NTFR 2021/3783 - Hoge Raad gaat om: fiscus gebonden aan onjuiste mededeling op website
ECLI:NL:HR:2021:1654, datum uitspraak 05-11-2021, publicatiedatum 05-11-2021
Aflevering 45, gepubliceerd op 11-11-2021 met annotatie van mr. J.M. van der VegtBelanghebbende heeft in 1989 een lijfrenteverzekering afgesloten met als einddatum 2015. Belanghebbende heeft in 2015 informatie ingewonnen over de mogelijkheid van een afkoop van de lijfrenteverzekering, onder meer door de website van de Belastingdienst te raadplegen. Daarop is vermeld dat over de afkoop van een lijfrenteverzekering die is afgesloten vóór 16 oktober 1990 geen revisierente hoeft te worden betaald. Belanghebbende heeft de lijfrente in 2015 afgekocht, waarna de inspecteur revisierente in rekening heeft gebracht. Hof Den Haag (4 augustus 2020, nr. 19/00528, NTFR 2020/3716) heeft – onder verwijzing naar het arrest HR 26 september 1979, ECLI:NL:HR:1979:AM4918 – geoordeeld dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. Weliswaar moet de fiscus zijn voorlichtende taak onbelemmerd kunnen vervullen, maar in dit geval is aan het dispositievereiste (‘daarenboven geleden schade’) voldaan door de revisierente die is verschuldigd. De Hoge Raad acht dit laatste oordeel onjuist. De revisierente die in rekening moet worden gebracht, is niet aan te merken als ‘daarenboven geleden schade’. Niettemin laat de Hoge Raad de hofuitspraak in stand. De Hoge Raad komt namelijk terug van zijn arrest uit 1979 en laat het dispositievereiste vallen. Als de belastingplichtige, afgaande op – achteraf bezien onjuiste – informatie handelingen verricht of nalaat waardoor een hoger bedrag van hem wordt geheven dan hij op basis van die informatie meende te moeten betalen, brengt het vertrouwensbeginsel mee dat het meerdere niet van de belastingplichtige mag worden geheven.