Aflevering 50

Gepubliceerd op 13 december 2018

NTFR 2018/2813 - Preferente aandelen: stiefkindje van het aanmerkelijk belang

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 geschreven door mr. dr. J. Ganzeveld
Preferente aandelen hebben een hybride karakter. Civielrechtelijk is sprake van aandelenkapitaal, maar veelal is de vergoeding op de preferente aandelen een bepaald (vast) percentage uit de winst en is er een preferentie ten opzichte van de houders van gewone aandelen voor de vergoeding en de (beperkte) gerechtigdheid tot het vermogen bij liquidatie van de vennootschap. In het algemeen delen preferente aandelen verder niet mee in de overwinst. Het karakter van de aandelen gaat dan bedrijfseconomisch richting vreemd vermogen.

NTFR 2018/2815 - Vragen beantwoord over Fiscale moties en toezeggingen Tweede Kamer

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op vragen en opmerkingen over zijn brief over Fiscale moties en toezeggingen Tweede Kamer (NTFR 2018/2174). In de reactie komen aan de orde de invorderingsregelgeving en de invulling van de begrippen ‘vermogen’ en ‘betalingscapaciteit’, de positie van in Europa wonende Amerikaanse staatsburgers, de toelatingsexamens beroepsonderwijs vrijstelling btw en de box 3-rendementen.

NTFR 2018/2816 - Schriftelijke vragen over de 22e halfjaarsrapportage, het Jaarplan 2019 en de wervingsbrief beantwoord

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer over de 22e halfjaarsrapportage, het Jaarplan 2019 en de wervingsbrief. In zowel de antwoorden op vragen over de 22e halfjaarsrapportage als over het Jaarplan 2019 wordt, naast allerlei andere onderwerpen, aandacht besteed aan de behandeling van bezwaarschriften en aan de BelastingTelefoon. In dit item hebben wij in verband met de aandacht daarvoor in de vragen eveneens antwoorden op Tweede Kamervragen en een brief verwerkt over ontslagen bij de Belastingdienst in verband met integriteitschendingen.

NTFR 2018/2820 - Beantwoording Kamervragen over zonneauto

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 geschreven door mr. J. Rolleman
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat reageert mede namens de staatssecretaris van Financiën op de vragen van de leden Sienot (D66) en Remco Dijkstra (VVD) over het artikel ‘Lightyear in Helmond wil lage bijtelling zonne-auto’s’.

NTFR 2018/2821 - Nota naar aanleiding van het verslag Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten naar Eerste Kamer

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten vragen van de Eerste Kamer beantwoord. De plenaire behandeling van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer vindt plaats op 11 december 2018 en de stemmingen vinden plaats op 18 december 2018.

NTFR 2018/2822 - Hoge Raad formuleert rechtsregels inzake begrip 'deelnemingskosten'

ECLI:NL:HR:2018:2264, datum uitspraak 07-12-2018, publicatiedatum 07-12-2018
Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 met annotatie van mr. F. van Horzen
Belanghebbende heeft in april 2009 haar 46%-deelneming verkocht. In verband met de (voorgenomen) verkoop heeft de deelneming kosten gemaakt voor onder meer strategisch advies, consultancy, vendor due diligence, het opstellen van een koopovereenkomst, juridisch advies en een digitale dataroom, en die kosten doorberekend onder meer aan belanghebbende. In geschil is of belanghebbende een deel van de kosten van haar winst kan aftrekken of dat alle kosten niet-aftrekbare deelnemingskosten vormen. Hof Arnhem-Leeuwarden (31 januari 2017, nrs. 16/00228 en 16/00262, NTFR 2017/539) is van het laatste uitgegaan. De Hoge Raad zet uiteen dat:

