Aflevering 42

Gepubliceerd op 19 oktober 2017

NTFR 2017/2553 - Art. 10a Wet VPB 1969 gerepareerd

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
In het Belastingplan 2018Kamerstukken II, 2017-2018, 34 785. wordt een wijziging voorgesteld van art. 10a, lid 3, onderdeel a, Wet VPB 1969. Deze wijziging beoogt de zogenoemde dubbele zakelijkheidstoets – zowel de schuld als de rechtshandeling bedoeld in die bepaling moeten zakelijk zijn voor het leveren van tegenbewijs – te herstellen c.q. veilig te stellen. In zijn arrest van 21 april 2017, nr. 16/03669, NTFR 2017/1033Met commentaar van A.J. van den Bos. had de Hoge Raad de dubbele zakelijkheidstoets praktisch gesproken buiten werking gesteld voor het geval waarin de schuld in feite was aangegaan bij een derde. De voorgestelde reparatie van art. 10a, lid 3, onderdeel a, Wet VPB 1969 beoogt deze uitkomst van NTFR 2017/1033 ongedaan te maken. In deze opinie plaats ik enkele kanttekeningen bij dit voornemen.

NTFR 2017/2556 - Pakket Belastingplan 2018 is volgens het RB te versnipperd

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
In een persbericht van 4 oktober 2017 met bijbehorende notities laat het Register Belastingadviseurs (RB) weten dat de voorstellen die op Prinsjesdag zijn uitgebracht te wensen over laten. De voorzitter stelt dat het totaalpakket erg versnipperd is. Ondanks de demissionaire staat van het kabinet waren er volgens hem echt wel meer punten die konden worden opgepakt. Het RB plaatst ook kritische noten bij de voorstellen die zijn uitgewerkt.

NTFR 2017/2557 - Kostenvergoeding bij herziening van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van mr. N. ten Broek
Verzoekster is het niet eens met haar voorlopige aanslag IB 2016. Haar belastingadviseur dient met een elektronisch formulier een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag in. Naar aanleiding daarvan heeft de Belastingdienst de voorlopige aanslag verminderd. Vervolgens heeft de belastingadviseur de Belastingdienst gevraagd verzoekster een kostenvergoeding toe te kennen voor de kosten van de rechtskundige bijstand die hij aan verzoekster heeft verleend inzake de herziening van de voorlopige aanslag. De Belastingdienst heeft dit verzoek om kostenvergoeding afgewezen. Verzoekster klaagt hier via haar belastingadviseur over.

NTFR 2017/2558 - Kosten van interest rate swap niet aftrekbaar als kosten eigen woning (art. 81 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2017:2612, datum uitspraak 13-10-2017, publicatiedatum 13-10-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
Per juli 2008 heeft belanghebbende de financiering van zijn panden (deel eigen woning en deel box 3) gewijzigd. Met bank A sluit belanghebbende een renteswap (IRS). De hoofdsom bedraagt € 7 miljoen. Bank A betaalt belanghebbende op grond van de renteswap de variabele rente ad één maand Euribor, en belanghebbende betaalt een vaste rente van 4,460% aan bank A. Met bank B sluit belanghebbende een lening van € 7 miljoen. Een deel van de lening wordt ter beschikking gesteld aan zijn vennootschappen. Hof Amsterdam (10 januari 2017, nr. 16/00039, NTFR 2017/901) heeft geoordeeld dat Rechtbank Noord-Holland (30 december 2015, nr. 14/4757, NTFR 2016/552), door de IRS-kosten tot de kosten ‘eigen woning’ te rekenen, aan die kosten een te ruime uitleg heeft gegeven. De IRS-kosten zijn op zichzelf immers geen renten van schulden, dan wel daaronder te begrijpen kosten van geldleningen; zij bestaan uit het saldo van een door de bank aan belanghebbende verschuldigde variabele premie op basis van de variabele Euribor-rente (in 2009 € 24.879) en een door belanghebbende aan de bank verschuldigde vaste premie op basis van een per 1 juli 2008 geldende vaste rente van 4,67% (in 2009 € 51.542), berekend over een fictieve hoofdsom van € 2.300.000 vanaf 1 juli 2008 en van € 1.052.000 vanaf november 2009. De IRS-kosten zijn overigens evenmin aan te merken als periodieke betalingen op grond van de rechten van erfpacht, opstal en beklemming tot de eigen woning. Tussen de eigenwoningschuld en de IRS ontbreekt naar het oordeel van het hof een zodanige samenhang dat zij als één geheel zouden moeten worden beschouwd.

