NTFR 2021/2908 - Procesvertegenwoordiging van erfgenamen in fiscale procedures
Aflevering 36, gepubliceerd op 09-09-2021 geschreven door mr. E.D. PostemaOp 2 oktober 2020 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de zaak van een gemachtigde die namens de erfgenamen van A beroep in cassatie had ingesteld.HR 2 oktober 2020, nr. 20/00159, NTFR 2020/2848. In die zaak verzocht de griffier van de Hoge Raad de gemachtigde een verklaring van erfrecht te overleggen of – in het geval een executeur-testamentair is aangesteld – een verklaring van de executeur-testamentair waaruit blijkt wat de wens is van alle erfgenamen ten aanzien van de onderhavige procedure.De Hoge Raad spreekt van een ‘executeur-testamentair’. Vóór 1 januari 2013 kon een executeur niet alleen in een testament, maar ook in een codicil worden benoemd. Omdat een executeur per 1 januari 2013 uitsluitend in een testament kan worden benoemd, is de toevoeging ‘testamentair’ overbodig geworden en is de benaming ‘executeur’. De gemachtigde heeft aan deze oproep geen gehoor gegeven. Omdat de Hoge Raad niet heeft kunnen vaststellen dat de gemachtigde optrad namens alle erfgenamen, is het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Op 23 april 2021 heeft de Hoge Raad een soortgelijk arrest gewezen.HR 23 april 2021, nr. 20/03185, ECLI:NL:HR:2021:664. De vraag is hoe deze arresten zich verhouden tot – voor het fiscale boeterecht – het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter zoals deze voortvloeien uit art. 6 EVRM,Art. 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) stelt niet alleen regels omtrent de procedure als men eenmaal voor een rechter is verschenen, maar garandeert ook de toegang tot de rechter (EHRM 21 februari 1975, Golder t. Verenigd Koninkrijk, nr. 4451/70). en – voor overige belastingaangelegenheden – het recht op het ongestoord genot van eigendom zoals dat is vastgelegd in art. 1 EP (bij het EVRM).Art. 1 EP (bij het EVRM) brengt mee dat elke maatregel die het ongestoorde genot van eigendom aantast, waaronder de heffing van belasting, vergezeld moet gaan van procedurele garanties die de betrokkene een redelijke mogelijkheid bieden tot effectieve betwisting van de rechtmatigheid van die maatregel (vgl. EHRM 24 november 2005, nr. 49429/99, Capital Bank AD tegen Bulgarije, par. 134, HR 10 juli 2009, nr. 08/01578, NTFR 2009/1748 en HR 22 oktober 2010, nr. 08/02324, NTFR 2010/2458). Niet zelden bestaat tussen erfgenamen onenigheid over de afwikkeling van de nalatenschap. De voorwaarde dat alle erfgenamen moeten instemmen met een procedure bij de belastingrechter kan de verhoudingen verder op scherp zetten en kan, indien de andere erfgenamen hieraan niet meewerken, ertoe leiden dat een of enkele erfgenamen in feite geen toegang hebben tot de rechter. In deze Opinie ga ik in op de procesvertegenwoordiging van erfgenamen in fiscale procedures en pleit ik voor een wetswijziging om ook de individuele erfgenaam (fiscale) rechtsbescherming te bieden.