NTFR 2011/1905 - Art. 4.14 Wet IB 2001: De kip met de gouden eieren
Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2011 geschreven door prof. dr. mr. E.J.W. HeithuisOp het eerste gezicht wellicht een wonderlijke titel van deze opinie. Art. 4.14 Wet IB 2001 belast in box 2 immers een fictief rendement en er is mij geen fiscale wetenschapper bekend die gecharmeerd is van heffing van inkomstenbelasting over fictieve inkomens. De inkomstenbelasting is immers een draagkrachtheffing en dat houdt dan ten minste toch iets in van daadwerkelijk gerealiseerde draagkracht. Wie herinnert zich de discussies in 1999 en 2000 niet toen de huidige forfaitaire vermogensrendementsheffing van box 3 werd geïntroduceerd? Massaal liep de fiscale wetenschap te hoop tegen deze nieuwe forfaitaire vermogensrendementsheffing. Dan is de kwalificatie van de fictieve rendementsregeling in box 2 als de kip met de gouden eieren – door een wetenschapper nota bene! – op z’n minst opmerkelijk te noemen. Hoe zit dit?