NTFR 2017/2559 - Conceptbesluit voor wijziging art. 22 Uitv.besl. IB 2001

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
De staatssecretaris van Financiën heeft het conceptbesluit tot wijziging van art. 22 Uitv.besl. IB 2001aan de Eerste Kamer en Tweede Kamer gestuurd. In art. 22, lid 2, onderdelen h en k, en lid 5, onderdeel c, Uitv.besl. IB 2001 wordt verwezen naar onderdelen van art. 5.10 Wet IB 2001. Door de Fiscale verzamelwet 2015 is art. 5.10 Wet IB 2001 gewijzigd per 1 januari 2016. De verwijzingen in art. 22 Uitv.besl. IB 2001 worden alsnog en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016 aangepast.

NTFR 2017/2560 - In goede justitie vaststelling door hof van persoonsgebonden aftrek voor woningaanpassingen volgens A-G Niessen niet inzichtelijk

ECLI:NL:PHR:2017:914, datum uitspraak 05-09-2017, publicatiedatum 22-09-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van mr. J.A.W. Vrolijks
Erflater was ten gevolge van diverse lichamelijke aandoeningen slechts in staat zeer korte afstanden te lopen en verplaatste zich voor het overige in een rolstoel. Vanwege die beperking heeft hij in 2008 en 2009 aanpassingen laten verrichten aan zijn woning ten bedrage van € 559.874,04. Erflater heeft op grond van de Wet Voorzieningen Gehandicapten van de gemeente een tegemoetkoming ontvangen van € 103.429,27. De woning is door de verbouwing in waarde gestegen. Erflater en zijn weduwe hebben op grond van art. 2.17 Wet IB 2001 gekozen voor een 50%-50%-verdeling van de persoonsgebonden aftrek. Erflater heeft vanwege die aanpassingen in zijn aangifte IB/PVV 2008 een bedrag van € 110.471 aan specifieke zorgkosten aangegeven.

NTFR 2017/2561 - Door ‘financial trading company’ afgenomen diensten zijn niet vrijgesteld

ECLI:NL:HR:2017:2598, datum uitspraak 13-10-2017, publicatiedatum 13-10-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van mr. A. Vroon
Belanghebbende is als ‘financial trading company’ en ‘market maker’ lid van diverse buitenlandse beurzen. Voor het handelen op beurzen waarvan zij geen lid is, maakt zij gebruik van de diensten van een prime broker. In het kader van haar handelsactiviteiten koopt belanghebbende diverse diensten in bij de beurzen waarvan zij lid is alsmede bij de prime broker. Volgens belanghebbende heeft de inspecteur ten onrechte omzetbelasting van haar nageheven omdat de diensten volgens haar zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Hof Amsterdam (29 september 2015, nr. 15/00074, NTFR 2016/394) heeft belanghebbende echter in het ongelijk gesteld. De Hoge Raad is het daarmee eens. De cassatierechter zet onder meer uiteen dat:

NTFR 2017/2565 - Mercedes-Benz FSUK: leaseovereenkomst met koopoptie enkel btw-levering als uitoefening koopoptie enige economisch rationele keuze is

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van prof. mr. dr. R.A. Wolf
Mercedes-Benz Financial Services UK (‘Mercedes-Benz’) stelt auto’s ter beschikking aan klanten op grond van diverse standaard leaseovereenkomsten. Eén daarvan is de ‘Agility’-standaardovereenkomst. Deze overeenkomst bepaalt dat de lessee voor de duur van de lease maandelijkse termijnen betaalt. Opgeteld bedragen deze maandelijkse termijnen gezamenlijk circa 60% van de verkoopprijs van de auto. Aan het einde van de leasetermijn kan de lessee een koopoptie uitoefenen. Indien hij ervoor kiest de koopoptie uit te oefenen, is hij nog circa 40% van de verkoopprijs verschuldigd. Deze ‘overnameprijs’ is een schatting van de gemiddelde restwaarde van het voertuig aan het einde van de looptijd van de leaseovereenkomst. De verwijzende rechter vraagt zich af of de ‘Agility’-overeenkomst vergelijkbaar is met huurkoop en dus voor de btw als levering kwalificeert.

