Verdrag Nederland – Verenigde Staten, vermogenswinstartikel, middellijk gehouden onroerende zaken

Aflevering 3, gepubliceerd op 14-01-2025
De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft de vraag beantwoord of de belastingheffing bij de overdracht door een in Nederland woonachtige belastingplichtige van participaties in een (fiscaal transparante) besloten cv die middellijk een Amerikaanse vastgoedportefeuille houdt, is toegewezen aan de Verenigde Staten op grond van art. 14 lid 1 onderdeel b Verdrag Nederland – Verenigde Staten.