Aflevering 28

Gepubliceerd op 11 juli 2019

NTFR 2019/1731 - Taxifying blockchain: het begin van het einde van Moneyland?

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 geschreven door mr. dr. D.R. Post
Zoekt u nog een boek om te lezen voor de aankomende zomervakantie? Ik zou dan Moneyland willen aanraden van onderzoeksjournalist Oliver Bullough. Het boek beschrijft op welke wijze diverse vooraanstaande en minder vooraanstaande personen vermogens verborgen houden voor de fiscus. De auteur omschrijft Moneyland als volgt: ‘Moneyland exists wherever there is someone who wants to keep their money out of the reach of their country’s government.’ De omslag vermeldt dat het boek verplichte kost is voor elke politicus en iedereen die zich bezighoudt met geld. Hoewel ik het boek op het moment van schrijven van deze Opinie nog niet helemaal uit heb, kan ik dit laatste desalniettemin onderschrijven.

NTFR 2019/1732 - Voortgangsrapportage Jaarplan 2019 Belastingdienst

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft een brief over de eerste voortgangsrapportage op het Jaarplan 2019 Belastingdienst aan de Tweede Kamer gestuurd. Hij kondigt daarnaast een breed onderzoek aan naar de cultuur binnen de Belastingdienst. Hij stelt in dat verband de Kamer voor om naast Personeel, ICT en Sturing als vierde pijler van het Beheerst vernieuwen ‘Cultuur’ te nemen.

NTFR 2019/1734 - Hardheidsclausule bij afkoopkorting ingegaan partnerpensioen

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 geschreven door mr. J.Th. Gommer MPLA CCFP
In V&A 17-016 wordt de situatie beschreven dat een dga in 2016 is overleden en vervolgens het, volledig in eigen beheer gehouden, partnerpensioen is ingegaan. Na 1 april 2017 wenst de partner het ingegane partnerpensioen af te kopen. Het CAP stelt dan vervolgens dat omdat de dga ultimo het boekjaar 2015 nog in leven was, de fiscale balanswaarde van de verplichting voor het af te kopen partnerpensioen op de eindbalans van het boekjaar 2015 veel lager is dan de afkoopwaarde van de aanspraak op partnerpensioen na het overlijden van de dga in 2016. Hierdoor wordt de bij afkoop op de afkoopwaarde van het partnerpensioen te verlenen korting berekend over de veel lagere fiscale balanswaarde van de verplichting voor het partnerpensioen ultimo 2015.

NTFR 2019/1735 - Beantwoording Kamervragen over belastbaarheid premiebijdrage aan gemeentepolis

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
Staatssecretaris Snel van Financiën heeft mede namens de minister voor Medische Zorg en Sport en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Kamervragen van de leden Kerstens en Nijboer (beiden PvdA) over de belastbaarheid van de premiebijdrage aan de gemeentepolis beantwoord. In zijn antwoord laat de staatssecretaris weten dat een gemeentelijke bijdrage aan de premie voor de aanvullende pakketten niet wordt belast, ook niet voor zover deze is toe te rekenen aan herverzekering van het wettelijk verplichte eigen risico.

NTFR 2019/1737 - CPB-notitie evaluatie eigen woning

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft de notitie van het Centraal Planbureau (CPB) ‘Ex-post effecten woningmarktmaatregelen’ aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze notitie is onderdeel van de evaluatie van de fiscale eigenwoningregeling die de staatssecretaris eind 2019 zal opleveren. Naast de complexiteit van de eigenwoningregeling wordt bij de evaluatie gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid ervan. In verband met het laatstvermelde evaluatieonderdeel heeft het CPB in een notitie de effecten van een aantal deelregelingen en drie potentiële eindbeelden van de fiscale eigenwoningregeling doorgerekend. Belangrijkste conclusie is dat de afbouw van fiscale maatregelen voor een structurele stijging van de welvaart op de woningmarkt zorgt van € 2 miljard. Door subsidies op de woningmarkt verder af te bouwen kan dit nog toenemen, maar dit gaat gepaard met lagere huizenprijzen. De staatssecretaris merkt op dat dit niet de eindbeelden zijn zoals voorgesteld door het kabinet. Ze maken deel uit van het onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de fiscale eigenwoningregeling, uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek.

