Aflevering 16

Gepubliceerd op 19 april 2007

NTFR 2007/677 - De geheimhoudingsplicht in de AWR en de openbare zitting

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007 geschreven door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
Art. 67 AWR bepaalt dat het eenieder is verboden hetgeen hem in enige werkzaamheid bij de uitvoering van de belastingwet, of in verband daarmee, nopens de persoon of de zaken van een ander blijkt of medegedeeld wordt, verder bekend te maken dan nodig is voor de uitvoering van de belastingwet of voor de heffing of de invordering van enige rijksbelasting. In deze opinie ga ik in op de reikwijdte van deze bepaling bij een openbare behandeling bij de belastingrechter.

NTFR 2007/680 - Nota naar aanleiding van verslag Goedkeuringswet schorsing EIA en MIA

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
De nota naar aanleiding van het verslag betreffende de Goedkeuringswet buitentoepassingstelling energie-investeringsaftrek (EIA) en milieu-investeringsaftrek (MIA) is verschenen (Kamerstuk 30 924). Het betreft de goedkeuringswet voor de buitentoepassingstelling in 2006. In de nota komen onder meer aan de orde de mate, de redenen en het voorkomen van de overschrijdingen, de controle op investeringen, de aankondiging om de goedkeuringsprocedure te schrappen (Onderhoudswet 2008), de administratieve lasten en de invloed van de ESF-uitspraak op de MEP-sluiting.

NTFR 2007/681 - Geloofsverkondiger neemt wel deel aan het economische verkeer maar is geen ondernemer

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA2611, datum uitspraak 21-02-2007, publicatiedatum 11-04-2007
Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
Volgens de Hoge Raad (NTFR 2006/214) is bij de uitspraak op bezwaar ten onrechte de zogenoemde omkering en verzwaring van de bewijslast toegepast omdat het hier feiten en omstandigheden betreft waarvoor de bewijslast ook zonder de in art. 47 AWR gestelde verplichting al op belanghebbende rustte. Er is dan geen plaats meer voor de toepassing van art. 27e AWR.

NTFR 2007/690 - Impliciet verzoek tot uitstel van loonheffing optierechten

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
Eisers werkgever heeft in mei 2001 een brief aan de Belastingdienst gestuurd waarin is gemeld dat eiser van plan is de door zijn werkgever aangeboden aandelenoptierechten te accepteren en te opteren voor uitstel van belastingheffing tot het moment van uitoefening. Verder hebben eiser en zijn werkgever in juni 2001 een verklaring ondertekend waarin is neergelegd dat de belastingheffing over de opties zal plaatsvinden ten tijde van de vervreemding of uitoefening ervan. In juli 2001 verkrijgt eiser de opties. De werkgever heeft geen loonheffing ingehouden. In 2005 heeft eiser de opties vervreemd aan zijn werkgever. De werkgever heeft ter zake van deze afkoop loonheffing ingehouden over het gerealiseerde voordeel. Eiser betwist deze inhouding. Hij is van mening dat voor de toekenning van de opties in 2001 nog loonheffing verschuldigd is over de forfaitaire waarde ervan. In geschil is of in 2001 een rechtsgeldig verzoek is gedaan tot uitstel van loonheffing.

NTFR 2007/691 - Cassatieberoep tegen hofoordeel dat Luxemburgse socialeverzekerings- en pensioenpremies aftrekbaar zijn, ingetrokken

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
De minister van Financiën heeft aangekondigd het cassatieberoep tegen het oordeel van Hof Amsterdam (NTFR 2006/1766) in te trekken. Het hof kwam tot het oordeel dat de Luxemburgse socialeverzekeringspremies naar hun aard en strekking (grotendeels) vergelijkbaar zijn met Nederlandse premies. Deze premies zijn dus aftrekbaar. De Luxemburgse pensioenpremies zijn eveneens aftrekbaar omdat de pensioenregeling zoniet naar nationaal dan toch naar Europees recht heeft te gelden als kwalificerende pensioenregeling in de zin van de Wet LB 1964.

