Aflevering 15

Gepubliceerd op 9 april 2020

NTFR 2020/961 - Fiscale strandgangers

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 geschreven door mr. W.E. Nent-Vroomen
Iedereen die het nieuws de afgelopen weken heeft gevolgd, weet dat de overheid meerdere maatregelen heeft genomen om de uitbraak van het coronavirus onder controle te krijgen. Zo is besloten dat mensen zo veel mogelijk binnen moeten blijven en afstand moeten houden tot elkaar. Die maatregelen zijn genomen om bepaalde groepen in onze samenleving te beschermen tegen de gevolgen van een besmetting. Het komt neer op solidariteit, op de zorg voor elkaar door het gezamenlijk naleven van door de overheid opgelegde maatregelen. Op de eerste mooie lentedag in het weekend na de afkondiging van deze maatregelen lapte een fors aantal Nederlanders de afspraken aan de spreekwoordelijke laars. De nieuwsbeelden van volle stranden en natuurparken spraken voor zich. Het leek wel of men dacht dat sprake was van een ‘coronavakantie’. Wat de reden was voor deze mensen om massaal op pad te gaan, laat ik graag in het midden. Duidelijk was echter wel dat individualistisch gedrag boven de solidariteitsgedachte ging.

NTFR 2020/963 - Digitaal procederen bij de belastingkamer van de Hoge Raad gaat van start

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 geschreven door mr. M.B. Weijers
Vanaf 15 april 2020 treedt digitaal procederen bij de belastingkamer van de Hoge Raad in werking. Dit is in het Inwerkingtredingsbesluit digitaal procederen in bestuursrechtelijke cassatieprocedures afgekondigd. Voor veel procespartijen betekent dit dat digitaal procederen verplicht wordt in zaken waarin de vorige instantie op of na 15 april 2020 uitspraak doet.

NTFR 2020/964 - Tweede Kamervragen beantwoord over inkomensongelijkheid

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de minister van Economische Zaken en Klimaat hebben Tweede Kamervragen beantwoord over de inkomensongelijkheid, die volgens een media-artikel door statistische keuzes kleiner lijkt dan ze is. De reden hiervoor zou zijn dat vermogenswinsten niet als inkomen worden gezien. De vragensteller vraagt zich af waarom dat zo is. De bewindslieden antwoorden dat er verschillende manieren zijn om inkomensongelijkheid te meten. De statistische conventies worden in internationaal verband vastgesteld. Daaruit volgt dat rentebetalingen worden afgetrokken van het inkomen en vermogenswinst niet wordt meegenomen. Voor vermogensfluctuaties geldt dat op deze wijze voor de inkomensstatistieken wordt aangesloten bij het resultaat uit de huidige productie van goederen en diensten. Vermogensfluctuaties, zoals stijging van de beurskoers of woningprijzen, hangen daarmee namelijk niet direct samen, en beïnvloeden dus alleen het vermogen. Verder komt in de beantwoording onder meer naar voren dat, anders dan een hoger inkomen, een hoger vermogen niet direct tot meer consumptiemogelijkheden leidt. Ook hangt de vermogensontwikkeling van huishoudens af van persoonlijke keuzes.

NTFR 2020/965 - Nadere informatie over uitstel van betaling voor ondernemers, g-rekeningen, uitstel heffing EB/ODE

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
Uitstel van betaling van belasting voor ondernemers is versoepeld. Dat geldt zowel voor het aantal belastingen waarvoor de tijdelijke regeling gaat gelden als voor de te vervullen formaliteiten. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën informeert de Tweede Kamer dat het aanvragen voor alle ondernemers eenvoudiger wordt, en dat het voor meer belastingen geldt. Het wordt voor kleine ondernemers makkelijker om langer dan drie maanden uitstel te krijgen. Ook geldt een versoepeling ten aanzien van de zogenoemde g-rekening.

NTFR 2020/967 - Compensatie voor zorgaanbieders van zorgverzekeraars

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
Zorgverzekeraars Nederland hebben de branche- en beroepsorganisaties in het zorgveld geïnformeerd over de continuïteitsbijdrage om zorgaanbieders financieel te helpen als zij inkomsten mislopen tijdens de coronacrisis. Zorgaanbieders die niet direct betrokken zijn bij de zorg voor coronapatiënten, kunnen in aanmerking komen voor een maandelijkse continuïteitsbijdrage. Op die manier worden zorgaanbieders gecompenseerd voor een lagere omzet als gevolg van de coronacrisis. Met de bijdrage kunnen ze onder meer hun vaste lasten blijven betalen, zoals personeels- en huisvestigingskosten. Zorgverzekeraars Nederland verwachten dat de continuïteitsbijdrage zal liggen tussen de 60 en 85% van de omzet die onder normale omstandigheden door zorgverzekeraars wordt vergoed.