NTFR 2019/1738 - Kamerbrief over elektrische auto's en de youngtimerregeling

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 geschreven door mr. J. Rolleman
In het Algemeen Overleg van de vaste commissie voor Financiën van 13 februari 2019 over de autogerelateerde belastingen is in het kader van elektrische auto’s gesproken over de youngtimerregeling. De leden Bruins en Van Weyenberg vroegen daarover of een maatregel genomen kan worden waardoor de youngtimerregeling van toepassing wordt op auto’s zonder uitstoot (hierna ook: elektrische auto’s) van vijf jaar en ouder. Bij deze verbreding van de youngtimerregeling is de suggestie gedaan om voor de financiering hiervan de youngtimerregeling voor auto’s op fossiele brandstof aan te scherpen. De staatssecretaris heeft deze mogelijkheid verkend en de Tweede Kamer hierover bij brief van 5 juli 2019 geïnformeerd.

NTFR 2019/1740 - Antwoord op Kamervragen over arrest Hoge Raad box 3

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft Tweede Kamervragen beantwoord over het arrest van de Hoge Raad in de procedure massaal bezwaar box 3. In zijn beantwoording meldt de staatssecretaris dat de Belastingdienst binnenkort collectief uitspraak zal doen op de massaalbezwaarschriften over de jaren tot en met 2016. Verder zal hij op Prinsjesdag een onderzoek aan de Tweede Kamer sturen waarin nader uitgewerkt zal zijn of het mogelijk is om spaarders in box 3 tegemoet te komen.

NTFR 2019/1747 - IO: lid raad van commissarissen stichting is geen btw-ondernemer

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
IO is lid van de raad van commissarissen van een stichting die blijvende huisvesting aanbiedt aan hulpbehoevenden. Uit de statuten van de stichting blijkt dat er meerdere commissarissen zijn, dat de commissarissen geen werknemer mogen zijn van de stichting en dat zij alleen onder bijzondere omstandigheden na besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid kunnen worden geschorst of ontslagen. De raad van commissarissen heeft als takenpakket het benoemen, schorsen en ontslaan van het bestuur van de stichting, het vaststellen van de jaarstukken, het adviseren van het bestuur en het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van de raad van commissarissen.

NTFR 2019/1748 - Internetconsultatie vrachtwagenheffing opengesteld

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
Het Ministerie van I en W bereidt, in navolging van onze buurlanden, een wetsvoorstel voor vrachtwagenheffing voor. Binnenlandse en buitenlandse houders van vrachtwagens betalen per kilometer, op autosnelwegen en op een aantal andere wegen (met name N-wegen). De hoogte wordt bepaald door milieueigenschappen en de gewichtsklasse van de vrachtwagen. De netto-inkomsten worden gebruikt voor belastingverlaging en innovatie en verduurzaming van de sector. Hiermee wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord.

NTFR 2019/1749 - Reactie op motie over de vliegbelasting

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op een motie van Kröger en Snels (GL) om er in Europa op aan te dringen dat een variant van vliegbelasting gebaseerd op CO2–uitstoot per kilometer wordt uitgewerkt. Het kabinet wordt verzocht in Europa aan te dringen op een vliegbelasting op Europees niveau en de Commissie in dat kader te vragen verschillende varianten te onderzoeken.

