NTFR 2014/1807 - Poolse dividendbelasting ter zake van beleggingsfondsen in derde landen strijdig met vrijheid van kapitaalverkeer
Aflevering 28, gepubliceerd op 10-07-2014 met annotatie van mr. dr. E. NijkeuterHet in de VS gevestigde beleggingsfonds Emerging Markets Series of DFA Investment Trust Company ontvangt in 2005 en 2006 dividenden uit Polen waarop een forfaitair bedrag van 19% aan vennootschapsbelasting is ingehouden, dat vervolgens verlaagd wordt naar 15% op grond van het Pools-Amerikaanse belastingverdrag. Het Amerikaanse beleggingsfonds verzoekt om verlaging van de Poolse belasting naar nihil, omdat in Polen gevestigde beleggingsfondsen van dergelijke belastingheffing zijn vrijgesteld. Dit verzoek wordt door de Poolse belastingdienst afgewezen. De Poolse rechter stelt vervolgens prejudiciële vragen over de Poolse regeling. Het Hof van Justitie EU oordeelt dat op deze casus de vrijheid van kapitaalverkeer van toepassing is, omdat de Poolse regeling geen onderscheid maakt naar het soort participatie. Vervolgens bepaalt het Hof dat sprake is van een beperking van de vrijheid van kapitaalverkeer. Hoewel de Poolse regeling al voor 31 december 1993 bestond, is de 'stand still'-bepaling niet van toepassing, omdat de regeling op de voornaamste punten niet ongewijzigd is gebleven. Het Hof gaat na of het verschil in behandeling betrekking heeft op situaties die niet objectief vergelijkbaar zijn, of wordt gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang. Volgens het Hof moet bij de vergelijkbaarheid alleen gekeken worden naar het niveau van het beleggingsinstrument en moet geen rekening worden gehouden met fiscale situaties van hun deelgerechtigden. Er bestaat dan alleen onderscheid naar vestigingsplaats. Dat niet-ingezeten beleggingsfondsen niet onder de regeling van icbe's vallen, acht het Hof eveneens niet relevant. Bij de noodzaak om de doeltreffendheid van de fiscale controles te waarborgen, merkt het Hof op dat de icbe-richtlijn niet ziet op belastingzaken. De Poolse belastingautoriteiten hebben op grond van het Pools-Amerikaanse belastingverdrag de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen die voor de toepassing van de regeling noodzakelijk blijken te zijn, De verwijzende rechter moet onderzoeken of dit daadwerkelijk mogelijk is. De noodzaak om de samenhang van het belastingstelsel te waarborgen wijst het Hof af, omdat er geen rechtstreeks verband is tussen de vrijstelling van bronbelasting en de belasting bij de deelgerechtigden. Ook de verdeling van de heffingsbevoegdheid en het behoud van de belastingopbrengsten als rechtvaardigingsgronden, wijst het Hof af. De werking van het arrest kan niet in de tijd worden beperkt.