NTFR 2020/968 - Waardevermindering landbouwgrond niet verrekenen met natuursubsidie functieverandering

ECLI:NL:PHR:2020:185, datum uitspraak 27-02-2020, publicatiedatum 13-03-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van drs. N.E. Vis
A-G Niessen heeft conclusie genomen in een zaak over de vragen (i) hoe de waardedaling van de landbouwgrond die zal veranderen in natuurterrein, en de daarmee samenhangende – wettelijk vrijgestelde – subsidie in aanmerking moeten worden genomen bij het bepalen van de belastbare winst; en (ii) wat een zakelijke verdeling is van de aan de maatschap toegekende subsidie tussen de maten.

NTFR 2020/972 - Handboek Loonheffingen 2020 gepubliceerd

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De Belastingdienst heeft het Handboek Loonheffingen 2020 gepubliceerd. In het nieuwe Handboek zijn de wijzigingen uit de nieuwsbrief Loonheffingen 2020 verwerkt. Het Handboek Loonheffingen is echter een leidraad voor de juiste afdracht van loonheffingen onder normale omstandigheden. Op vragen die opkomen als gevolg van het massaal thuiswerken om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan geeft het Handboek geen antwoorden. Zo staat in het Handboek dat de vaste reiskostenvergoeding onbelast doorbetaald mag worden tijdens maximaal zes aaneengesloten weken waarin de werknemer afwezig is. Vooralsnog geldt dit ook voor een periode waarin een werknemer langdurig thuiswerkt, zoals nu met de coronacrisis. Na deze periode kunnen werkgevers ervoor kiezen de onbelaste reiskostenvergoeding stop te zetten of deze als een belaste vergoeding uit te betalen.

NTFR 2020/973 - Verlaging gebruikelijk loon vanwege coronacrisis

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De Belastingdienst heeft in verband met de coronacrisis een soepeler standpunt ingenomen met betrekking tot het gebruikelijk loon. Op het Forum Fiscaal Dienstverleners meldt de Belastingdienst ermee akkoord te gaan dat het gebruikelijk loon over 2020 achteraf door de bv wordt bepaald. Ook een tijdelijke verlaging van het maandloon behoort, onder voorwaarden, tot de mogelijkheden. Loon dat de dga al heeft genoten mag niet met terugwerkende kracht worden verlaagd.

NTFR 2020/974 - Coulance voor WBSO-mededeling en -aanvraag

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
Wie in 2019 een SenO-verklaring heeft ontvangen of wie vanaf 1 april 2020 WBSO wil aanvragen, moest normaal gesproken uiterlijk 31 maart 2020 een mededeling doen. RVO heeft medegedeeld dat in verband met de coronacrisis is besloten coulant om te gaan met deze deadlines.

NTFR 2020/975 - Sociale verzekeringen en thuiswerken vanwege het coronavirus

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
Vanwege het coronavirus zijn veel werknemers op dit moment verplicht thuis te werken. Dit geldt ook voor werknemers die een verschillend woon- en werkland hebben, zoals grensarbeiders. Hierdoor kan het voorkomen dat werknemers momenteel in een ander land werken dan ze normaal doen. Normaal gesproken kan dit leiden tot een wijziging van het land waar de betreffende werknemer sociaal verzekerd is. De SVB heeft laten weten dat het thuiswerken als gevolg van de coronamaatregelen in deze situaties in beginsel geen gevolgen heeft voor de sociale verzekering van een werknemer wanneer deze normaal over de grens woont of werkt in de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.

NTFR 2020/976 - NOW-regeling bekend, loket op 6 april open

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
Minister Koolmees heeft de voorwaarden van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) bekendgemaakt. Deze noodmaatregel biedt onder voorwaarden een tegemoetkoming in de loonkosten aan werkgevers bij doorbetaling van het personeel. Bedrijven die aan de voorwaarden voldoen, kunnen binnen twee tot vier weken een voorschot verwachten. De regeling wordt uitgevoerd door het UWV, dat inmiddels bevestigd heeft het loket te openen op 6 april, vanaf 9.00 uur.

