Aflevering 31

Gepubliceerd op 3 augustus 2017

NTFR 2017/1893 - Holdings, aandelen, pre pro rata’s en btw? We hebben de verkeerde afslag genomen!

Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Vaak hoop ik met een Opinie de Nederlandse fiscale praktijk aan het denken te zetten. Met deze opinie is dat een ijdele hoop. Ik vrees dat degenen die hier kennis van zullen nemen het zullen aanhoren, het als theoretisch geneuzel zullen ervaren, en ‘zullen overgaan tot de orde van de dag’. Deze opinie gaat namelijk over een Europese olietanker die de verkeerde afslag heeft genomen, terwijl niemand een poging zal of wil doen om dit te corrigeren.

NTFR 2017/1896 - Verdrag met China betreffende sociale zekerheid treedt op 1 september 2017 in werking

Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017 geschreven door T. El Ouardi
Het verdrag betreffende sociale zekerheid tussen Nederland en China zal op 1 september 2017 in werking treden, zoals vermeld in het Tractatenblad nr. 2017, 93 van 27 juni 2017. Ondertekening van dit verdrag vond plaats op 12 september 2016. De stilzwijgende goedkeuring van het Verdrag door de Staten-Generaal is verleend op 13 februari 2017.

NTFR 2017/1901 - Geen recht op aftrek scholingsuitgaven

ECLI:NL:PHR:2017:646, datum uitspraak 30-06-2017, publicatiedatum 14-07-2017
Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
Belanghebbende was in het jaar 2011 werkzaam voor een bv. Hij verrichtte daar (licht) administratief werk en gaf cursussen voor het bedienen van machines. Belanghebbende volgde eveneens in het jaar 2011 een aantal postacademische juridische cursussen. In zijn aangifte IB/PVV 2011 heeft hij de kosten van deze cursussen en van literatuur, kopiëren en mappen (in totaal een bedrag van € 13.764) als scholingsuitgaven in aftrek gebracht. De inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag alleen de kosten van de cursussen (ad € 6.051 minus de drempel van € 500 is € 5.551) geaccepteerd als scholingsuitgaven. In beroep heeft de inspecteur aangevoerd dat dit eigenlijk onterecht was.

NTFR 2017/1902 - Internetconsultatie implementatie richtlijn ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken (ATAD1)

Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017
Op 10 juli 2017 is de internetconsultatie voor de implementatie van de Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli, PbEU, L 193/1, de anti-ontgaansrichtlijn (hierna: ATAD1) gestart. Bij de consultatie is gezien de demissionaire status van het kabinet een werkhypothese gehanteerd: ruimte voor een volgend kabinet. Daarom is ervoor gekozen om voorstellen voor een minimale implementatie van de richtlijn te consulteren. De wijzigingen moeten van kracht worden per 1 januari 2019. De einddatum van de consultatie is 21 augustus 2017. De verwachting is dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2018 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden.

NTFR 2017/1906 - Marcu: prejudiciële vraag niet-ontvankelijk want levering vastgoed kan in casu niet verlegd zijn

Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017 met annotatie van mr. A.J. Blank
Marcu heeft tussen september 2006 en november 2007 zeven vastgoedtransacties gesloten, met als voorwerp percelen grond en appartementen uit zijn persoonlijke vermogen. De Roemeense belastingdienst stelt dat sprake is van een economische activiteit en legt een btw-naheffing op. Marcu meent dat hij de verleggingsregeling voor leveringen van onroerende zaken – zoals die toen in Roemenië gold – kan toepassen. De verwijzende rechter stelt de prejudiciële vraag of het juist is dat Marcu de verleggingsregeling niet kan toepassen omdat hij ten tijde van de vastgoedtransacties niet voor btw-doeleinden was geregistreerd.

NTFR 2017/1909 - Verzoek om terugbetaling douanerechten ruim opvatten

ECLI:NL:HR:2017:1343, datum uitspraak 14-07-2017, publicatiedatum 14-07-2017
Aflevering 31, gepubliceerd op 03-08-2017 met annotatie van mr. G. van Dam
Belanghebbende heeft om terugbetaling van geheven douanerechten verzocht. Hof Amsterdam (9 juli 2015, nr. 14/00058, NTFR 2015/2798) heeft dit aangemerkt als een op de voet van art. 239 CDW ingediend verzoek. Het hof heeft geoordeeld dat dit verzoek om terugbetaling terecht is afgewezen, omdat de door belanghebbende aangevoerde omstandigheden geen bijzondere situatie vormen voor toepassing van art. 239 CDW. Het hof heeft deze omstandigheden niet getoetst in het licht van de mogelijkheid tot terugbetaling op grond van art. 236, 237 en 238 CDW. Volgens het hof moet belanghebbende daarvoor afzonderlijke verzoeken om terugbetaling doen. De Hoge Raad is het daarmee niet eens. Indien in een verzoek om terugbetaling een van voornoemde bepalingen van het CDW wordt genoemd terwijl de daartoe aangevoerde omstandigheden niet overeenkomen met het in de desbetreffende bepaling bedoelde geval maar wel met dat bedoeld in een van de andere bepalingen, ontslaat dat de douaneautoriteiten en de rechter niet van de verplichting te onderzoeken of de in het verzoek aangevoerde omstandigheden in aanmerking komen voor toepassing van een andere bepaling. Volgt vernietiging en verwijzing.