Aflevering 45

Gepubliceerd op 7 november 2019

NTFR 2019/2716 - Where is the evidence? Een korte verkenning van empirisch fiscaal-juridisch onderzoek

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019 geschreven door mr. dr. J. Gooijer
Empirisch-juridisch onderzoek, in de internationale literatuur ook wel aangeduid als Empirical Legal Studies, is sterk in opkomst, zo is gesteld.N.A. Elbers, ‘Empirisch-juridisch onderzoek – toekomstmuziek of werkelijkheid?’, Justitiële Verkenningen, jrg. 42, nr. 6, 2016, p. 43. Overigens volgt uit onderzoek van Van Dijck, Sverdlov en Buck dat ten aanzien van de feitelijke toenamen van het gebruik van empirische methoden in juridisch onderzoek nog wel vraagtekens te plaatsen zijn. Wellicht wordt er meer over Empirical Legal Studies gesproken dan dat dergelijk type onderzoek daadwerkelijk wordt verricht. Zie Gijs van Dijck, Shahar Sverdlov en Gabriele Buck, ‘Empirical Legal Research in Europe: Prevalence, Obstacles, and Interventions’, ELR november 2018, No. 2, p. 105 e.v. De vraag is of dit ook geldt voor het in Nederland verrichte onderzoek op het terrein van het belastingrecht. Die vraag is relevant. Empirisch onderzoek op het terrein van het fiscale recht kan van grote toegevoegde waarde zijn, bijvoorbeeld voor de nadere onderbouwing van (normatieve) uitspraken over wenselijk recht.De toegevoegde waarde van een empirische onderbouwing van wetgeving blijkt bijvoorbeeld uit de discussie rond de aanvaardbaarheid van het 150-kilometercriterium voor toepassing van de 30%-regeling (HR 9 augustus 2013, nr. 12/05577, NTFR 2014/267, BNB 2013/230, r.o. 3.3.5). Hierna verken ik de stand van zaken wat betreft het belastingrecht, maar om spraakverwarring te voorkomen eerst enkele opmerkingen over wat onder empirisch-juridisch onderzoek kan worden verstaan.

NTFR 2019/2718 - Tweede voortgangsrapportage Jaarplan 2019 Belastingdienst

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede voortgangsrapportage Jaarplan 2019 Belastingdienst aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze gaat over de maanden mei tot en met augustus 2019. In de aanbiedingsbrief beschrijft de staatssecretaris de resultaten van zijn aanpak Beheerst vernieuwen in het kort per pijler (ICT, personeel, sturing en cultuur).

NTFR 2019/2720 - NOB ziet nog vele onduidelijkheden in Belastingplannen

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft gereageerd op de nota’s naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer over de diverse wetsvoorstellen die samen het pakket belastingmaatregelen voor 2020 vormen. Naar aanleiding van de indiening van de wetsvoorstellen op Prinsjesdag heeft de NOB de Tweede Kamer een groot aantal vragen voorgelegd over onduidelijkheden in (vooral) de memories van toelichting. Hoewel deze vragen zijn overgenomen door de Kamerleden in het verslag over de wetsvoorstellen, heeft de NOB geconstateerd dat het Ministerie van Financiën deze vragen niet heeft beantwoord. De belangenbehartiger van de beroepsgroep dringt er bij de Kamer op aan om de staatssecretaris te vragen deze vragen alsnog te beantwoorden. Door de onduidelijkheden in de toelichtende teksten is de bedoeling van de wetgever niet altijd even duidelijk. Dit roept vragen op in de praktijk. Belastingplichtigen en beroepsbeoefenaars zijn gebaat bij een duidelijke toelichting door de wetgever.

