Aflevering 28

Gepubliceerd op 9 juli 2020

NTFR 2020/2102 - Crypto en CRS: FOMO of een logische volgende stap?

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door mr. dr. D.R. Post
Menig crypto-fanaat zal zich het voorlopige hoogtepunt van de ‘crypto-hype’ eind 2017 nog levendig kunnen herinneren, toen de koers van bitcoin op 17 december 2017 (bijna) de $ 20.000 aantikte. Het aantal individuele cryptohandelaren nam in deze periode gestaag toe als gevolg van de ‘fear of missing out’ (FOMO), waarbij men zichzelf al in een Lamborghini (‘Lambo’) waande, het ultieme pronkstuk van de toekomstige crypto-miljonair. Sindsdien is er veel gebeurd op het gebied van de cryptomunten.Ik spreek in deze Opinie over cryptomunten, maar merk daarbij gelijk op dat deze benaming enigszins arbitrair is. Andere gangbare begrippen zijn bijvoorbeeld ‘virtual assets’ en ‘digital assets’. Op het moment van schrijven van deze Opinie zijn er volgens de bekende crypto-website Coinmarketcap circa 5.600 verschillende cryptomunten in omloop. Een waanzinnig aantal! Helemaal als je bedenkt dat de totale marketcap van deze cryptomunten circa $ 267 miljard bedraagt. Tegelijkertijd kan gesteld worden dat veel van de projecten achter deze cryptomunten niet veel meer dan een enthousiast idee omvatten. Onduidelijk is het nut en de noodzaak van het gebruik van de onderliggende veelbelovende blockchain-technologie en of deze ronduit als bedrog kan worden gekenschetst.Zie bijvoorbeeld de cijfers uit het onderzoek van EY van december 2017, ‘EY study: Initial Coin Offerings (ICO’s)’, te raadplegen via https://assets.ey.com/content/dam/ey-sites/ey-com/en_gl/topics/banking-and-capital-markets/ey-research-initial-coin-offerings-icos.pdf en het vervolgonderzoek van oktober 2018, ‘EY study: Initial Coin Offerings (ICO’s) – The class of 2017 – One year later’, te raadplegen via https://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/ey-study-ico-research/$FILE/ey-study-ico-research.pdf. Niet geheel onverwacht zijn de koersen van vele cryptomunten na de hype van december 2017 geheel of gedeeltelijk ingestort. Met een huidige koers van circa $ 9.400 kan bitcoin steeds meer gebruikt worden als wettig betaalmiddel. Daarmee lijkt bitcoin niet meer weg te denken uit de maatschappij, ondanks twijfel over het nut en de noodzaak ervan en ondanks het gebrek aan onderliggende waarde.Zie voor een interessante economische invalshoek over de waarde van de cryptomunten echter John Hargrave, Navroop Sahdev en Olga Feldmeier, ‘How Value is Created in Tokenized Assets’ (28 februari 2018). Available at SSRN: https://ssrn.com/abstract=3146191 or http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3146191.

NTFR 2020/2103 - COVID-19: Zorgprofessionals krijgen bonus

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door mr. M. Gerardu-Houben
Voor alle zorgprofessionals die zich in de coronatijd hebben ingezet voor patiënten en cliënten en direct of indirect de effecten van corona hebben ondervonden komt er een bonusregeling. Ook schoonmaakpersoneel dat zich in deze sectoren extra heeft ingezet, komt in aanmerking voor de bonusregeling. De bonus zal € 1.000 netto per persoon bedragen. Het streven is om het loket voor het indienen van de aanvragen uiterlijk 1 oktober 2020 te openen.

NTFR 2020/2105 - COVID-19: Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) gepubliceerd

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat heeft de beleidsregel Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) gepubliceerd. De TVL is een tijdelijke subsidieregeling om getroffen MKB-ondernemingen in staat te stellen over de periode 1 juni tot en met 30 september 2020 hun vaste lasten te betalen in verband met de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19.

NTFR 2020/2106 - COVID-19: Verlenging overeenkomst met België over toepassing belastingverdrag op grensarbeiders

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
De werkingsduur van de overeenkomst tussen Nederland en België van 30 april 2020 over de toepassing van het belastingverdrag op grensarbeiders en de gevolgen van de COVID-19-gerelateerde maatregelen (zie NTFR 2020/1350) is wederom verlengd. De bevoegde autoriteiten van Nederland en België zijn op 19 juni 2020 overeengekomen dat de toepassing van deze overeenkomst wordt verlengd tot en met 31 augustus 2020. Eerder was deze overeenkomst, die oorspronkelijk gold van 11 maart 2020 tot 31 mei 2020, al met een maand verlengd tot en met 30 juni 2020 (Stcrt. 2020, 28917).

