NTFR 2017/80 - A Oy; Laden en lossen zeeschip door onderaannemer valt onder vrijstelling
Aflevering 2, gepubliceerd op 12-01-2017 met annotatie van mr. A.J. BlankA verricht laad- en losdiensten van schepen voor de vaart op volle zee. Deze diensten worden uitgevoerd door een onderaannemer die hiervoor aan A factureert. A berekent deze diensten vervolgens door aan haar opdrachtgever, die de houder van de handelswaar, de bevrachter, de transitonderneming of de reder kan zijn. De centrale belastingcommissie in Finland meent dat de diensten bestaande uit het laden en lossen van een schip, verricht door een onderaannemer die deze diensten niet rechtstreeks aan de reder factureert, niet in aanmerking komen voor de btw-vrijstelling zoals bedoeld in art. 148, onder d, Btw-richtlijn. De Finse rechter stelt prejudiciële vragen aan het HvJ. A-G Bot gaat in op de arresten Velker (HvJ 26 juni 1990, zaak C-185/89) en Elmeka (HvJ 4 september 2006, zaak C-181/04 tot C-183/04, NTFR 2006/1362). Volgens deze arresten moet de btw-vrijstelling worden beperkt tot de laatste schakel van de handelsketen. De advocaat-generaal is van mening dat deze arresten niet toegepast kunnen worden in de situatie waarin één dienst wordt verricht die rechtstreeks verband houdt met de behoeften van het schip of de lading. Hij concludeert dat hijsdiensten bestaande uit het laden en lossen van het schip onder de vrijstelling van art. 148, onder d, Btw-richtlijn vallen.