Aflevering 15

Gepubliceerd op 12 april 2007

NTFR 2007/609 - De onzin van de redelijkeheffingnorm

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
De aftrekbeperking van art. 10a Wet VPB 1969 is niet van toepassing indien de rente bij de crediteur effectief belast is tegen een tarief van tenminste 10%. Deze redelijkeheffingnorm is als algemene tegenbewijsmogelijkheid onzinnig en zal vermoedelijk geen lang leven zijn beschoren, althans niet in combinatie met de deelnemingsvrijstelling in haar huidige vorm.

NTFR 2007/610 - Bedrijfsplan Belastingdienst 2007-2011

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
De staatssecretaris van Financiën stuurt het Bedrijfsplan Belastingdienst 2007-2011 naar de Tweede Kamer. De belangrijkste prioriteiten in deze periode zijn o.a. de complexiteitsreductie van de ICT-systemen, toeslagen, horizontaal toezicht en de vooringevulde aangifte.

NTFR 2007/611 - Belastingplichtige is gebonden aan compromis van zijn belastingadviseur

ECLI:NL:RBARN:2007:BA0825, datum uitspraak 09-03-2007, publicatiedatum 15-03-2007
Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
Eiser exploiteert een palingkwekerij. Tijdens een boekenonderzoek is tussen de belastingadviseur van eiser en de inspecteur een compromis gesloten over de waardering van de voorraad paling. Later betwist eiser de rechtsgeldigheid van het compromis. Hij stelt dat zijn adviseur geen volmacht had om een dergelijk compromis te sluiten. Volgens de rechtbank mocht de inspecteur, gelet op de rol van de adviseur tijdens het boekenonderzoek, ervan uitgaan dat de adviseur wel bevoegd was namens eiser een compromis te sluiten. Eiser is dus gebonden aan het compromis.

NTFR 2007/628 - Intrekking diverse pensioenbesluiten

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
In dit besluit wordt een aantal besluiten inzake pensioenen in de loonheffingen ingetrokken. Het betreft intrekkingen in verband met het feit dat de desbetreffende besluiten hun belang hebben verloren of geen beleidsstandpunten bevatten (informatief van karakter). De informatie in de ingetrokken beleidsbesluiten blijft toegankelijk via www.belastingdienst.nl en www.belastingdienstpensioensite.nl. Inhoudelijke wijzigingen zijn met deze intrekking niet beoogd.

NTFR 2007/629 - Brief over privégebruik auto minister Ter Horst

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt via een brief de Tweede Kamer op de hoogte van het feit dat zij verwacht navorderingsaanslagen inkomstenbelasting te krijgen over het privégebruik van de dienstauto in de periode dat zij burgemeester van Nijmegen was.

NTFR 2007/635 - Betaling aan goeddoelinstelling niet aftrekbaar nu er geen verplichting hiertoe is

ECLI:NL:RBBRE:2007:AZ8740, datum uitspraak 26-01-2007, publicatiedatum 16-02-2007
Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
Belanghebbende, een bv, heeft als enig aandeelhouder een stichting die een goeddoelinstelling is in de zin van art. 16 Wet VPB 1969. In 2004 heeft belanghebbende een betaling van € 540.000 gedaan aan haar aandeelhouder. In geschil is of deze betaling aftrekbaar is van de winst over 2003 op grond van art. 9, lid 1 , onderdeel i, Wet VPB 1969.

NTFR 2007/645 - Schending vertrouwensbeginsel stond aan navordering wegens nieuw feit in de weg

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA1279, datum uitspraak 02-03-2007, publicatiedatum 27-03-2007
Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
Eiser heeft in zijn aangifte IB/PVV 2000 verliezen uit onderneming ter zake van zijn deelname in twee commanditaire vennootschappen geclaimd. De verliezen waren niet gespecificeerd of toegelicht. Bij de aanslagregeling heeft verweerder om een nadere toelichting hieromtrent verzocht, waarop eiser cijfermatige overzichten heeft verstrekt. Verweerder heeft de aanslag overeenkomstig de aangifte vastgesteld. Na ontvangst van een brief van een collega-inspecteur, waarin staat dat de cv's geen onderneming drijven, heeft verweerder een navorderingsaanslag opgelegd.