NTFR 2020/2107 - COVID-19: Antwoorden op Kamervragen over zelfstandigen die net buiten Tozo vallen

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
De Tozo wordt niet verruimd voor zelfstandigen die niet voldoen aan de voorwaarden. De staatssecretaris van SWZ heeft dat mede namens de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat de Tweede Kamer medegedeeld in antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Weyenberg (D66) over ‘zelfstandigen die net buiten de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) dreigen te vallen’. Alleen als sprake is van ‘zeer dringende redenen’ zoals bedoeld in art. 16, lid 1, Participatiewet, kan van de artikelen van de Tozo worden afgeweken.

NTFR 2020/2108 - COVID-19: Motie aangenomen om alsnog de gelegenheid te geven een Tozo-aanvraag per maart te laten ingaan

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
De Tweede Kamer heeft op 30 juni 2020 de motie van Van Weyenberg (D66) en Tielen (VVD) aangenomen over het waarborgen dat zelfstandigen alsnog de gelegenheid krijgen om hun Tozo-aanvraag per maart te laten ingaan. Een deel van de zelfstandigen heeft de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) niet vanaf de eerste maand aangevraagd. De Tozo zal vanaf juni ook een partnertoets gaan bevatten, waardoor een groep zelfstandigen hiervoor niet langer in aanmerking zal komen. Er is daardoor een groep zelfstandigen die minder dan drie maanden gebruik kan maken van de Tozo. Het kabinet is daarom verzocht in overleg met gemeenten te treden om te waarborgen dat zelfstandigen die per april of mei de Tozo hebben aangevraagd, alsnog de gelegenheid krijgen om deze aanvraag per maart te laten ingaan.

NTFR 2020/2109 - Halfjaarlijks rappel en overzicht toezeggingen van de Eerste Kamer

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
Minister Hoekstra van Financiën heeft de Eerste Kamer, mede namens de staatssecretarissen van Financiën, een geactualiseerd overzicht gestuurd van de stand van zaken van gedane toezeggingen waarvan de termijn volgens de Eerste Kamer op 1 januari 2020 is verstreken. Het overzicht omvat onder meer de stand van zaken van de volgende toezeggingen die nog in behandeling zijn.

NTFR 2020/2110 - Gegevensverstrekking IB-47 en BSN

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het voornemen per 1 januari 2021 regelgeving in te voeren op basis waarvan bepaalde administratieplichtigen gegevens over uitbetalingen voor werkzaamheden en diensten inclusief het burgerservicenummer (BSN) moeten aanleveren.

