NTFR 2008/1 - (Door)werken aan groepsrente in 2008
Aflevering 1, gepubliceerd op 04-01-2008 geschreven door prof. mr. F.A. EngelenHoewel het inmiddels ruim een jaar is geleden dat de Wet werken aan winstWet van 30 november 2006, houdende wijziging van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota ‘Werken aan winst’ (Wet werken aan winst), Stb. 2006, 631. in werking is getreden, is het nog steeds onduidelijk of de Europese Commissie de regeling van de groepsrentebox in art. 12c Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: de Wet) zal goedkeuren.Ingevolge art. XIII, lid 1, Wet werken aan winst treedt art. II, onderdeel M, voor zover dat betrekking heeft op het in te voegen art. 12c Wet VPB 1969, al dan niet met terugwerkende kracht, in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat afhankelijk is van de goedkeuring van de groepsrentebox door de Europese Commissie. De groepsrentebox is door de Nederlandse regering bij brief van 13 juli 2006 bij de Europese Commissie aangemeld. Bij beschikking van 7 februari 2007Pb EG 2007, C 66, p. 12. heeft de Europese Commissie vastgesteld dat geen sprake is van een verboden steunmaatregel in de zin van art. 87, lid 1, EG, voor zover de groepsrentebox betrekking heeft op de opbrengsten van kortlopende beleggingen die door de belastingplichtige worden aangehouden met het oog op de verwerving van deelnemingen (‘overnamekas’). In dezelfde beschikking komt de Europese Commissie daarentegen tot de voorlopige conclusie dat de groepsrentebox overigens onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt en dat nader onderzoek noodzakelijk is om tot een definitief oordeel te komen. Het is niet uitgesloten dat de aldus door de Europese Commissie ingeleide formele onderzoeksprocedure van art. 88, lid 2, EG door haar wordt beëindigd met een ‘voorwaardelijke beschikking’,Zie art. 7, lid 4, Verordening (EG) nr. 659/1999 van 22 maart 1999. inhoudende dat de groepsrentebox alsnog wordt goedgekeurd, onder de voorwaarde dat hij op een of meerdere punten door Nederland wordt aangepast. Interessant is dat de Europese Commissie bij beschikking van 21 maart 2007Pb EG 2007, C 142, p. 6. ook de formele onderzoeksprocedure heeft geopend met betrekking tot het Hongaarse regime van de groepsrenteaftrek, dat in hoge mate vergelijkbaar is met de groepsrentebox. Bij lezing van laatstgenoemde beschikking valt namelijk op dat de Europese Commissie bij de beoordeling van de vraag of het Hongaarse regime van de groepsrenteaftrek moet worden aangemerkt als een verboden steunmaatregel, het optionele karakter daarvan mede in aanmerking neemt, terwijl in de beschikking van 7 februari 2007 het optionele karakter van de groepsrentebox in het geheel niet wordt genoemd. De vraag doet zich derhalve voor of de Europese Commissie zich inmiddels ook ten aanzien van de groepsrentebox op het standpunt stelt dat het optionele karakter daarvan onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt en zo ja, welke gevolgen dit eventueel heeft voor de fiscale behandeling van groepsrente in Nederland.