NTFR 2020/978 - Pauzeren invorderingsmaatregelen Rijnvarenden met een werkgever in Luxemburg

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
Staatssecretaris Vijlbrief heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat de invorderingsmaatregelen van Rijnvarenden met een werkgever in Luxemburg tijdelijk gepauzeerd worden. Het betreft in Nederland woonachtige Rijnvarenden die premie volksverzekeringen moeten betalen omdat inmiddels is gebleken dat ze onder het Nederlandse socialezekerheidsstelsel vallen.

NTFR 2020/980 - Bij samenloop komt schenkbelasting in mindering op erfbelasting tot maximaal het bedrag van erfbelasting dat over fictieve verkrijging is geheven

ECLI:NL:HR:2020:476, datum uitspraak 03-04-2020, publicatiedatum 03-04-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van mr. E. Alink
De moeder van belanghebbende is op 20 april 2016 overleden. De moeder heeft op 31 maart 2015 en op 23 december 2015 respectievelijk € 5.000 en € 80.000 geschonken. Over deze twee schenkingen in hetzelfde jaar (in totaal € 85.000) is een aanslag schenkbelasting opgelegd van € 7.972 (€ 85.000 -/- € 5.277 * 10%). Belanghebbende heeft uit de nalatenschap een bedrag van € 25.358 ontvangen. De schenking van € 80.000 is door de inspecteur als fictieve verkrijging meegenomen in de berekening van de aanslag erfbelasting omdat de schenking binnen 180 dagen voor het overlijden is gedaan. De in aanmerking genomen verkrijging werd aldus totaal € 105.358, te verminderen met de kindvrijstelling ad € 20.148 tot een belaste verkrijging van € 85.210. De inspecteur heeft een aanslag in de erfbelasting (tarief 10%) opgelegd van € 8.521. De inspecteur heeft de aanslag erfbelasting verminderd met een bedrag van € 6.470 aan schenkbelasting. De door de inspecteur toegepaste evenredige verrekening is naar de mate waarin het geschonken bedrag krachtens fictie deel uitmaakt van de totale erfrechtelijke verkrijging, ofwel (80.000 / 105.358) * € 8.521 = € 6.470. Belanghebbende wenst een evenredige verrekening van de voldane schenkbelasting, ofwel (80.000 / 85.000) * € 7.972 = € 7.503. Rechtbank Gelderland heeft de inspecteur in het gelijk gesteld, terwijl Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2019/290) belanghebbende is gevolgd. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak en onderschrijft de uitkomst van de rechtbank. Uit de bewoordingen van art. 7, lid 2, SW 1956 vloeit voort dat de vermindering wegens de ter zake van de fictieve verkrijging geheven schenkbelasting niet hoger kan zijn dan het bedrag van de erfbelasting dat over de fictieve verkrijging wordt geheven. Een evenredige toerekening van de geheven erfbelasting leidt ertoe dat een bedrag van € 6.470 kan worden verrekend.

NTFR 2020/984 - Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet aangenomen door de Eerste Kamer

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De Eerste Kamer heeft de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet (Kamerstukken 35133) aangenomen. De wet voorziet in de toevoeging aan de Omgevingswet van onder meer inrichting van het landelijk gebied en kavelruil in het stedelijk gebied. In het wetsvoorstel is onder meer een aanpassing van de ruilverkavelingsvrijstelling van art. 15, lid 1, onderdeel l, Wet BRV opgenomen.

NTFR 2020/985 - Btw-vrijstelling niet van toepassing op diensten verricht aan aanbieder weddenschappen op paardenkoersen

ECLI:NL:HR:2020:556, datum uitspraak 03-04-2020, publicatiedatum 03-04-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van mr. C.C. van den Berg
Belanghebbende, die beschikt over een vergunning ‘Totalisator’, is aanbieder van weddenschappen op paardenkoersen. Bij belanghebbende kan onder meer worden deelgenomen aan weddenschappen op paardenkoersen buiten Nederland. De deelnemers aan die weddenschappen kunnen meedingen in een nationale prijzenpot waarin alleen de inzetten in Nederland zijn opgenomen (local pool) of in een prijzenpot waarin de inzetten van gokkers uit verschillende landen zijn samengevoegd (common pool). Belanghebbende heeft overeenkomsten gesloten met verschillende buitenlandse aanbieders van weddenschappen op paardenkoersen op grond waarvan de buitenlandse aanbieders aan haar vergoedingen in rekening brengen. Belanghebbende heeft over deze vergoedingen met toepassing van de verleggingsregeling omzetbelasting voldaan. Belanghebbende stelt in deze procedure echter dat de vergoedingen zijn vrijgesteld van omzetbelasting omdat deze diensten bijkomend zijn aan een hoofddienst, te weten het gelegenheid geven deel te nemen aan een kansspel. Hof Amsterdam (13 maart 2018, nr. 17/00343, NTFR 2018/1989) heeft dat standpunt verworpen. Ook in cassatie krijgt belanghebbende geen gelijk.