NTFR 2020/2116 - Betalingen uit hoofde van borgstelling/cessie voor stichting niet aftrekbaar (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2020:1174, datum uitspraak 03-07-2020, publicatiedatum 03-07-2020
Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
Stichting F heeft een perceel grond ontwikkeld tot een driving range en een golfbaan met negen par-3- en par-4-banen. Voor deze ontwikkeling is F een financiering aangegaan bij de bank voor een bedrag van € 1.000.000. Belanghebbende en E hebben zich ieder tot een bedrag van € 500.000 borg gesteld voor deze lening. F verhuurde het golfterrein aan C bv, een vennootschap waarvan belanghebbende indirect aandeelhouder is. F is op 11 oktober 2011 failliet verklaard. Belanghebbende is door de bank aangesproken voor zijn borgstelling. In het kader van de afwikkeling daarvan zijn belanghebbende en de bank overeengekomen dat belanghebbende (in termijnen) € 550.000 aan de bank betaalt en dat de bank haar vordering op F door middel van cessie overdraagt aan belanghebbende. Eind 2012 is gebleken dat de vordering waardeloos is geworden. Belanghebbende heeft de betalingen aan de bank ter zake van de borgstelling en cessie ten laste van het belastbare inkomen uit werk en woning gebracht. De inspecteur heeft dat bij de aanslagregeling gecorrigeerd. Hof Arnhem – Leeuwarden (5 februari 2019, NTFR 2019/599) is van oordeel dat belanghebbende de betalingen aan de bank niet op de voet van art. 3.92, lid 1, onderdeel a, Wet IB 2001 ten laste van het belastbaar inkomen uit werk en woning kan brengen. Gesteld noch aannemelijk is geworden dat belanghebbende of E over het vermogen van F kon beschikken als ware het hun eigen vermogen, zodat F niet (fiscaal) transparant is. Ook kan een stichting niet worden aangemerkt als een vennootschap in de zin van art. 4.6 Wet IB 2001. Het hof heeft verder overwogen dat een stichting niet op één lijn kan worden gesteld met een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld. De omstandigheid dat belanghebbende en E voornemens waren F-certificaten aan hen te laten uitdelen die recht zouden geven op (een deel van) het kapitaal van F, maakt dat niet anders. Dat sprake was van een samenwerkingsverband tussen belanghebbende, E, C bv en F op grond waarvan de betalingen aan de bank als negatief resultaat uit een werkzaamheid in de zin van art. 3.92, lid 1, onderdeel b, Wet IB 2001 kunnen worden aangemerkt, heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt. Belanghebbende heeft niets gesteld omtrent de rechtsvorm van een dergelijk samenwerkingsverband. Ook is onduidelijk gebleven op welke wijze belanghebbende en E gerechtigd waren of hadden kunnen zijn tot het vermogen van F. Het hof is van oordeel dat de aan de bank betaalde bedragen niet ten laste van het belastbaar inkomen uit werk en woning kunnen worden gebracht. Het hoger beroep van belanghebbende is wel gegrond omdat de rechtbank de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn te laag heeft vastgesteld.

NTFR 2020/2118 - Motie aangenomen over box 3

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
Tijdens een algemeen overleg in de Tweede Kamer over de Belastingdienst is een motie aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht een extern onderzoek te laten plaatsvinden naar concrete beleidsopties om de vermogensrendementsheffing (box 3) te heffen op basis van werkelijk rendement en dit onderzoek zo snel mogelijk met de Kamer te delen.

NTFR 2020/2120 - Compensatiebedrag bij niet-naleven minimumcontractduur is btw-belaste vergoeding voor dienst (Vodafone Portugal)

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 met annotatie van mr. C.C. van den Berg
Vodafone Portugal sluit met haar klanten dienstverleningsovereenkomsten voor telecommunicatiediensten. Sommige van deze overeenkomsten bevatten bedingen met betrekking tot speciale promoties waarvoor voorwaarden van toepassing zijn die zien op een vooraf vastgestelde minimumcontractduur. Volgens deze bedingen moeten de klanten gedurende de minimumcontractduur van de door Vodafone aangeboden diensten gebruikmaken in ruil voor gunstige commerciële voorwaarden (met name de prijs voor de diensten waarop de klant is geabonneerd). Wanneer klanten de minimumcontractduur niet naleven, zijn zij een zeker bedrag verschuldigd aan Vodafone. Dit bedrag is gebaseerd op Portugese wetgeving, waarbij rekening wordt gehouden met het gedeelte van de minimumcontractduur dat is verstreken en met de geïdentificeerde en gekwantificeerde voordelen die aan de klant zijn toegekend. De verwijzende rechter vraagt zich af of de bedragen die Vodafone ontvangt de vergoeding zijn voor een door haar verrichte dienst.

NTFR 2020/2122 - Verdedigingsbeginsel geschonden nu geen sprake was van een dreigende verjaring douaneschuld

ECLI:NL:HR:2020:1144, datum uitspraak 26-06-2020, publicatiedatum 26-06-2020
Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
Aan belanghebbende zijn voor de invoer van verse knoflookbollen uitnodigingen tot betaling van douanerechten uitgereikt. In geschil is of de inspecteur daarbij het verdedigingsbeginsel heeft geschonden. In het verwijzingsarrest HR 24 november 2017, nr. 15/05787, NTFR 2017/2938 heeft de Hoge Raad de zaak teruggewezen om daar onderzoek naar te doen. Hof Amsterdam (21 mei 2019, nrs. 18/00102 t/m 18/00105, NTFR 2019/1840) heeft geoordeeld dat het verdedigingsbeginsel niet is geschonden. De Hoge Raad vernietigt opnieuw de hofuitspraak. De vraag of de inspecteur een rechtvaardiging heeft om niet te horen, moet telkens worden beoordeeld aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval. Uit het arrest Prequ’ Italia kan niet worden afgeleid dat in alle gevallen zonder meer mag worden afgezien van het voorafgaand horen indien geen strikte voorwaarden worden toegepast bij het aan de belanghebbende verlenen van uitstel van betaling voor de geheven douanerechten (HR 19 juni 2020, nr. 18/03982, NTFR 2020/1954). Een dreigende verjaring van de douaneschuld kan een rechtvaardiging zijn om niet te horen. In dit geval is er echter voor enige douaneaangiften voldoende tijd om belanghebbende vóór het verstrijken van de verjaringstermijn te horen. Voor deze utb’s heeft de inspecteur het verdedigingsbeginsel geschonden door niet eerst te horen. Verder valt op voorhand niet uit te sluiten dat in dit specifieke geval de besluitvorming tot een andere afloop had kunnen leiden als wél was gehoord. Dit brengt mee dat deze utb’s worden vernietigd. Het staat de inspecteur echter vrij opnieuw utb’s vast te stellen ter zake van deze douaneschulden.

