NTFR 2018/2068 - Geen toepassing inkeerregeling voor UBS-rekeninghouder
ECLI:NL:RBDHA:2018:5931, datum uitspraak 15-05-2018, publicatiedatum 29-05-2018
Aflevering 37, gepubliceerd op 13-09-2018 met annotatie van mr. V.S. Huygen van Dyck-JagersmaOp 23 juli 2015 heeft de Belastingdienst informatie over Nederlandse UBS-rekeninghouders bij de Zwitserse autoriteiten opgevraagd (het groepsverzoek). Bij brief van 16 september 2015 heeft de UBS haar rekeninghouders over het groepsverzoek geïnformeerd. Vanaf september 2015 heeft de Belastingdienst diverse gegevens van de Zwitserse autoriteiten ontvangen over Nederlandse UBS-rekeninghouders. Op 27 september 2015 is voor het eerst in diverse Nederlandse media over het groepsverzoek bericht. Bij brief van 4 januari 2016, door de inspecteur ontvangen op 6 januari 2016, heeft belanghebbende een inkeerverzoek ingediend ter zake van onder meer een UBS-rekening. De inspecteur legt vervolgens navorderingsaanslagen met vergrijpboetes op. Bij brief van 7 november 2017 hebben de Zwitserse autoriteiten naar aanleiding van een aanvullend informatieverzoek aan de inspecteur bericht dat belanghebbende niet tot de onder het groepsverzoek vallende personen valt. In geschil is of de inkeerregeling van toepassing is. De rechtbank oordeelt dat de inkeerregeling niet van toepassing is. Belanghebbende had op 4 januari 2016, gelet op de aandacht in de Nederlandse media die aan het groepsverzoek was besteed, objectief gezien redelijkerwijs moeten vermoeden dat de inspecteur door het groepsverzoek van zijn UBS-rekening op de hoogte zou komen. Dat belanghebbende, naar later is gebleken, niet onder het groepsverzoek viel, maakt dit niet anders. Niet beslissend is of belanghebbende zelf – subjectief – vermoedde dat de inspecteur zijn UBS-rekening op het spoor zou komen, maar of hij dit – objectief – redelijkerwijs had moeten vermoeden. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij anderszins kon menen dat de inspecteur van een nader onderzoek met betrekking tot de zwartspaarders bij de UBS zou afzien. Daarbij acht de rechtbank van belang dat een onderzoek naar aanleiding van het groepsverzoek, gelet op de aard van het groepsverzoek alsmede de betrokkenheid van een ander land, lang kan duren. De rechtbank vernietigt nog wel de boetes over de jaren 2004 tot en met 2007 die zien op een andere bankrekening, aangezien deze is strijd met het legaliteitsbeginsel waren opgelegd.