NTFR 2017/1909 - Verzoek om terugbetaling douanerechten ruim opvatten
ECLI:NL:HR:2017:1343, datum uitspraak 14-07-2017, publicatiedatum 14-07-2017
Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017 met annotatie van mr. G. van DamBelanghebbende heeft om terugbetaling van geheven douanerechten verzocht. Hof Amsterdam (9 juli 2015, nr. 14/00058, NTFR 2015/2798) heeft dit aangemerkt als een op de voet van art. 239 CDW ingediend verzoek. Het hof heeft geoordeeld dat dit verzoek om terugbetaling terecht is afgewezen, omdat de door belanghebbende aangevoerde omstandigheden geen bijzondere situatie vormen voor toepassing van art. 239 CDW. Het hof heeft deze omstandigheden niet getoetst in het licht van de mogelijkheid tot terugbetaling op grond van art. 236, 237 en 238 CDW. Volgens het hof moet belanghebbende daarvoor afzonderlijke verzoeken om terugbetaling doen. De Hoge Raad is het daarmee niet eens. Indien in een verzoek om terugbetaling een van voornoemde bepalingen van het CDW wordt genoemd terwijl de daartoe aangevoerde omstandigheden niet overeenkomen met het in de desbetreffende bepaling bedoelde geval maar wel met dat bedoeld in een van de andere bepalingen, ontslaat dat de douaneautoriteiten en de rechter niet van de verplichting te onderzoeken of de in het verzoek aangevoerde omstandigheden in aanmerking komen voor toepassing van een andere bepaling. Volgt vernietiging en verwijzing.