NTFR 2017/2566 - SMS group: recht op btw-aftrek voor ingevoerde goederen die uiteindelijk niet gebruikt worden

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
SMS Meer, onderdeel van de Duitse SMS group, heeft een overeenkomst gesloten met een Oostenrijkse koper voor de levering van een installatie voor staalbewerking. SMS Meer heeft in dit kader een onderaannemingsovereenkomst gesloten met het Turkse bedrijf Asmas voor de levering van machines die SMS Meer nodig had voor de productie van de installatie voor staalbewerking. Op dat moment had de koper van SMS Meer enkel een voorschot van circa € 2 miljoen betaald. Vervolgens is de uitvoering van de overeenkomst op verzoek van de koper – die in financiële moeilijkheden verkeerde – geschorst.

NTFR 2017/2567 - Beëindiging verruimde toepassing koepelvrijstelling

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 geschreven door mr. M. Soltysik
In zijn brief geeft de staatssecretaris van Financiën aan dat het beleid inzake de verruimde toepassing van de koepelvrijstelling bij gemeentelijke samenwerkingen wordt beëindigd met ingang van 1 januari 2018. De regeling is volgens de staatssecretaris namelijk in strijd met de Btw-richtlijn. Hij hanteert daarbij een overgangsregeling tot 1 januari 2018 zodat betrokken gemeenten hun administratie en contracten kunnen aanpassen.

NTFR 2017/2568 - Naheffingsaanslag glazenwasser niet willekeurig (art. 81 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2017:2606, datum uitspraak 13-10-2017, publicatiedatum 13-10-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
Belanghebbende heeft in de periode 1 januari 2006 t/m 31 december 2007 nihilaangiften gedaan voor de omzetbelasting. Naar aanleiding van mogelijke uitkeringsfraude en het opzettelijk niet doen van aangiften omzetbelasting is, nadat de FIOD-ECD had besloten tot een fiscale (administratiefrechtelijke) afdoening van het onderzoek naar belanghebbende, door de inspecteur een boekenonderzoek ingesteld bij belanghebbende. Een conclusie was dat belanghebbende in elk geval vanaf 2006 als ondernemer glazenwassersactiviteiten heeft verricht. Belanghebbende heeft echter geen inkomsten aangegeven uit deze, of daarmee samenhangende, activiteiten.

NTFR 2017/2571 - Hof hanteert onjuist arrest bij afspraken over aanhouding KB-Luxzaken

ECLI:NL:HR:2017:2600, datum uitspraak 13-10-2017, publicatiedatum 13-10-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van mr. R.B.H. Beune
Erflaatster is over een reeks van jaren aangeslagen voor een verzwegen KB-Luxrekening. Daartegen is op 30 januari 2003 bezwaar aangetekend. De erven hebben ingestemd met aanhouding van alle bezwaren ‘totdat op de procedures die J zal voeren onherroepelijk is beslist’. De inspecteur heeft met dagtekening 20 juni 2013 uitspraken gedaan op alle bezwaren en de rechtbank heeft op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan. Volgens Hof Amsterdam (3 januari 2017, nrs. 14/00713 t/m 14/00737, NTFR 2017/866) hebben de erven geen recht op een immateriëleschadevergoeding, omdat de periode tussen 30 januari 2003 en 28 september 2012 (datum arrest Hoge Raad met nummer 11/05099) buiten aanmerking blijft. In cassatie wordt er terecht geklaagd dat het hof is uitgegaan van de datum 28 september 2012, omdat het eindarrest in de J-zaken van 26 februari 2010, nr. 43.050bis, NTFR 2010/1006 is. De Hoge Raad is het daarmee eens.

NTFR 2017/2573 - A-G Wattel concludeert tot terugwijzing in onduidelijke zaak over afgeboekte invorderingsrente: wel of geen voor bezwaar vatbare beschikking?

ECLI:NL:PHR:2017:908, datum uitspraak 31-08-2017, publicatiedatum 15-09-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 met annotatie van mr. A.A. Fase
Aan belanghebbende is in 2005 een navorderingsaanslag IB/PVV 2002 opgelegd. Hij heeft in april 2012 deels betaald. De ontvanger heeft die betaling in de eerste plaats afgeboekt op de verschenen invorderingsrente en de rest op de belastingschuld; hij heeft belanghebbende een acceptgirokaart gestuurd met een ongespecificeerd nog openstaand bedrag en zonder rechtsmiddelverwijzing. Tussen belanghebbende en de ontvanger is een onoverzichtelijke correspondentie ontstaan over nog openstaande bedragen en in rekening gebrachte invorderingsrente. Na die eerste betaling heeft belanghebbende nog diverse acceptgiro’s ontvangen en betaald. In geschil is of de ontvanger een beschikking ex art. 30, lid 1, IW 1990 heeft genomen waartegen bezwaar en beroep open staat. Zo ja, is het afgeboekte rentebedrag verschuldigd? Zo nee, is dan de burgerlijke rechter bevoegd?

