NTFR 2014/2941 - Naheffingsaanslag intracommunautaire verwerving van zeiljacht wegens vermelding van onjuist naheffingstijdvak vernietigd
ECLI:NL:RBNNE:2014:4823, datum uitspraak 02-10-2014, publicatiedatum 03-11-2014
Aflevering 51, gepubliceerd op 18-12-2014 met annotatie van mr. W.E. Nent-VroomenBelanghebbende heeft een jacht bij een Engelse jachtwerf besteld. Op 19 of 20 mei 2005 heeft hij de beschikkingsmacht daarover verkregen. Op 22 mei 2005 heeft hij het jacht naar Guernsey gevaren. Na overdracht van de eigendom van het jacht aan A.A.V. te Aruba, waarmee belanghebbende een commanditaire vennootschap is aangegaan, volgt onderverhuur van het jacht aan belanghebbende. Belanghebbende vaart vervolgens op 29 mei 2005 het jacht naar Nederland. De inspecteur is van mening dat belanghebbende door een belastingbesparende constructie een intracommunautaire verwerving van een nieuw vervoermiddel heeft verricht en legt een naheffingaanslag ter zake daarvan op. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag. De inspecteur bestrijdt niet dat op 20 mei 2005 de intracommunautaire verwerving heeft plaatsgevonden. Deze datum valt buiten het naheffingstijdvak dat op de naheffingsaanslag is vermeld. De rechtbank is van oordeel dat het tijdvak van naheffing op het aanslagbiljet een zo wezenlijk onderdeel daarvan uitmaakt, dat niet kan worden toegestaan dat belasting, verschuldigd wegens feiten gelegen buiten dat tijdvak, in de naheffingsaanslag wordt begrepen. Dit is slechts anders indien de onjuiste vermelding op een duidelijke, ook voor een belastingplichtige kenbare, vergissing rust. Daarvan is hier geen sprake, omdat belanghebbende pas ter zitting van de inspecteur heeft vernomen dat volgens de inspecteur de fysieke beschikkingsmacht van het jacht op 20 mei 2005 het heffingsmoment vormde.