NTFR 2010/2020 - HvJ wenst geen formalismen
Aflevering 35, gepubliceerd op 02-09-2010 met annotatie van mr. dr. J.Th. SandersEen aannemer, PGC, sluit met een opdrachtgever, Betonút, een overeenkomst voor renovatiewerken aan een brug. PGC besteedt het werk uit aan een onderaannemer. Betonút geeft PGC op 20 november 2007 het certificaat van voltooiing van het werk, en PGC zendt Betonut vervolgens op basis daarvan facturen met als datum van voltooiing 20 november 2007. De onderaannemer factureert PGC voor het werk met als datum van voltooiing 14 december 2007. PGC sluit voorts op 3 oktober 2007 met Haider een overeenkomst voor de plaatsing van regengoten. Ook nu besteedt PGC de uitvoering van het werk uit aan een onderaannemer. Haider geeft het certificaat van voltooiing van deze werken af met als datum van voltooiing 11 december 2007. De aan Haider uitgereikte eindfactuur vermeldt deze datum als die van de voltooiing van het werk. De onderaannemer factureert PGC met 18 december 2007 als datum van voltooiing van het werk. PGC vermeldt in haar aangifte over het vierde kwartaal van 2007 de facturen van de onderaannemer en trekt de haar berekende btw af. Bij controle stelt de Hongaarse belastingdienst vast dat de door Betonút en Haider afgegeven certificaten van voltooiing en de facturen van PGC eerdere data vermelden dan de door de onderaannemer uitgereikte en de door PGC voor aftrek gebruikte facturen. PGC en de onderaannemer wijzen de belastingdienst erop dat de door de onderaannemer uitgereikte facturen onjuiste data van voltooiing bevatten. De onderaannemer annuleert op 29 september 2008 de drie onjuiste facturen met creditnota's met de nummers 2007/0000000124, 2007/0000000125 en 2007/0000000126 en vervangt ze door nieuwe facturen met de nummers JESB20080000016, JESB20080000017 en JESB20080000018. De datum van voltooiing van de werken op deze nieuwe facturen komt overeen met die op de door PGC uitgereikte facturen. Omdat de door de onderaannemer uitgereikte facturen niet de correcte datum vermelden, heft de belastingdienst bij PGC de btw na over de diensten van de onderaannemer, met een geldboete en vertragingsrente. De nieuwe, gecorrigeerde facturen kunnen wegens gebrek aan doorlopende nummering evenmin als basis voor aftrek dienen. Het belastingkantoor stelt een verschil in de nummering van de op dezelfde dag uitgereikte creditnota’s en gecorrigeerde facturen vast daar de nummers van de creditnota’s beginnen met de cijfers ‘2007', terwijl de nummers van de gecorrigeerde facturen beginnen met de vermelding ‘JESB2008'. Op vragen van de rechter in de hierop volgende gerechtelijke procedure verklaart het HvJ EU voor recht, dat art. 167, 178, sub a, 220, punt 1, en 226, Btw-richtlijn aldus moeten worden uitgelegd, dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling of praktijk waarbij de nationale autoriteiten een belastingplichtige het recht weigeren om van de door hem verschuldigde btw de verschuldigde of betaalde belasting op te zijnen behoeve verrichte diensten af te trekken op grond dat de oorspronkelijke factuur, in zijn bezit ten tijde van de aftrek, een onjuiste datum van voltooiing van de dienst vermeldt en er geen doorlopende nummering is van de achteraf gecorrigeerde factuur en de creditnota waarbij de oorspronkelijke factuur is ingetrokken, wanneer is voldaan aan de materiële voorwaarden voor aftrek, en de betrokken instantie vóór de vaststelling van haar beslissing van de belastingplichtige een gecorrigeerde factuur met de juiste datum van voltooiing van deze dienst heeft ontvangen, ook al is er geen doorlopende nummering van deze factuur en de creditnota waarbij de oorspronkelijke factuur is ingetrokken.