NTFR 2020/2125 - Algemene Rekenkamer presenteert rapport Autobelastingen als beleidsinstrument

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door mr. J. Rolleman
In vervolg op de eerdere publicatie van de Algemene Rekenkamer over de autobelastingen (zie NTFR 2019/3041), gaat de Algemene Rekenkamer in dit rapport dieper in op de effecten van nulemissieauto’s en van bestelauto’s op de hoofddoelen van de autobelastingen. Dat zijn: 1. een stabiele inkomstenstroom voor de overheid op basis van verdedigbare en uitvoerbare autobelastingen; 2. een wezenlijke ondersteuning van de luchtkwaliteits- en klimaatdoelen op autogebied via proportionele en goed gerichte fiscale prikkels.

NTFR 2020/2127 - Motie aangenomen over een positief oordeel over een koolstofheffing aan de grens

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
Tijdens het debat over de Europese Green Deal op 30 juni 2020 is de motie-Van der Lee (GroenLinks) aangenomen over een positief oordeel over een koolstofheffing aan de grens. Aanleiding voor de motie was dat een koolstofheffing aan de grens zorgt voor een gelijk speelveld van de wereldwijde industrie en tegelijkertijd een sterke prikkel vormt voor het minder uitstoten van CO2 door de industrie. De regering is verzocht positief te zijn over het principe van een koolstofheffing aan de grens en hiervoor mee te denken met de Europese Commissie.

NTFR 2020/2128 - Antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen van het lid Beckerman

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door drs. R. van Haperen
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoordt vervolgvragen van het lid Beckerman (SP) over het gebruik van de heffingsverminderingen in de verhuurderheffing. Beckerman vraagt om nadere regels om te voorkomen dat woningen – snel nadat ze zijn gereedgekomen en er gebruik is gemaakt van de heffingsvermindering – worden geliberaliseerd en daarmee buiten het bereik van de sociale doelgroep komen te liggen. De minister geeft aan nadere regels onnodig te vinden omdat socialehuurwoningen gemiddeld 12,5 jaar worden bewoond. Wel geeft de minister aan dat er binnenkort gestart zal worden met het steekproefsgewijs opvragen van de huren van woningen die zijn gerealiseerd met behulp van een heffingsvermindering. Mocht daaruit blijken dat de huren van woningen die gebouwd zijn met een heffingsvermindering op korte termijn sterk zijn verhoogd na een eerste verhuur, dan is er de mogelijkheid om een heffingsvermindering in te trekken.

NTFR 2020/2129 - Memorie van antwoord – wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (reparatie verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen)

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door drs. R. van Haperen
De minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 23 juni 2020 vragen beantwoord naar aanleiding van het voorlopige verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning en voor Financiën uit de Eerste Kamer met betrekking tot wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (reparatie verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen). Dit wetsvoorstel is op 6 maart 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd (NTFR 2020/748) en het voorstel is op 26 mei 2020 aangenomen door de Tweede Kamer (NTFR 2020/1671). Met het voorstel wordt het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht dat wordt gedeeld door meerdere (rechts)personen (opnieuw) in de verhuurderheffing betrokken. In deze memorie van antwoord gaat de minister in op de nadere vragen vanuit de SP-fractie. De Kamerleden vragen de minister welk probleem wordt opgelost en of het probleem niet anders zou kunnen worden opgelost. De minister legt nogmaals uit dat door een tweetal arresten van de Hoge Raad de heffing van woningen in mede-eigendom buiten werking is gesteld en dat dit met deze reparatie van de omissie in de wet wordt gecorrigeerd. Andere alternatieven zijn onderzocht maar niet geschikt bevonden. De leden van de SP-fractie hebben ook gevraagd of het passend is nog een kleine wetsaanpassing te doen, terwijl volgens die leden het eind van de verhuurderheffing in zicht is. De minister geeft aan dat de afschaffing van de verhuurderheffing een bredere heroverweging binnen het budgettaire kader behoeft en dat de wet, zolang deze van kracht is, moet werken zoals was bedoeld.

