Aflevering 36

Gepubliceerd op 7 september 2017

NTFR 2017/2169 - No Taxation without Representation

Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017 geschreven door prof. dr. P.H.J. Essers
Al in de Magna Carta van 1215 is het beginsel geformuleerd dat er slechts belasting mag worden geheven indien degenen die deze belasting moeten dragen daarmee via hun vertegenwoordigers hebben ingestemd: No Taxation without Representation. Veel machthebbers uit het verleden die zich niet aan dit beginsel hielden, hebben dit moeten bezuren.Zie ook Ferdinand H.M. Grapperhaus, Belasting, vrijheid en eigendom; hoe belastingheffing leidde tot meer zeggenschap voor burgers en meer eenheid tussen staten 511-1787, De Walburg Pers/Kluwer, Zutphen/Deventer, 1989 en van dezelfde auteur, Bescherming, beroving, belasting; In tienduizend jaar van embryonale naar volwassen belastingheffing, Kluwer, Deventer, 2002, p. 71-73. Denk maar aan de invoering van de Tiende Penning door Alva in 1569, die een belangrijke aanjager was van de Tachtigjarige Oorlog,Ferdinand H.M. Grapperhaus, Alva en de Tiende Penning, De Walburg Pers/Kluwer, Zutphen/Deventer, 1982. de Franse revolutie van 1789, waarin de zogenoemde Taille, een soort grondbelasting tijdens het Ancien Régime die vooral moest worden opgebracht door de Franse boeren,Zie onder meer C. Stephenson, The Origin and Nature of the ‘Taille’, La Revue Belge de Philologie et d’Histoire, tome 5, fasc. 4, 1926, blz. 801-870 en Betty Behrens, Nobles, Privileges and Taxes in France at the end of the Ancien Régime, The Economic History Review, New Series, Vol. 15, No. 3 (1963), p. 451-475. een rol speelde en de opstand van de Belgen tegen Nederland in 1830, waarin de belasting op vlees (‘het geslacht’) en brood (‘het gemaal’) door de Belgische opstandelingen werd gebruikt om de Belgische bevolking op te stoken tegen koning Willem I.Vergelijk onder meer Anne Doedens, Breuklijnen in het Verenigd Koninkrijk; protest over grenzen heen, Algemeen-Nederlands Verbond, 2016 (http://www.anv.nl/wp-content/uploads/2016/03/Anne-Doedens-Breuklijnen-in-het-Verenigd-Koninkrijk.pdf), p. 11-13; Lode Wils, Een nieuw portret van koning Willem I, WT (tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging) 2015/4, blz. 14 en van dezelfde auteur, Het Verenigd Koninkrijk van koning Willem I (1815-1830) en de natievorming, BMGN (Low Countries Historical Review), 112 (1997), aflevering 4, p. 507. Zie echter ook: Els Witte, Het verloren Koninkrijk; Het harde verzet van de Belgische Orangisten tegen de revolutie 1828-1850; De Bezige Bij, Amsterdam/Antwerpen, 2015. Ook de totstandkoming van de Verenigde Staten staat in direct verband met dit beginsel. In 1773 kwamen de kolonisten in Noord-Amerika in opstand tegen het moederland Engeland omdat zij Engelse belastingen, waaronder importheffingen op thee, moesten betalen zonder dat zij een stem hadden in het Britse parlement. Dit leidde tot de beroemde Boston Tea Party, waarin de ladingen thee van drie Engelse schepen werden vernield.

NTFR 2017/2170 - Door commandiet in besloten scheepvaart-cv ontvangen verkoopprovisie valt onder tonnageregime

