NTFR 2011/1362 - Rente aan verbonden lichaam niet aftrekbaar wegens leerstuk wetsontduiking
ECLI:NL:GHSGR:2010:BP4315, datum uitspraak 22-12-2010, publicatiedatum 11-02-2011
Aflevering 25, gepubliceerd op 23-06-2011 met annotatie van mr. G. OpheikensBelanghebbende, een naar Nederlands recht opgerichte besloten vennootschap, heeft een schuld aan een op Aruba gevestigd verbonden lichaam die samenhangt met het schuldig blijven van de koopsom voor het verwerven van verschillende onroerende zaken, en anderzijds met de intragroepfinanciering van andere investeringen die belanghebbende heeft gedaan. In geschil is of art. 10a, lid 2, onderdeel c, Wet VPB 1969 in de weg staat aan de aftrekbaarheid van de aan het verbonden lichaam verschuldigde rente. Anders dan de rechtbank oordeelt Hof Den Haag dat in een geval als dit geen sprake is van een geldlening die verband houdt met een aanwending van vermogen door belanghebbende als bedoeld in voornoemde wettelijke bepaling. De renteaftrek wordt dus niet op grond van dat artikel beperkt. Wel wordt de renteaftrek volgens het hof beperkt door toepassing van het leerstuk van de wetsontduiking, omdat de doorslaggevende beweegreden van het samenstel van de (rechts)handelingen is gelegen in de verijdeling van de toepassing van art. 10a Wet VPB 1969. Dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen om renteaftrek slechts te beperken in bepaalde omschreven gevallen, waartoe het onderhavige geval niet behoort, staat hier niet aan in de weg. Het betoog van belanghebbende dat de beperking van de renteaftrek op de voet van het leerstuk van de wetontduiking in strijd is met de vrijheid van kapitaalverkeer faalt eveneens (HR 23 januari 2004, nr. 38.258, NTFR 2004/127).