NTFR 2007/695 - Brief over privégebruik auto dienstauto's

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
De staatssecretaris van Financiën reageert op verzoek van de vaste commissie voor Financiën op een brief van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) over de belastingheffing op het privégebruik van dienstauto’s. De VNG vindt dat de Belastingdienst in de praktijk een te strikte definitie van het begrip ambtsgebonden nevenfuncties hanteert. De staatssecretaris verwijst in zijn reactie naar een brief aan de Tweede Kamer, mede van zijn hand. In die brief is opgenomen dat de Belastingdienst bij onbezoldigde commissies en functies van de VNG het standpunt inneemt dat sprake is van ambtsgebonden nevenfuncties en dus van zakelijke ritten. Bij bestuurlijke commissies of adviescolleges op het terrein van de rijksoverheid zal zich volgens de brief echter vaker de situatie voordoen dat iemand deelneemt op grond van zijn deskundigheid en reputatie en niet uit hoofde van het ambt. In dergelijke gevallen is sprake van niet ambtsgebonden nevenfuncties en voor de fiscale bijtelling dus van privékilometers. De eerdere brief aan de Tweede Kamer hebben wij als brondocument opgenomen.

NTFR 2007/705 - Tijdsgelang VPB-tarief bij gebroken boekjaar houdt stand in hoger beroep

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA2624, datum uitspraak 04-04-2007, publicatiedatum 11-04-2007
Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
In hoger beroep wordt het oordeel van de rechtbank (NTFR 2006/386) bevestigd dat de verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting per 1 januari 2002 in strijd is met het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel, voor zover deze wetswijziging niet erin voorziet dat ook belastingplichtigen met een gebroken boekjaar die verlaging naar tijdsgelang vanaf 1 januari 2002 deelachtig worden.

NTFR 2007/712 - Rechter treedt niet in de beoordeling van buitenwettelijke vermindering

ECLI:NL:GHAMS:2006:BA1646, datum uitspraak 10-04-2006, publicatiedatum 28-03-2007
Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007 met annotatie van MM Kors
Belanghebbende is een commanditaire vennoot in een film-cv. Met de inspecteur is een vaststellingsovereenkomst gesloten met als inzet de toepassing van de investeringsaftrek voor het jaar 2000. Bij de aanslagregeling 2000 wordt een fout gemaakt die wordt hersteld in de aanslag over het jaar 2001. De inspecteur heeft verder nog toegezegd dat hij bij de beoordeling van de jaarstukken over 2001 mogelijk rekening zou houden met een hoger bedrag aan investeringen. Belanghebbende claimt uiteindelijk een hoger bedrag; de inspecteur weigert deze aftrek.

NTFR 2007/720 - Antwoord op Kamervragen archivering Belastingdienst

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de wijze van archivering door de Belastingdienst; in het bijzonder of de Belastingdienst zich houdt aan de wettelijke bewaartermijn die geldt voor aangiftebiljetten Deze termijn is zeven jaar. De vragen werden gesteld door Kamerlid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) naar aanleiding van de uitspraak van Hof Arnhem 29 januari 2007, nr. 04/01547, NTFR 2007/280. Volgens de staatssecretaris houdt de Belastingdienst zich aan de wettelijke bewaartermijn voor aangiftebiljetten . Het is niet gebruikelijk dat de Belastingdienst relevante documenten voor het verstrijken van de wettelijke termijn vernietigt. Ook in de zaak waar de uitspraak op ziet, waren de papieren documenten nog beschikbaar. Echter niet op het desbetreffende belastingkantoor, maar in het Centraal Archief Belastingdienst in Apeldoorn. Er is volgens de staatssecretaris in de desbetreffende zaak wat betreft de archivering dan ook geen sprake van een onjuiste handelwijze.