NTFR 2020/988 - A-G stelt voor prejudiciële vragen te stellen over uitleg van 'enig andere persoon die bij het voorhanden hebben van accijnsgoederen betrokken is'

ECLI:NL:PHR:2020:101, datum uitspraak 31-01-2020, publicatiedatum 14-02-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
Op naam van ondernemingen van belanghebbende zijn (verkoop)facturen opgesteld voor de levering van minerale oliën waarmee, zo volgt uit strafrechtelijk onderzoek, fraude is gepleegd. Die fraude bestond uit het verzamelen van minerale oliën bij schippers, die de oliën accijnsvrij onder zich hadden, om deze vervolgens te verkopen zonder dat accijns werd betaald. Belanghebbende heeft facturen ondertekend en drie verkoopfacturen opgesteld. In verband met deze feiten is belanghebbende strafrechtelijk veroordeeld voor het medeplegen van valsheid in geschrifte. De inspecteur heeft accijns en voorraadheffing van hem nageheven in verband met betrokkenheid bij het voorhanden hebben van accijnsgoederen als bedoeld in art. 51(1)b WA. Hof Den Bosch (18 januari 2019, nr. 17/00554, NTFR 2019/1293) heeft deze naheffing in stand gelaten en geoordeeld dat de betrokkenheid ook betrekking kan hebben op de administratieve en financiële afwikkeling van het voorhanden hebben (en niet slechts op het feitelijke logistieke proces).

NTFR 2020/989 - Unierecht staat niet in de weg aan hanteren objectief criterium als CO2-uitstoot van auto voor heffingsmaatstaf BPM

ECLI:NL:HR:2020:561, datum uitspraak 03-04-2020, publicatiedatum 03-04-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van mr. H.A. Elbert
Belanghebbende heeft vanuit Duitsland een gebruikte, in de VS gebouwde auto (Ford Mustang) ingevoerd. Op 6 januari 2016 is de auto in het Nederlandse kentekenregister geregistreerd. De eerste toelating op de weg was in 2011 in Duitsland. Het in dat jaar afgegeven Duitse kentekenbewijs vermeldt een CO2–uitstoot van de auto van 316 gr/km, vastgesteld door de Technischer Überwachungsverein (de TÜV). Belanghebbende is bij de berekening van de verschuldigde BPM uitgegaan van een CO2–uitstoot van 284 gr/km. Dit omdat in 2015 in het Nederlandse kentekenregister Ford Mustangs waren geregistreerd met een dergelijke CO2–uitstoot. Hof Den Haag (23 februari 2018, nr. 17/00748, NTFR 2018/1013) heeft belanghebbende in het ongelijk gesteld. Ook in cassatie krijgt belanghebbende nul op het rekest.

NTFR 2020/990 - Antwoorden op vragen over oplossingsrichtingen knelpunten BPM bij import

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 geschreven door mr. J. Rolleman
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de minister van Financiën over de brief van 3 december 2019 over de uitwerking van de oplossingsrichting voor knelpunten bij de import van gebruikte voertuigen (Kamerstuk 32 800, nr. 64). Bij brief van 30 maart 2020 zijn de vragen door de staatssecretaris van Financiën beantwoord.