NTFR 2020/2131 - Compensatie voor kosten inlogmiddel belastingaangifte

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door mr. dr. E.A.M. Huiskers
Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet digitale overheid (WDO) en vanuit de vaste commissie voor Financiën is door meerdere Kamerfracties aangegeven dat het inlogmiddel waarmee bedrijven belastingaangifte doen weer kosteloos moet worden. In een brief van 12 juni 2020 informeren de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Knops en de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst Vijlbrief de Kamer over de opties die hiervoor onderzocht zijn.

NTFR 2020/2132 - Als aansprakelijkgestelde ook hoogte belastingschuld bestrijdt, dient ontvanger ook stukken van inspecteur over te leggen

ECLI:NL:HR:2020:1107, datum uitspraak 26-06-2020, publicatiedatum 26-06-2020
Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 met annotatie van mr. drs. R. Steenman
Belanghebbende is als bestuurder van een coöperatie aansprakelijk gesteld voor omzetbelastingschulden van de coöperatie. Hij heeft bezwaren ingebracht tegen zowel de aansprakelijkstelling als tegen de hoogte van de belastingschuld. Bij een boekenonderzoek bij de coöperatie heeft de inspecteur stukken van de administratie ingezien, waaronder bankafschriften en kassabonnen, aan de hand waarvan de inspecteur de correcties heeft vastgesteld. Belanghebbende heeft de ontvanger verzocht hem inzage te geven in deze stukken. Voor het hof heeft belanghebbende tevergeefs erover geklaagd dat deze informatie hem is onthouden. In cassatie heeft belanghebbende echter wel succes.

NTFR 2020/2136 - Door nieuw verkregen informatie over KB-Luxrekening heeft het hof terecht zijn uitspraak herzien en de informatiebeschikking alsnog in stand gelaten

ECLI:NL:PHR:2020:534, datum uitspraak 27-05-2020, publicatiedatum 12-06-2020
Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 met annotatie van mr. W.E. Nent-Vroomen
In geschil is of het hof het herzieningsverzoek van de inspecteur heeft mogen toewijzen en of het hof vervolgens met juistheid heeft geoordeeld dat de inspecteur terecht de informatiebeschikking heeft vastgesteld, zodat belanghebbenden de gestelde vragen in verband met de buitenlandse bankrekening alsnog moeten beantwoorden.

NTFR 2020/2139 - Wijziging Leidraad invordering 2008

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020 geschreven door mr. J.D. Schouten
De Leidraad invordering 2008 van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M (NTFR 2008/1349) is gewijzigd per 1 juli 2020. De wijziging betreft een herziening van het invorderingsbeleid met betrekking tot toeslagschulden te wijten aan opzet of grove schuld, enkele redactionele aanpassingen en een aantal benodigde technische aanpassingen.

NTFR 2020/2140 - Besluit WOB-verzoek voorkoming dubbele belasting bij buitenlandse onroerende zaken in box 3

Aflevering 28, gepubliceerd op 09-07-2020
In het kader van een WOB-verzoek zijn enige documenten (deels) openbaar gemaakt over de belastingheffing in box 3 van onroerende zaken in het buitenland. Het gaat daarbij in het bijzonder om de wijze waarop Nederland sinds 2017 voorkoming van dubbele belasting verleent voor de inkomsten uit dergelijke buitenlandse onroerende zaken. Aanleiding voor het verzoek is de veronderstelling dat er situaties zijn waarin burgers vanaf 2017 dubbele belasting betalen over hun onroerende zaken in het buitenland, terwijl dat vóór 2017 niet het geval was. In de openbaar gemaakte passages wordt summier aangegeven dat en waarom de wijze waarop Nederland voorkoming van dubbele belasting verleent bij buiten buitenlandse onroerende zaken in overeenstemming is met de belastingverdragen en het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001.