NTFR 2017/2 - Moderniseringsslag in de belastingrechtspraak
Aflevering 1, gepubliceerd op 05-01-2017 geschreven door mr. dr. N. DjebaliOp Prinsjesdag 2016 is ons zoals te doen gebruikelijk een keur aan nieuwe fiscale wetsvoorstellen gepresenteerd, waaronder de zogenoemde Fiscale vereenvoudigingswet 2017. Dit wetsvoorstel, dat onder meer een vereenvoudiging van de huidige bestuurs- en belastingrechtspraak beoogt tot stand te brengen, zal het fiscale landschap in de komende jaren aanzienlijk wijzigen. Die wijzigingen zijn niet slechts juridisch-inhoudelijk van aard; ook organisatorisch zal het wetsvoorstel de nodige aanpassingen teweegbrengen. De tijdslijn hiertoe is evenwel ruim opgezet, waarmee de betreffende organisaties, waaronder de rechterlijke macht, adaptatietijd is geboden. Waar doel ik precies op? Per 1 januari 2019 komt er één invorderingsregime voor belastingen en toeslagen. De stroomlijning van de huidige kaders wordt bereikt door het regime van de Invorderingswet 1990 dat geldt voor de belastingen grotendeels van toepassing te verklaren op toeslagen. Daartoe kent het wetsvoorstel zes kernelementen die achtereenvolgens zijn: (i) de aanwijzing van de ontvanger als het bevoegd bestuursorgaan voor de invordering en betaling van belastingen en toeslagen, (ii) de introductie van een debiteurgerichte (in plaats van een vorderingsgerichte) betalingsregeling voor burgers, (iii) de kwijtschelding van een restschuld na afloop van de maatwerkbetalingsregeling voor burgers, (iv) de rechtsbescherming via de belastingrechter ter zake van geschillen over uitstel en kwijtschelding van zowel belasting- als toeslagschulden en geschillen over opschorten en afzien van uitbetaling van toeslagen, (v) de wijziging van het verrekeningsregime en (vi) de preferentie van toeslagschulden gelijk belastingschulden. Een opsomming van elementen die ieder voor zich toelichting behoeven. In het bestek van deze opinie zal ik één element nader onder de loep nemen, te weten element iv, dat onder meer een modernisering van de belastingrechtspraak tot gevolg heeft. Wat betreft de overige elementen verwijs ik graag naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel waarin een en ander helder is uiteengezet (zie hiervoor Kamerstukken II, 2016-2017, 34 554, nr. 3, p. 2 e.v. (wetsvoorstel tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vereenvoudigingswet 2017)).