NTFR 2018/2823 - Reactie RB op het Consultatiedocument implementatie ATAD2

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018
Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft in een schriftelijke reactie van 5 december 2018 gereageerd op het Consultatiedocument implementatie ATAD2. Zie voor de start van de consultatie NTFR 2018/2525. Het RB wijst erop dat, hoewel het voorstel vooral gevolgen heeft voor de praktijk van het grootbedrijf, het ook gevolgen heeft voor het MKB. Immers, ook belastingplichtigen in het MKB krijgen te maken met een onderzoeksplicht. Dat brengt volgens het RB mogelijk aanzienlijke extra administratieve lasten met zich mee. Het RB geeft daarom in overweging om een uitzondering in te voeren om het MKB te ontzien. Het RB vreest dat te strenge regels een slechtere fiscale concurrentiepositie tot gevolg zouden kunnen hebben. Het voorstel is volgens het RB ook erg complex. Aandachtspunt is het invullen van open normen om verschil in interpretatie te voorkomen.

NTFR 2018/2824 - Waardestijging aandelen door overlijden ongeneeslijk zieke erflaatster valt binnen bereik fictieve verkrijging

ECLI:NL:PHR:2018:1106, datum uitspraak 04-10-2018, publicatiedatum 19-10-2018
Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 met annotatie van mr. E. Alink
Deze zaak draait om de uitleg en toepassing van de fictieve verkrijging van art. 13a SW 1956. Het algemene uitgangspunt voor de heffing van erfbelasting is dat deze wordt geheven over de waarde van al wat krachtens erfrecht wordt verkregen. In dat kader speelt, bij de aanwezigheid van bepaalde familieverhoudingen, de fictieve verkrijging van art. 13a SW 1956. Deze wettelijke fictie komt erop neer dat indien de aandelen in een bv in waarde zijn gestegen door het overlijden van de erflater, de aandelen worden geacht door de aandeelhouder krachtens erfrecht te zijn verkregen. In dat geval worden de aandelen voor het bedrag van de bedoelde waardestijging in de erfbelasting in aanmerking genomen.

NTFR 2018/2828 - BNC-fiches

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 geschreven door mr. A. Vroon
De staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op Kamervragen die zijn gesteld over zogeheten BNC-fiches (Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen) die betrekking hebben op onder meer de heffing van omzetbelasting. Zijn antwoorden betreffen onder meer de Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude en de Richtlijn betreffende een definitief btw-systeem. In deze BNC-fiches geeft de regering een eerste oordeel over de voorstellen van de Europese Commissie.

NTFR 2018/2830 - Wetsvoorstel vliegbelasting naar de Raad van State

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018
Het kabinet heeft het wetsvoorstel vliegbelasting naar de Raad van State gestuurd. De tekst van het wetsvoorstel en het advies van de Raad van State worden naar verwachting in het voorjaar van 2019 openbaar, als het naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. De inwerkingtreding van het wetsvoorstel vliegbelasting vindt plaats op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit geeft de nodige flexibiliteit. Als in 2019 of 2020 blijkt dat er Europese afspraken over een vliegbelasting komen, hoeft een wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting niet in werking te treden.

NTFR 2018/2833 - Navordering mogelijk omdat belanghebbende ten aanzien van lucratieve vordering te kwader trouw is

ECLI:NL:HR:2018:2198, datum uitspraak 30-11-2018, publicatiedatum 30-11-2018
Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 met annotatie van mr. P.A. Caljé
Belanghebbende is ICT-manager. In het kader van de aankoop van een deelneming krijgt een beperkte groep van managers in 2005 de mogelijkheid om te participeren in een zogenoemde Profit Sharing Loan (PSL). Belanghebbende heeft het aanbod aanvaard en verkrijgt vijftien participaties tegen betaling van € 15.000. In 2011 is afgelost op de PSL en heeft belanghebbende voor zijn participaties € 1,6 miljoen ontvangen. In een eerste aangifte IB 2011 heeft belanghebbende het behaalde voordeel aangegeven als inkomsten uit overige werkzaamheden. In een tweede aangifte heeft hij deze inkomsten niet meer aangegeven. De aanslag IB 2011 is opgelegd overeenkomstig de tweede aangifte. De inspecteur heeft vervolgens een navorderingsaanslag opgelegd vanwege het voordeel dat belanghebbende heeft behaald met de participaties in de PSL. Hof Den Haag (7 november 2017, nr. 17/00390, NTFR 2017/2975) heeft geoordeeld dat belanghebbende bewust informatie aan de inspecteur heeft onthouden en dus te kwader trouw was, zodat navordering mogelijk is. Verder heeft het hof geoordeeld dat het voordeel moet worden aangemerkt als een resultaat uit een lucratieve vordering als bedoeld in art. 3.92b, lid 3, Wet IB 2001. Daarvoor is mede van belang dat deelname in de PSL slechts mogelijk was voor een beperkte groep van managers. De Hoge Raad onderschrijft de oordelen van het hof.