NTFR 2007/651 - Belastingheffing in de EU vanaf 1995 tot 2005

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
In 2005 bedroegen de belastinginkomsten, dat wil zeggen het totale bedrag van belastingen en sociale premies, in de EU (27 landen) 40.8% van BBP, vergeleken met 40.4% in 2004. In het eurogebied bedroegen de belastinginkomsten 41.2% van het BBP in 2005, vergeleken bij 40.9% in 2004. Over een langere periode, waren de belastinginkomsten als percentage van het BBP in zowel de EU (25 landen) als in het eurogebied in 2005 licht onder het niveau van het jaar 1995. De belastinginkomsten varieerden van 29% van het BBP in Litouwen en Roemenië tot 52% in Zweden. Onder de lidstaten zijn er wezenlijke verschillen in de verhouding belastinginkomsten – BBP. In 2005 registreerde Zweden (52.1%) de hoogste verhouding, gevolgd door Denemarken (51.2%), België (47.7%), Frankrijk (45.8%), Finland (44.0%) en Oostenrijk (43.6%). De laagste verhoudingen werden waargenomen in Roemenië (28.8%), Litouwen (29.2%), Slowakije (29.5%), Letland (29.6%), Estland (31.0%) en Ierland (32.2%). In Nederland bedroeg in 2005 de verhouding belastinginkomsten – BBP: 39,2%.

NTFR 2007/652 - EC verzoekt Ierland discriminatoire regels over de fiscale behandeling van royalty’s voor octrooien af te schaffen

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
Op grond van art. 226 EG-Verdrag heeft de Commissie Ierland formeel verzocht zijn belastingwetgeving aan te passen. Volgens de Ierse wetgeving zijn ontvangen royalty’s voor octrooien alleen dan vrijgesteld van belastingen als het onderzoek dat tot het octrooi leidde in Ierland werd uitgevoerd. De Commissie vindt deze bepaling in strijd met art. 43, 48 en 49 EG-Verdrag (vrijheid van vestiging en vrij verkeer van diensten) en de corresponderende artikelen van de EER-overeenkomst. De Ierse wetgeving weerhoudt ondernemingen en personen ervan om onderzoeksinstellingen te contracteren die elders in de EU of EER zijn gevestigd, omdat de inkomsten uit octrooien die tot resultaat hebben geleid, in tegenstelling tot de regels die van toepassing zijn op binnenlandse octrooien, niet belastingvrij zijn. Dit weerhoudt Ierse ondernemingen en personen er ook van hun onderzoekscentra in andere lidstaten op te zetten, hetgeen hun vrijheid van vestiging aantast.

NTFR 2007/653 - Belastingverdrag met Frankrijk; Franse uitvoeringsvoorschriften

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
In dit besluit zijn de nieuwe Franse uitvoeringsvoorschriften opgenomen die van toepassing zijn onder het Verdrag Nederland – Frankrijk. Dit verdrag voorziet voor inwoners van Nederland in een vermindering, teruggaaf of vrijstelling van Franse bronbelasting op dividenden, interest en royalty's. In het besluit wordt aangegeven hoe inwoners van Nederland in aanmerking kunnen komen voor deze verdragsvoordelen. Het gaat daarbij met name om de te gebruiken formulieren en de te verrichten formaliteiten. Tevens wordt ingegaan op de termijn voor de indiening van verzoeken en op de verkrijgbaarheid van de benodigde formulieren. Met betrekking tot de Franse bronbelasting op dividenden geldt sinds 2005 een vereenvoudigde procedure. Het besluit gaat ook in op de positie van Nederlandse pensioenfondsen en beleggingsinstellingen.

NTFR 2007/657 - Besluit reikwijdte medische vrijstelling

Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2007
In dit besluit gaat de staatssecretaris van Financiën in op de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van de uitspraken van Hof Amsterdam en Hof Den Haag over de toepassing van de medische vrijstelling in de omzetbelasting met betrekking tot diensten van osteopaten en orthopedagogen. In de uitspraken wordt verwezen naar het arrest van het Hof van Justitie van 27 april 2006, in de gevoegde zaken C-443/04 (Solleveld) en C-444/04 (Van den Hout-van Eijnsbergen). De staatssecretaris is van mening dat in de uitspraken een juiste uitleg wordt gegeven aan het arrest van het Hof van Justitie. Dat betekent voor osteopaten dat de voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling, die inhoudt dat de vrijstelling alleen toegepast kan worden op handelingen die tot het in de Wet BIG geregelde deskundigheidsgebied van de betrokken beroepsbeoefenaar behoren, komt te vervallen. Ook de werkzaamheden van orthopedagogen kunnen in het vervolg delen in de vrijstelling. De staatssecretaris verbindt hieraan de voorwaarde dat de pedagoog een opleiding in de pedagogie met goed gevolg heeft afgerond.