NTFR 2010/1423 - De groepsrentebox is 'dood', lang leve de vermogensaftrek?
Aflevering 25, gepubliceerd op 24-06-2010 geschreven door mr. M.F. Nouwen en dr. J. van StrienRenteaftrek en heffing over rente in de vennootschapsbelasting zijn onderwerpen die de wetgevende macht al geruime tijd bezighouden en zoals het er nu naar uitziet nog wel enige tijd zullen bezighouden. Een belangrijke ontwikkeling op dit gebied is dat de Studiecommissie belastingstelsel in opdracht van het kabinet een voorstudie heeft verricht naar de verschillende scenario’s voor een mogelijke herziening van het Nederlandse belastingstelsel. Het rapport van de studiecommissie is op 7 april 2010 aan de minister van Financiën aangeboden onder de titel: Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel. Voor de vennootschapsbelasting stelt de studiecommissie een systeem voor van een vermogensaftrek (vergelijkbaar met het Belgische systeem), maar gecombineerd met een vermogensbijtelling. De studiecommissie geeft in haar agenda voor vervolgonderzoek aan dat het voorstel van een vermogensaftrek nog verder moet worden uitgewerkt.Bijlage bij Kamerstukken II,2000-2010, 32 140 nr. 4, Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel, Studiecommissie belastingstelsel, Den Haag, 7 april 2010, p. 131. In dit artikel besteden wij in paragraaf 5 aandacht aan en plaatsen wij kanttekeningen bij het door de studiecommissie voorgestelde systeem. Voordat wij hiertoe overgaan, wordt in paragraaf 2 kort ingegaan op het consultatiedocument van 14 juni 2009 en de brief van de staatssecretaris van Financiën van 5 december 2009.Het consultatiedocument van 14 juni 2009, Kamerstukken II, 2009-2010, 31 369, nr. 6 en de brief van 5 december 2009, Kamerstukken II, 2009-2010, 31 369, nr. 9 (de ‘5-decemberbrief’). Het consultatiedocument en deze brief zijn een vervolg op de brief van 15 december 2008, Kamerstukken II, 2008–2009, 31 369, nr. 5, waarin de staatssecretaris en de minister de Tweede Kamer berichtten over de stand van een onderzoek naar de verdeling van de vennootschapsbelastingdruk in Nederland en over het daarmee verband houdende thema van de behandeling van renteontvangsten en uitgaven in de vennootschapsbelasting. In respectievelijk paragraaf 3 en 4 gaan wij in op de theoretische achtergrond van een vermogensaftrek en het Belgische systeem van notionele interestaftrek. In paragraaf 6 zetten wij verschillende varianten van een vermogensaftrek tegen elkaar af. In paragraaf 7 gaan wij in op de vraag in hoeverre een vermogensaftrek kan worden aangemerkt als verboden staatssteun, schadelijke belastingconcurrentie of als strijdig met Europese verdragsvrijheden. In paragraaf 8 sluiten wij ons artikel af.