NTFR 2020/991 - Terechte naheffing BPM op basis van CO2-uitstoot volgens typegoedkeuring (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2020:562, datum uitspraak 03-04-2020, publicatiedatum 03-04-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De inspecteur heeft aan belanghebbende ter zake van de registratie van een Maserati Gran Cabrio 4.7 een naheffingsaanslag BPM ter hoogte van € 5.781 opgelegd. Bij de berekening van de CO2–component is de inspecteur uitgegaan van een CO2–uitstoot van 358 g/km. Belanghebbende doet primair een beroep op toepassing van de ‘Scandinavische rekenmethode’, welke rekenmethode leidt tot een CO2–uitstoot van 325 g/km. Subsidiair stelt belanghebbende dat moet worden uitgegaan van een CO2–uitstoot van maximaal 350 g/km, berekend op basis van art. 9, lid 11, Wet BPM. Naar het oordeel van Hof Den Bosch (6 december 2018, nr. 18/00105, NTFR 2019/908), kan de Scandinavische rekenmethode niet toegepast worden, aangezien voor de auto een typegoedkeuring is afgegeven. De verwijzing naar een lijst met referentievoertuigen faalt, aangezien op de lijst geen referentievoertuigen staan waarbij is uitgegaan van een lagere CO2–uitstoot dan 358 g/km en die zijn ingevoerd op of vóór de datum van registratie van de onderhavige auto in het Nederlandse kentekenregister. Om deze reden faalt ook het beroep van belanghebbende op het bepaalde in art. 9, lid 11, Wet BPM. De theoretische mogelijkheid dat er op het moment van invoer/registratie van de auto in Nederland referentievoertuigen rondreden die belast waren naar een lagere CO2–uitstoot is volgens het hof onvoldoende om de onderhavige auto ook naar een lagere CO2–uitstoot te belasten. Het hof heeft voorts geen aanleiding gezien om correcties op de koerslijstwaarde EurotaxGlass’s toe te passen in verband met btw/marge, parallelimport en dealerskorting.

NTFR 2020/992 - Brief informatie voor de stemmingen over de Wet vliegbelasting

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wet vliegbelasting wordt voortgezet, ondanks de zware gevolgen voor de luchtvaartsector van de coronacrisis. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst schrijft aan de Tweede Kamer dat hij het verwelkomt dat de parlementaire behandeling ondanks de bijzondere omstandigheden wordt voortgezet. De coronacrisis heeft zoals bekend ook zware gevolgen voor de luchtvaartsector, waarbij de ontwikkelingen in de komende periode nog zeer onzeker zijn. Dat roept de vraag op wat dit betekent voor de invoering van de voorgestelde vliegbelasting per 1 januari 2021, zoals beoogd in het regeerakkoord. Het wetsvoorstel voorziet inwerkingtreding van de vliegbelasting op een bij Koninklijk Besluit vast te stellen tijdstip. Achtergrond is dat op deze manier tot het laatste moment rekening kan worden gehouden met de mogelijke totstandkoming van een Europese belasting op luchtvaart. Het betekent ook dat een latere inwerkingtreding mogelijk is als gevolg van de coronacrisis.

NTFR 2020/995 - Antwoord op Kamervragen over 'Fiscale straf woningcorporaties'

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 geschreven door drs. R. van Haperen
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beantwoordt vragen van het lid Nijboer (PvdA) naar aanleiding van een Opinie in het Financieel Dagblad getiteld ‘Fiscale straf woningcorporaties’. De staatssecretaris is niet van mening dat woningcorporaties onterecht worden behandeld ten opzichte van andere belastingplichtigen. Hoewel de staatssecretaris van mening is dat woningcorporaties een belangrijke taak vervullen in de sociale huisvesting, moeten de corporaties net als andere belastingplichtigen voldoen aan de regels van de winstbelasting. Hij is ervan overtuigd dat woningcorporaties nog voldoende middelen hebben voor hun taken. Of dit langjarig ook zo is, moet het onderzoek dat momenteel wordt gedaan naar aanleiding van de motie-Ronnes c.s. (Kamerstukken II, 2018-2019, 35 000, VII, nr. 52) uitwijzen.

NTFR 2020/998 - Inspecteur ten onrechte niet veroordeeld tot vergoeding van betaalde griffierecht

ECLI:NL:HR:2020:589, datum uitspraak 03-04-2020, publicatiedatum 03-04-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma
Belanghebbende heeft haar beroepschrift in een BPM-zaak ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Die rechtbank heeft griffierecht geheven en het beroepschrift doorgestuurd naar Rechtbank Noord-Holland, waarna het is doorgestuurd naar Rechtbank Gelderland. In hoger beroep heeft Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2019/338) belanghebbende in het gelijk gesteld. Het hof heeft echter niet het bij de rechtbank betaalde griffierecht vergoed, omdat het meende dat geen griffierecht was geheven. Uit het procesdossier is de Hoge Raad echter gebleken dat wel degelijk griffierecht is betaald, zodat het griffierecht alsnog wordt vergoed. Verder heeft het hof de bedragen aan te vergoeden proceskosten onjuist opgeteld en heeft het hof voor de immateriëleschadevergoeding ten onrechte verknochtheid van zaken aangenomen.