NTFR 2019/1752 - Bij vertrouwensbeginsel op basis van beleid geldt niet de maatstaf dat toezegging niet zo duidelijk in strijd mag zijn met een juiste wetstoepassing

ECLI:NL:HR:2019:1039, datum uitspraak 28-06-2019, publicatiedatum 28-06-2019
Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 met annotatie van mr. P.G.M. Jansen
De regering van Sint Maarten heeft een vennootschap opgericht voor de aanleg van een brug. Die vennootschap (de opdrachtgever) heeft de minister van Financiën van Sint Maarten verzocht een aanschrijving uit te vaardigen waarin vrijstelling van Belasting op Bedrijfsomzetten (BBO) wordt verleend voor leveringen en diensten die door ondernemers in het kader van het brugproject worden verricht. Nadat een nieuwe minister is aangetreden, is het verzoek in 2013 afgewezen. Belanghebbende is in 2012 als aannemer gestart met de werkzaamheden voor het brugproject. Op verzoek van de opdrachtgever heeft belanghebbende in 2012 geen BBO in rekening gebracht. De inspecteur heeft deze BBO bij belanghebbende nageheven. Volgens belanghebbende is naheffing in strijd met het vertrouwensbeginsel, nu de minister de toezegging heeft gedaan dat de prestaties voor het brugproject vrijgesteld zijn van BBO. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft geoordeeld dat een dergelijke toezegging – zo daar al sprake van is – zozeer in strijd is met de wet dat belanghebbende daaraan geen vertrouwen mocht ontlenen. In cassatie heeft belanghebbende terecht aangevoerd dat deze maatstaf van ‘zozeer in strijd met wet’ geldt bij individuele toezeggingen, maar niet geldt voor de vraag of vertrouwen kan worden ontleend aan door de minister vastgesteld beleid. Tot vernietiging van de hofuitspraak leidt dit echter niet. Volgens de Hoge Raad kan aan de toezegging om beleid uit te vaardigen, pas vertrouwen worden ontleend nadat die beleidsregel van kracht is geworden.

NTFR 2019/1753 - Overschrijding redelijke termijn in boetezaak correct vastgesteld door verwijzingshof na twee cassaties

ECLI:NL:HR:2019:1009, datum uitspraak 21-06-2019, publicatiedatum 21-06-2019
Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 met annotatie van mr. F.C. van der Bogt
De inspecteur heeft bij belanghebbende op 28 november 2011 oplegging van een vergrijpboete aangekondigd. Op 28 december 2011 is deze boete opgelegd. Na twee cassatieronden heeft Hof Den Bosch als derde hof op 21 juni 2018 (NTFR 2018/2340) uitspraak in deze zaak gedaan. Het hof heeft de klachten ongegrond verklaard, maar heeft ambtshalve de vergrijpboete met 5% gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn met ruim drie maanden. Hierom heeft het hof belanghebbende ook vergoedingen van griffierecht en proceskosten toegekend. In cassatie betogen beide partijen dat de overschrijding van de redelijke termijn niet juist is berekend door het hof. De Hoge Raad is het daar echter niet mee eens. De Hoge Raad zet onder verwijzing naar zijn arresten van 22 april 2005 en 19 februari 2016 uiteen dat:

NTFR 2019/1754 - Verlenging redelijke termijn door hof in vele BPM-zaken is niet terecht omdat van verknochtheid geen sprake is

ECLI:NL:HR:2019:1088, datum uitspraak 05-07-2019, publicatiedatum 05-07-2019
Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 met annotatie van mr. A.J.C. Perdaems
In vele BPM-zaken heeft Hof Arnhem-Leeuwarden de redelijke behandeltermijn van twee jaar verlengd met zes maanden wegens verknochtheid van de zaken. Daartegen komt belanghebbende met succes in cassatie. Onder verwijzing naar HR 19 april 2019, (NTFR 2019/1139) oordeelt de Hoge Raad namelijk dat van verknochtheid geen sprake is. Verder heeft het hof ten onrechte geen beslissing genomen op het impliciete verzoek van belanghebbende om vergoeding van wettelijke rente op grond van art. 6:119 BW wegens vertraging in de vergoeding van het in hoger beroep betaalde griffierecht. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. De vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep wordt verhoogd tot € 1.000 en de hofuitspraak wordt aangevuld met een beslissing inzake de rente over het griffierecht.

