NTFR 2015/1416 - Samenwonen in twee woningen kan in de weg staan aan gezamenlijke huishouding
ECLI:NL:HR:2015:556, datum uitspraak 13-03-2015, publicatiedatum 13-03-2015
Aflevering 19, gepubliceerd op 06-05-2015 met annotatie van Th.J.M. van SchendelBelanghebbende ontvangt een bijstandsuitkering naar de norm voor een alleenstaande. Het recht op bijstand is ingetrokken omdat belanghebbende een gezamenlijk huishouding voert met C. Belanghebbende en C hebben ieder een eigen woning. Belanghebbende verblijft op maandag, dinsdag en donderdag bij C en hij blijft daar ook slapen. C verblijft tijdens het weekend in de woning van belanghebbende. In geschil is of belanghebbende en C een gezamenlijke huishouding voeren. Volgens art. 3, lid 3, WWB is daarvoor nodig dat twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben. Als sprake is van twee personen aan wie ieder een woning ter beschikking staat, en die ieder afwisselend in deze beide woningen verblijven, zal voor ieder van hen afzonderlijk moeten worden beoordeeld in welke van die woningen hij zijn hoofdverblijf heeft. Daarbij komt het erop aan in welke van die woningen zich het zwaartepunt van het persoonlijke leven van de betrokkene bevindt. De mogelijkheid bestaat dat voor ieder van de betrokken personen dit zwaartepunt zich bevindt in de woning van hemzelf, zodat zij hun hoofdverblijf niet in dezelfde woning hebben. Die mogelijkheid bestaat ook indien deze personen het grootste deel van de tijd gezamenlijk doorbrengen, zelfs indien die situatie in feite is te duiden als samenwonen. Nu de Centrale Raad van Beroep dit heeft miskend, wordt de uitspraak vernietigd en teruggewezen.