NTFR 2020/999 - Eenmaal immateriëleschadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn in procedures inzake voldoening op aangifte en naheffing BPM ter zake van één auto

ECLI:NL:HR:2020:586, datum uitspraak 03-04-2020, publicatiedatum 03-04-2020
Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 met annotatie van mr. Y. Ameziane
Belanghebbende heeft rechtsmiddelen aangewend inzake de voldoening op aangifte en een naheffingsaanslag BPM ter zake van één auto. Het hof heeft geoordeeld dat de redelijke termijn voor de bezwaar- en beroepsfase is overschreden, maar voor de hogerberoepsfase niet. Het hof heeft de termijn verlengd vanwege verknochtheid met vele andere BPM-zaken. Verder is het hof ervan uitgegaan dat voor de immateriëleschadevergoeding sprake is van één zaak (voldoening en naheffing). In cassatie oordeelt de Hoge Raad, onder verwijzing naar HR 19 april 2019, nr. 18/01623, NTFR 2019/1139, dat het hof ten onrechte verknochtheid heeft aangenomen. De beslissing van het hof dat voor de procedures inzake de voldoening en de naheffing slechts eenmaal een schadevergoeding dient te worden toegekend, wordt wel onderschreven door de Hoge Raad. Indien zaken vanwege hun samenhang namelijk gezamenlijk worden behandeld en beslist, moet bij overschrijding van de redelijke termijn per fase van de procedure eenmaal € 500 per halfjaar als vergoeding van immateriële schade worden toegekend. In dit verband dient te worden beoordeeld of die gezamenlijk behandelde zaken in hoofdzaak betrekking hebben op hetzelfde onderwerp dan wel op voorwerpen van geschil die met elkaar samenhangen. Dat is hier aan de orde. De Hoge Raad doet wat het hof had behoren te doen, en kent belanghebbende een hogere immateriëleschadevergoeding toe.

NTFR 2020/1003 - Beschermingsbewind wegens problematische schulden

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 geschreven door mr. J.D. Schouten
De ministers van Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid komen met een wetsvoorstel dat regelt dat mensen met problematische schulden straks hulp krijgen die beter is toegespitst op hun situatie. Gemeenten kunnen de rechter adviseren of een beschermingsbewindvoerder deze mensen het beste kan helpen, dan wel dat zij verder worden ondersteund door de gemeentelijke schuldhulpverlening.

NTFR 2020/1004 - Kamervragen faillissement uitlener

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020 geschreven door mr. J.D. Schouten
Antwoorden van minister Koosmees (Sociale Zaken en Volksgezondheid) op vragen van Tweede Kamerlid Van Dijk (PvdA) inzake overheidsverliezen in verband met faillissement van een payrollbedrijf (uitlener) met aandacht voor het SNA-keurmerk en de invoering van een vergunningsplicht voor uitzenders. De minister is tegen de invoering hiervan.

NTFR 2020/1005 - Europese Commissie verruimt kaderregeling voor staatssteun in verband met de coronacrisis

Aflevering 15, gepubliceerd op 09-04-2020
De Europese Commissie heeft een wijziging goedgekeurd waarmee de tijdelijke kaderregeling ‘Temporary Framework for State aid measures to support the economy in the current COVID-19 outbreak’ die op 19 maart 2020 is aangenomen wordt verruimd. De wijziging van de tijdelijke kaderregeling moet de lidstaten ruimte geven om het onderzoek naar, het testen en de productie van voor het coronavirus relevante producten te versnellen, om banen te beschermen en om de economie verder te stutten tijdens deze uitbraak van het coronavirus. De gewijzigde tijdelijke kaderregeling biedt een aanvulling op de vele andere mogelijkheden die lidstaten nu reeds hebben om, met inachtneming van de EU-staatssteunregels, de sociaaleconomische gevolgen van de uitbraak van het coronavirus te dempen. Met betrekking tot fiscale maatregelen en maatregelen voor de bescherming van werkgelegenheid wordt met de wijziging de tijdelijke kaderregeling verruimd met de volgende steunmaatregelen.