NTFR 2007/722 - Forfaitaire rendementsheffing niet in strijd met het belastingverdrag Duitsland

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
Belanghebbende is inwoner van Duitsland en had in 2001 een in Nederland gelegen recreatiebungalow. In dat jaar had hij geen andere Nederlandse inkomsten. Belanghebbende stelt dat met de invoering van de Wet IB 2001 Nederland zijn heffingsbevoegdheid eenzijdig heeft uitgebreid, hetgeen volgens belanghebbende niet is toegestaan. Voorts stelt belanghebbende dat Nederland op grond van het Belastingverdrag Nederland-Duitsland geen heffingsrecht heeft, nu art. 4 van dat verdrag enkel ziet op daadwerkelijk verkregen inkomsten en hij geen geldelijke inkomsten uit de bungalow geniet.

NTFR 2007/723 - Aanleg kabel in diverse lidstaten als levering belast naar verhouding van de lengte op elk grondgebied

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
Omdat Aktiebolaget NN, een voor de btw belastingplichtige Zweedse vennootschap, met een opdrachtgever in zee wil gaan voor de levering en plaatsing van een onderzeese kabel tussen Zweden en een andere lidstaat, wenst zij een prealabel advies omtrent de gevolgen voor de btw. Bij verschillende ondernemers zal de kabel en het overige noodzakelijke materieel worden gekocht. Voorts wordt gezorgd voor een schip met bemanning en gespecialiseerd personeel. De kabel zal op het Zweedse vasteland in de bodem worden verankerd en ingegraven en vervolgens op de bodem van de zee worden gelegd en daar in voorkomend geval worden ingegraven, eerst in de binnenwateren en de territoriale wateren van Zweden, vervolgens op het continentale plat van Zweden en de andere lidstaat als kuststaten en ten slotte in de territoriale wateren en de binnenwateren van de andere lidstaat, om uiteindelijk op het vasteland van deze laatste lidstaat in de bodem te worden verankerd en ingegraven. Het kan daarbij noodzakelijk zijn de kabel te verlengen, wat een vrij ingewikkelde technische operatie is. De prijs van het materieel is normaliter ongeveer 85% van de totale kosten. Na de plaatsing en een aantal voorafgaande tests zal het eigendomsrecht van de kabel aan de afnemer worden overgedragen. Vervolgens zal gedurende een dertigtal dagen een aantal aanvullende tests worden verricht, waarbij Aktiebolaget NN eventuele gebreken zal verhelpen. Omdat Aktiebolaget NN zich niet kon vinden in de uitkomst van het advies, heeft zij beroep ingesteld. Op de vervolgens door de beroepsinstantie gestelde prejudiciële vragen verklaart het Hof van Justitie EG voor recht:

NTFR 2007/732 - Belastingdienst en RDW blokkeren kentekens wanbetalers

Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
De Belastingdienst en de RDW willen voorkomen dat wanbetalers motorrijtuigenbelasting nieuwe kentekens op hun naam kunnen overschrijven. Mensen die vijf keer hun motorrijtuigenbelasting niet, of niet geheel hebben betaald, worden bij de RDW geregistreerd. Deze zorgt voor een blokkering in het RDW-systeem gekoppeld aan het sofinummer van de wanbetaler. De Belastingdienst waarschuwt deze week wanbetalers per brief voor een dreigende blokkering.

NTFR 2007/733 - Gemeente heeft geen recht op lagere bestelautotarief motorrijtuigenbelasting

ECLI:NL:RBARN:2007:BA2028, datum uitspraak 13-02-2007, publicatiedatum 02-04-2007
Aflevering 16, gepubliceerd op 19-04-2007
Een gemeente houdt verschillende bestelauto’s die worden gebruikt voor het onderhoud aan wegen en groenvoorzieningen en voor het inzamelen van huisvuil. Nu de gemeente voor deze werkzaamheden geen ondernemer is voor de omzetbelasting, heeft de gemeente geen recht op toepassing van het lagere bestelautotarief van art. 24b Wet MRB 1994, aldus de rechtbank.