NTFR 2019/1755 - Hoge Raad gaat om inzake bewijsregels voor verschoonbaarheid termijnoverschrijding indiening rechtsmiddel in boetezaken

ECLI:NL:HR:2019:1102, datum uitspraak 05-07-2019, publicatiedatum 05-07-2019
Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 met annotatie van mr. J.W. Bosman
Belanghebbende heeft te laat bezwaar aangetekend tegen de haar opgelegde aanslag VPB 2011 en de daarbij gegeven verzuimboetebeschikking. Volgens belanghebbende is het verzuim verschoonbaar omdat zij het aanslagbiljet niet heeft ontvangen. Hof Den Haag oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard door de inspecteur. Met betrekking tot de aanslag is de Hoge Raad het eens met het hof. De Hoge Raad herhaalt in het onderhavige arrest zijn vaste bewijsspelregels op dit vlak. Het hof heeft die spelregels niet miskend. Met betrekking tot de boete grijpt de Hoge Raad deze zaak aan om ‘om te gaan’. Tot dusverre gold in boetezaken dat de regel dat een te laat gemaakt bezwaar/beroep niet-ontvankelijk is, buiten toepassing moet blijven indien de belastingplichtige, stelt dat, en op welke grond, de termijnoverschrijding niet aan hem is toe te rekenen; de niet-ontvankelijkheid kan dan slechts worden uitgesproken indien de onjuistheid van deze stelling wordt bewezen. De Hoge Raad ziet thans echter reden om hiervan terug te komen. Dit omdat de oude opvatting van de Hoge Raad afwijkt van de rechtspraak van de Hoge Raad in zogenoemde Mulderzaken en van die van de andere hoogste bestuursrechters en art. 6 EVRM niet tot die bescherming dwingt. De Hoge Raad is thans, vanwege het belang van de rechtseenheid, van oordeel dat ook indien een fiscale procedure een bestuurlijke boete betreft, de ten aanzien van belastingaanslagen geldende bewijsregels dienen te gelden. Het in art. 6 EVRM begrepen recht op toegang tot de rechter staat aan toepassing van die regels niet in de weg. Wel brengt het rechtszekerheidsbeginsel met zich dat de Hoge Raad voor overgangsrecht zorgt. De thans door de Hoge Raad aanvaarde regels blijven buiten toepassing met betrekking tot de ontvankelijkheid van bezwaar- en beroepschriften die zijn ingediend vóór 1 juli 2019. Belanghebbende heeft voor het hof gesteld dat zij het aanslagbiljet niet heeft ontvangen en dat om die reden redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim is geweest. Het hof heeft ten onrechte niet onderzocht of de inspecteur de onjuistheid van die stelling heeft bewezen. Daarom wordt de zaak verwezen.

NTFR 2019/1756 - Hof Arnhem-Leeuwarden gaat om in toetsingskader proceskosten Wet Mulder

ECLI:NL:GHARL:2019:3197, datum uitspraak 01-05-2019, publicatiedatum 01-05-2019
Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019 met annotatie van mr. M.B. Weijers
Aan belanghebbende is een verkeersboete opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid. De gemachtigde van belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. Het beroepschrift bevat een ontkenning van de gedraging en een verzoek om een termijn om de gronden aan te vullen. Nadat een nadere motivering uitbleef, heeft de officier van justitie het beroep ongegrond verklaard. In het daaropvolgende beroep bij de kantonrechter is het beroepschrift evenmin gemotiveerd, ook niet na verzending van een verzuimbrief. De kantonrechter heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard.

NTFR 2019/1758 - Nederland en Irak ondertekenen belastingverdrag

Aflevering 28, gepubliceerd op 11-07-2019
Nederland en Irak hebben op 1 juli 2019 een belastingverdrag ondertekend. Met het opnemen van een algemene antimisbruikbepaling en enkele andere aanpassingen voldoet dit belastingverdrag aan de minimumstandaarden uit het zogeheten BEPS-project van de OESO/G20 tegen belastingontwijking. Verder zijn er afspraken gemaakt over onderlinge uitwisseling van informatie en de bijstand bij invordering van belastingen. Het verdrag sluit op een groot aantal onderdelen aan bij het OESO-Modelbelastingverdrag. Het verdrag zal in beide landen nog de vereiste goedkeuringsprocedure moeten doorlopen.