ECLI:NL:HR:2017:1236, datum uitspraak 07-07-2017, publicatiedatum 07-07-2017
Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017 met annotatie van mr. F. van Horzen
Belanghebbende is commandiet in een besloten scheepvaart-cv die transparant is voor de VPB. Het mede door haar geëxploiteerde zeeschip is via een scheepsmakelaar verkocht, die daarvoor 3% van de prijs heeft ontvangen. Daarvan heeft de makelaar een derde (€ 56.250) aan belanghebbende betaald voor werkzaamheden die belanghebbende ten behoeve van de verkoop heeft gedaan. In geschil is of de verkoopprovisie onder de tonnageregeling (art. 3.22 Wet IB 2001) valt voor de scheepsexploitatiewinst van de vennoten. Hof Arnhem-Leeuwarden (8 september 2015, nr. 14/01191, NTFR 2015/2871) heeft die vraag ontkennend beantwoord. Volgens de Hoge Raad echter ten onrechte. De Hoge Raad stelt voorop dat de werkzaamheden waarvoor belanghebbende de verkoopprovisie heeft ontvangen alleen dan kunnen leiden tot winst uit zeescheepvaart, indien en voor zover de werkzaamheden in eigen beheer door de belastingplichtige zelf worden verricht, dat wil zeggen binnen de eigen onderneming van de belastingplichtige. De vergoeding voor de desbetreffende werkzaamheden door de belastingplichtige behoeft in een geval als dit echter niet te zijn genoten in haar hoedanigheid van commanditair vennoot. Het oordeel van het hof dat de werkzaamheden die belanghebbende in verband met de verkoop van het schip heeft verricht, en waarvoor zij de verkoopprovisie heeft ontvangen, direct samenhangen met de exploitatie van het schip, acht de Hoge Raad cassatieproof. Nu de door belanghebbende in verband met de verkoop van het schip verrichte werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden in het kader van een andere onderneming van belanghebbende dan haar scheepvaartonderneming, dient de verkoopprovisie te worden aangemerkt als winst uit zeescheepvaart. De verkoopprovisie, die belanghebbende ontving voor haar bemoeienis met de vervreemding van het schip, heeft betrekking op door haar feitelijk verrichte werkzaamheden, zodat er sprake is van een voordeel dat is verkregen met in eigen beheer zelf verrichte werkzaamheden. De verkoopprovisie valt daarom onder het tonnageregime.

NTFR 2017/2180 - Kennisdocument Wtl

Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het ‘Kennisdocument Wtl’ gepubliceerd. In deze brochure zijn vragen en antwoorden opgenomen met betrekking tot de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De Wtl voorziet in drie soorten tegemoetkomingen voor werkgevers (en dient daarmee ter vervanging voor de premiekortingen arbeidsgehandicapte werknemer en oudere werknemer):

NTFR 2017/2190 - Hof keert ten onrechte bewijslast om bij aftrek van artikel 37-btw

ECLI:NL:PHR:2017:725, datum uitspraak 12-07-2017, publicatiedatum 11-08-2017
Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017 met annotatie van mr. A.J. Blank
Belanghebbende is medio 2000 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak gestart. De activiteiten van de onderneming bestaan uit werkzaamheden in de bouw. Vanaf eind 2002 is belanghebbende zich gaan bezighouden met het aannemen van werken, bestaande uit het splitsen en renoveren van panden.

NTFR 2017/2191 - Na schending verdedigingsbeginsel moet verwijzing volgen

ECLI:NL:PHR:2017:724, datum uitspraak 12-07-2017, publicatiedatum 11-08-2017
Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017 met annotatie van mr. A.J. Blank
X2 is medio 2000 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak gestart. De activiteiten van de onderneming bestaan uit werkzaamheden in de bouw. Vanaf eind 2002 is X2 zich gaan bezighouden met het aannemen van werken, bestaande uit het splitsen en renoveren van panden. De eenmanszaak is met ingang 1 januari 2005 ingebracht in belanghebbende.

NTFR 2017/2192 - Glencore: vertragingsrente verschuldigd bij btw-teruggaaf buiten redelijke termijn

Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
Glencore heeft verzocht om teruggaaf van ongeveer € 12,4 miljoen voor de maand september 2011. De Hongaarse belastingdienst heeft naar aanleiding van dit verzoek een controle ingesteld. Gedurende de controle heeft de Hongaarse belastingdienst Glencore diverse keren verzocht bepaalde gegevens te verstrekken. Aan Glencore zijn diverse boetes opgelegd in verband met de late beantwoording van enkele van die verzoeken. Uiteindelijk wordt een deel van de btw-teruggaaf verleend. Glencore claimt vertragingsrente voor de periode tussen 4 december 2011 – de datum waarop de wettelijke termijn voor teruggaaf eindigde – en 13 november 2013. De verwijzende rechter legt de vraag voor of Glencore recht heeft op vertragingsrente.

