NTFR 2011/337 - Fiscaal nummer is niet een essentieel onderdeel van het aanslagbiljet
ECLI:NL:HR:2010:BO5975, datum uitspraak 03-12-2010, publicatiedatum 03-12-2010
Aflevering 7, gepubliceerd op 17-02-2011 met annotatie van mr. W.J. BenningBelanghebbende heeft in 2001 als douane-expediteur aangifte voor het vrije verkeer gedaan van textielgoederen. Later bleek dat was uitgegaan van een te lage douanewaarde. Dit heeft de inspecteur belanghebbende bij brief van 17 juni 2004 meegedeeld, waarbij is aangekondigd dat haar een uitnodiging tot betaling zal worden toegestuurd. Belanghebbende heeft vervolgens een aanslagbiljet ontvangen, waarin echter het fiscale nummer is vermeld van F bv, een met belanghebbende gelieerde vennootschap die op hetzelfde adres als belanghebbende is gevestigd. Bij het aanslagbiljet was een acceptgirokaart gevoegd, gesteld op naam van F bv. Het hof heeft de uitnodiging tot betaling vernietigd, omdat door de vermelding van het onjuiste fiscale nummer misverstand is ontstaan met betrekking tot de vraag voor wie de uitnodiging is bestemd. De Hoge Raad deelt die visie echter niet. Kort gezegd oordeelt de Hoge Raad dat het fiscale nummer van de belastingplichtige in het algemeen, anders dan de tenaamstelling van het biljet, niet een essentieel onderdeel van het aanslagbiljet vormt. In het onderhavige geval heeft het aanslagbiljet geen misverstand kunnen oproepen. De Hoge Raad doet vervolgens de zaak zelf af. Anders dan waarvan belanghebbende in een bij het hof aangevoerde stelling is uitgegaan, is op grond van het gemeenschapsrecht niet vereist dat de boeking als bedoeld in art. 217 CDW mede de vermelding van de douaneschuldenaar omvat, zodat reeds hierom een grondslag ontbreekt om aan een eventueel bij de boeking gedane onjuiste vermelding van de douaneschuldenaar een rechtsgevolg te verbinden. De inspecteur wordt alsnog in het gelijk gesteld.