NTFR 2019/2721 - Consultatie van start in verband met minimumtarief zzp’ers en zelfstandigenverklaring

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019
Op 28 oktober 2019 is de internetconsultatie gestart in verband met twee voorstellen waardoor alle zzp’ers vanaf 2021 minimaal € 16 per uur gaan verdienen en zzp’ers die meer dan € 75 per uur verdienen de mogelijkheid krijgen om onder voorwaarden een zelfstandigenverklaring te gebruiken. De maatregelen zijn opgenomen in het conceptwetsvoorstel Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring. De maatregelen maken onderdeel uit van nieuwe wetgeving rond zzp en het pakket waarmee het kabinet de werking van de arbeidsmarkt wil verbeteren. Deze wetgeving was al aangekondigd in de ‘Derde voortgangsbrief werken als zelfstandige’ die in juni van dit jaar aan de Tweede Kamer is verzonden.

NTFR 2019/2723 - Brief over verdergaande terugwerkende kracht behandeling getto-uitkeringen naar de Tweede Kamer

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft, mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over een verdergaande terugwerkende kracht voor de behandeling van getto-uitkeringen. Over getto-uitkeringen is geen belasting verschuldigd, maar deze telden wel mee voor de bepaling van het tarief dat geldt voor de overige inkomensbestanddelen (zogeheten progressievoorbehoud). Ook werden de uitkeringen tot het premie-inkomen voor de volksverzekeringen (en tot het bijdrage-inkomen voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) gerekend en telden deze mee bij de bepaling van het toetsingsinkomen voor inkomensafhankelijke regelingen. Om deze effecten tegen te gaan worden de getto-uitkeringen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 als uitkeringen van publiekrechtelijke aard onder de eindheffing loonbelasting gebracht.

NTFR 2019/2725 - Tweede Kamervragen beantwoord over schending art. 1 EP (bij het EVRM) en box 3

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft Tweede Kamervragen beantwoord over het tarief in box 3 in 2020 en mogelijke schending van art. 1 EP (bij het EVRM). Een dag na de beantwoording heeft de vragensteller opnieuw vragen gesteld met dezelfde strekking. De reden daarvoor is dat de staatssecretaris enkele vragen van de eerdere set Kamervragen geclusterd heeft beantwoord in plaats van, zoals gevraagd, een voor een.

NTFR 2019/2734 - Hogere proceskostenvergoeding bij kennelijk onredelijk handelen van bestuursorgaan

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019 geschreven door H. Arling
Er is een internetconsultatie gestart over de voorgenomen wijzigingen in het Besluit proceskosten bestuursrecht (BPB) die leiden tot hogere proceskostenvergoedingen voor burgers die gelijk krijgen bij de bestuursrechter. Aan de ene kant wordt er een letterlijke verhoging van 40% voorgesteld van het bedrag aan forfaitaire vergoeding voor de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in (hoger) beroep. Daarnaast wordt de bevoegdheid van de rechter om af te wijken van een forfaitaire proceskostenvergoeding aangevuld. De rechter krijgt een meer toegespitste bevoegdheid tot toekenning van een bovenforfaitaire vergoeding in situaties waarin het gedrag van het bestuursorgaan dat rechtvaardigt.

NTFR 2019/2737 - Kwijtschelding lokale heffingen

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019 geschreven door mr. J.D. Schouten
De minister van BZK geeft een reactie op de motie-Van der Molen en Van der Graaf om vermogensnormen voor de kwijtschelding van lokale heffingen op elkaar af te stemmen. Het ophogen van c.q. het op elkaar afstemmen van de vermogensnormen leidt tot een armoedeval, hetgeen in strijd is met het kabinetsbeleid om de armoedeval te verminderen. Werken moet lonend zijn voor alle huishoudens. Met deze problematiek zal wel rekening gehouden worden in het traject dat moet leiden tot bouwstenen waarmee een volgend kabinet het lokale belastinggebied kan herzien.

NTFR 2019/2738 - Kwijtschelding en vermogenstoets

Aflevering 45, gepubliceerd op 07-11-2019 geschreven door mr. J.D. Schouten
Antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de vermogenstoets voor kwijtschelding van lokale heffingen. De kwijtscheldingsnorm wordt niet opgehoogd om dichter bij of gelijk aan de bijstandsnorm te staan, omdat hierdoor de armoedeval groter wordt.