NTFR 2017/1085 - Factuur is uitgangspunt voor vraag wie afnemer van dienst is
ECLI:NL:HR:2017:680, datum uitspraak 14-04-2017, publicatiedatum 14-04-2017
Aflevering 18, gepubliceerd op 04-05-2017 met annotatie van prof. mr. dr. R.A. WolfTweede cassatieronde. Belanghebbende stelt tegen vergoeding aan prostituees kamers ter beschikking voor raamprostitutie. Zij beschikt over de daarvoor vereiste exploitatievergunningen. In deze vergunningen zijn de door belanghebbende aangewezen personen B en C als beheerders aangemerkt die werkzaamheden (toezicht, onderhoud, schoonmaak, verschoning beddengoed) jegens de prostituees verrichten. Volgens Hof Den Haag (1 februari 2013, nr. 11/00729, NTFR 2013/2682) omvat de prestatie van belanghebbende jegens de prostituees meer dan alleen de (vrijgestelde) verhuur van kamers aan de prostituees. De Hoge Raad (6 december 2013, nr. 13/01408, NTFR 2013/2485) heeft de hofuitspraak vernietigd en verwezen voor de vraag of de prestaties van belanghebbende meer omvatten dan alleen de vrijgestelde verhuur van een kamer. Daarvan is geen sprake als de beheerders B en C de beheerdiensten uitsluitend op grond van een met de prostituee gesloten overeenkomst op eigen naam en eigen rekening verrichten. Hof Amsterdam 12 maart 2015, nr. 14/00039 heeft vastgesteld dat de facturen voor de beheerdiensten weliswaar aan de prostituees zijn gericht, maar worden betaald door belanghebbende. Gelet daarop acht het hof aannemelijk dat de beheerdiensten zijn verricht jegens belanghebbende. De door belanghebbende jegens de prostituees verrichte prestatie omvat dus meer dan alleen de vrijgestelde verhuur. Het door belanghebbende daartegen ingestelde cassatieberoep slaagt. Het hof heeft namelijk geen waarde gehecht aan HR 2 december 2011, nr. 43.813, NTFR 2011/2864, waarin is geoordeeld dat behoudens tegenbewijs ervan moet worden uitgegaan dat degene aan wie een factuur is uitgereikt, degene is aan wie de prestatie is verricht.