NTFR 2017/2193 - Commentaar NOB op internetconsultatie Aanscherping definitie geneesmiddelen voor de btw

Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017
De Hoge Raad heeft op 11 november 2016 beslist dat het verlaagde btw-tarief van 6% voor geneesmiddelen van toepassing is op tandpasta met fluoride en zonnebrandmiddel met UV-A- en/of UV-B-filter (zie HR 11 november 2016, nrs. 15/03115 en 15/03118, NTFR 2016/2728 en NTFR 2017/463, Opinie van Van Huijgevoort). De staatssecretaris van Financiën heeft naar aanleiding van dit arrest op 17 juli 2017 een conceptwetsvoorstel ter consultatie voorgelegd (zie NTFR 2017/2115) waarin het vereiste van een handelsvergunning wordt geïntroduceerd. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft op 14 augustus gereageerd op deze internetconsultatie Aanscherping definitie geneesmiddelen voor de btw.

NTFR 2017/2194 - Reactie RB op ter consultatie voorgelegde conceptwetsvoorstel inzake aanscherping van de definitie van geneesmiddelen voor de btw

Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017
Op 11 november 2016 heeft de Hoge Raad beslist dat het verlaagde btw-tarief van 6% voor geneesmiddelen van toepassing is op tandpasta met fluoride en zonnebrandmiddel met UV-A- en/of UV-B-filter. Zie daarvoor HR 11 november 2016, nrs. 15/03115 en 15/03118, NTFR 2016/2728 en NTFR 2017/463 , Opinie van Van Huijgevoort). Naar aanleiding van dit arrest heeft de staatssecretaris van Financiën op 17 juli 2017 een conceptwetsvoorstel ter consultatie voorgelegd (NTFR 2017/ 2115) waarin het vereiste van een handelsvergunning wordt geïntroduceerd. Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft op 10 augustus 2017 een persbericht uitgebracht waarin wordt gereageerd op het ter consultatie voorgelegde conceptwetsvoorstel inzake deze ‘aanscherping van de definitie van geneesmiddelen voor de btw’. Het RB geeft daarin aan begrip te hebben voor het streven van de staatssecretaris van Financiën om onduidelijkheid rond het begrip ‘geneesmiddel’ in de btw te voorkomen. Het RB plaatst echter ook enige opmerkingen bij het conceptwetsvoorstel. Volgens het RB is het maar de vraag of de nu voorgestelde regels de gewenste uitkomst opleveren. In haar reactie gaat het RB uitgebreid in op de reikwijdte van de post en fiscale neutraliteit, de voorwaardelijke handelsvergunning en de geschorste c.q. gewijzigde handelsvergunning.

NTFR 2017/2208 - Antwoorden op Tweede Kamervragen over Nederlandse rol in internationale structuren multinationals

Aflevering 36, gepubliceerd op 07-09-2017
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt vragen van het Tweede Kamerlid Leijten (SP) over een bericht dat Nederland wereldwijd het belangrijkste knooppunt voor belastingconstructies is. Het verrast hem niet dat Nederland veelvuldig als tussenschakel voorkomt in bedrijfsstructuren met belastingparadijzen. Nederland is mede door zijn nationale wetgeving en door zijn verdragennetwerk ook een aantrekkelijk land voor schakelvennootschappen. In zijn antwoorden gaat de staatssecretaris verder in op – de conclusies die kunnen worden getrokken uit – het onderzoek dat aan het bericht ten grondslag ligt, op het (fiscale) vestigingsklimaat van Nederland en het ongewenst gebruik dat hiervan kan worden gemaakt en op de (grote) stappen die in korte tijd in internationaal verband zijn gezet om internationale belastingontwijking tegen te gaan. Omdat het onderzoek ziet op het jaar 2015 hebben deze ontwikkelingen nog maar een beperkt effect kunnen hebben op de onderzoeksuitkomsten. Nu de implementatie van alle internationale afspraken tegen belastingontwijking in volle gang is, ziet de staatssecretaris op dit moment geen rol voor zichzelf weggelegd in een nader onderzoek naar de offshore-structuren van multinationals.