NTFR 2018/2841 - Belastingdienst wordt strenger voor brievenbusmaatschappijen

Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018 geschreven door prof. dr. J. Vleggeert
Staatssecretaris Menno Snel is op 22 november 2018 in een brief aan de Tweede Kamer nader ingegaan op de beoogde herziening van de internationale rulingpraktijk. Er komt een strengere norm waaraan belastingplichtigen moeten voldoen die een ruling met internationaal karakter vragen. In plaats van de huidige lijst met substance-eisen komt een vereiste van ‘economische nexus’ waaraan het concern in Nederland moet voldoen. Zo zal worden gekeken of de kosten die worden gemaakt in verhouding staan tot wat het bedrijf in Nederland doet. Het soort werk moet bovendien passen bij de geldstromen die er in een bedrijf omgaan. Daarnaast gaat de Belastingdienst scherper kijken naar het doel van de aanvraag van de ruling. Als het motief alleen is om Nederlandse óf buitenlandse belasting te besparen, zal geen ruling meer worden afgegeven. De maatregelen zouden per 1 juli 2019 beslag moeten krijgen.

NTFR 2018/2850 - Vergoeding voor uitgestelde levering onroerende zaak behoort tot maatstaf van heffing (art.81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2018:2276, datum uitspraak 07-12-2018, publicatiedatum 07-12-2018
Aflevering 50, gepubliceerd op 13-12-2018
Op 1 september 2015 heeft belanghebbende een koopovereenkomst gesloten inzake de koop van een perceel met verschillende opstallen. De opstallen zijn deels verhuurd en deels ontwikkeld tot appartementen. Er is een koopprijs overeengekomen van € 44.175.000, exclusief een nader vast te stellen verhoging voor verhuurkosten ten behoeve van twee huurders en het realiseren van appartementen. De levering is bepaald op 1 december 2015. Koper had het recht de levering uit te stellen tegen een vergoeding. Belanghebbende heeft de levering driemaal uitgesteld. Daarvoor is zij € 600.000 aan de verkoper verschuldigd. In geschil is of deze vergoeding van € 600.000 voor de uitgestelde levering onderdeel is van de maatstaf van heffing. Het hof (Hof Arnhem-Leeuwarden 20 maart 2018, nr. 17/00703, NTFR 2018/980) heeft die vraag bevestigend beantwoord. De stelling van belanghebbende dat de verkoper de vergoeding van € 600.000 eiste vanwege onderrentabiliteit van de onroerende zaak achtte het hof aannemelijk. Dit betekent echter niet dat de vergoeding om die reden niet tot de heffingsmaatstaf behoort, omdat de vergoeding als een rentevergoeding moet worden gezien. Het hof achtte het, nu de onroerende zaak (deels) een ontwikkellocatie was, aannemelijk dat de verkoper van mening was dat de onroerende zaak op 1 maart 2016 meer waard was dan op 1 december 2015. De onderrentabiliteit van de ontwikkelperiode zou dan namelijk drie maanden langer voor rekening komen van verkoper. Die waardestijging van de onroerende zaak bij een levering per 1 maart 2016 wilde de verkoper terugzien in de hoogte van de tegenprestatie en belanghebbende was bereid die hogere tegenprestatie te betalen. Onder die omstandigheden moet de vergoeding die is betaald voor uitstel van een levering tot de maatstaf van heffing worden gerekend.