NTFR 2017/2574 - Ontbreken van één op de zaak betrekking hebbend stuk blijft zonder rechtsgevolgen (art. 81 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2017:2609, datum uitspraak 13-10-2017, publicatiedatum 13-10-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
Belanghebbende is geïdentificeerd als rechthebbende op tegoeden bij Van Lanschot Bankiers te Luxemburg, volgens Hof Den Bosch (12 januari 2017, nrs. 10/00626, 10/00633 t/m 10/00635, NTFR 2017/1097) terecht. Anders dan zijn geheimhoudingskamer, is het hof van oordeel dat de inspecteur wél de gegevens ter onderbouwing van de berekening van het geschatte saldogroeipercentage van 23,5% heeft overgelegd. Hetgeen de geheimhoudingskamer hierover heeft overwogen, heeft het hof als kennelijke misslagen gezien. Alsdan ontbrak nog maar één stuk in de zin van art. 8:42 Awb, namelijk een ‘checklist’. Het hof achtte het ontbreken van de checklist van zodanig geringe betekenis dat het hof daaraan geen rechtsgevolgen heeft verbonden. Het hof oordeelde voorts dat de navorderingsaanslagen voldoende voortvarend zijn opgelegd, dat de inspecteur de navorderingsaanslagen terecht met omkering van de bewijslast heeft vastgesteld en dat de schatting redelijk is. De inspecteur heeft inzichtelijk gemaakt hoe het correctiepercentage van 23,5% is berekend. De boeten zijn door het hof wegens overschrijding van de redelijke termijn gematigd.

NTFR 2017/2576 - Gevolgen VS FATCA; laatste stand van zaken

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
In deze brief informeert de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer over de laatste stand van zaken omtrent FATCA. De Amerikaanse belastingdienst IRS heeft op 25 september jl. bekend gemaakt dat het enkel ontbreken van een zogenoemd Taxpayer Identification Number/ Social Security Number (TIN/SSN) in de rapportages over bestaande klanten die belastingplichtig zijn in Amerika, tot 2020 niet zal leiden tot een sanctie voor banken. Dit geldt alleen als de banken wel voldoende inspanningen verrichten om dit nummer te verkrijgen en te rapporteren. Verder zal vanaf 1 oktober 2017 een aantal procedure-aanpassingen gaan plaatsvinden om de TIN/SSN-aanvraagprocedure voor (onder meer) Nederlanders met de Amerikaanse nationaliteit te vereenvoudigen en vooral te verkorten. Hierdoor wordt verwacht dat de aanvraagprocedure voor ongeveer 80% van de gevallen tot ongeveer één maand verkort zal worden.

NTFR 2017/2577 - Europese Commissie publiceert mededeling over belastingheffing in een digitale economie

Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de Wilde
De Europese Commissie heeft op 21 september 2017 een mededeling gepubliceerd met als titel ‘A Fair and Efficient Tax System in the European Union for the Digital Single Market’. Met deze mededeling lanceert de Europese Commissie een agenda om de heffing van winstbelasting te hervormen in verband met de digitale economie. Uit onderzoek blijkt namelijk dat internetbedrijven tot de helft minder belasting betalen dan traditionele bedrijven. Er moeten internationale oplossingen worden gevonden om tot een eerlijke en effectieve belastingheffing te komen. Een belangrijke mijlpaal is de G20 in het voorjaar van 2018 waar de OESO over dit onderwerp een tussenrapport zal presenteren.

NTFR 2017/2583 - Inspecteur is niet bevoegd te toetsen of opleidingen voldoen aan WEB (zie ook NTFR 2017/2401)

ECLI:NL:HR:2017:2597, datum uitspraak 13-10-2017, publicatiedatum 13-10-2017
Aflevering 42, gepubliceerd op 19-10-2017
Belanghebbende heeft een afdrachtvermindering onderwijs geclaimd. Volgens de inspecteur ten onrechte. Hof Den Haag (26 oktober 2016, nrs. 16/00041 en 16/00042) heeft geoordeeld dat de inspecteur bevoegd is om te beoordelen of de door de werknemers van belanghebbende gevolgde opleidingen voldoen aan de vereisten van de WEB. Dat oordeel is onjuist. De Hoge Raad verwijst naar zijn arrest van 22 september 2017, nr. 16/03857, NTFR 2017/2401.