Aflevering 34

Gepubliceerd op 25 augustus 2016

NTFR 2016/2092 - Van fiscale eenheid naar verliesoverdracht; het blijft gewoon complex?!

Aflevering 34, gepubliceerd op 25-08-2016 geschreven door prof. dr. J.N. Bouwman
De fiscale eenheid van art. 15, Wet VPB 1969 ligt onder vuur. Vooral door ontwikkelingen binnen het Europese recht is het voortbestaan van de fiscale eenheid onderwerp van discussie.Zie de discussie tussen Heithuis en De Vries in WFR 2015 (p. 1136-1137, p. 1344-1352 en WFR 2016/36). De vraag rijst of de fiscale eenheid moet worden vervangen door bijvoorbeeld een regime waarbij groepsmaatschappijen hun resultaat afzonderlijk berekenen en een eventueel negatief resultaat ter verrekening kunnen overdragen aan een groepsmaatschappij met een positief resultaat (verliesoverdrachtsregeling). Een dergelijk regime lijkt beter bestand tegen Europeesrechtelijke ontwikkelingen en zou minder complex zijn dan onze huidige fiscale eenheid.

NTFR 2016/2094 - Door commandiet in besloten scheepvaart-cv ontvangen verkoopprovisie valt onder tonnageregime

ECLI:NL:PHR:2016:525, datum uitspraak 14-06-2016, publicatiedatum 24-06-2016
Aflevering 34, gepubliceerd op 25-08-2016 met annotatie van mr. drs. B.J.E. Lodder
Belanghebbende is commandiet in een besloten scheepvaart-cv die transparant is voor de heffing van vennootschapsbelasting. Het mede door haar geëxploiteerde zeeschip is via een scheepsmakelaar verkocht, die daarvoor 3% van de prijs heeft ontvangen. Daarvan heeft de makelaar een derde (€ 56.250) aan belanghebbende betaald voor werkzaamheden die de belanghebbende ten behoeve van de verkoop heeft gedaan. In geschil is of de verkoopprovisie onder de tonnageregeling (art. 3.22 t/m 3.24 Wet IB 2001) valt voor de scheepsexploitatiewinst van de vennoten. Hof Arnhem-Leeuwarden (8 september 2015, nr. 14/01191, NTFR 2015/2871) heeft die vraag ontkennend beantwoord. De verkoopwerkzaamheden hingen volgens het hof weliswaar direct samen met de scheepsexploitatie, maar de verkoopprovisie niet omdat deze door belanghebbende niet als commandiet in de cv, maar pro se (voor zichzelf) was genoten. Belanghebbende heeft cassatie aangetekend. Zij stelt dat het onderscheid dat het hof maakt tussen de werkzaamheden en de winst niet bestaat omdat (i) de cv voor de vennootschapsbelastingheffing niet bestaat, althans onzichtbaar is, zodat er voor de toepassing van de tonnageregeling geen onderscheid bestaat tussen belanghebbende/exploitant en belanghebbende/pro se, (ii) de werkzaamheden van belanghebbende ook volgens het hof rechtstreeks samenhangen met de exploitatie van het schip, zodat het resultaat daarvan aan de belanghebbende/exploitant is toegekomen. De staatssecretaris heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Hij bestrijdt het oordeel van het hof dat de werkzaamheden van belanghebbende voor de scheepsmakelaar direct samenhingen met scheepsexploitatie.

NTFR 2016/2120 - Informatiebeschikking coffeeshophouder terecht, omdat niet aan administratieverplichting is voldaan

ECLI:NL:RBDHA:2016:8296, datum uitspraak 18-04-2016, publicatiedatum 27-07-2016
Aflevering 34, gepubliceerd op 25-08-2016 met annotatie van mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma
Belanghebbende exploiteert in firmaverband een coffeeshop. In 2012 en 2013 zijn er diverse waarnemingen ter plaatse (wtp’s) bij de coffeeshop verricht en heeft de inspecteur aansluitingsverschillen in de omzet geconstateerd. Op grond van een theoretische omzetberekening heeft de inspecteur geconcludeerd tot een omzetverhoging van € 5.500.000. De inspecteur heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om in te keren. Belanghebbende heeft hiervan geen gebruik gemaakt, waarna in 2014 een boekenonderzoek is gestart, dat ten tijde van de zitting bij de rechtbank nog niet was afgerond. De inspecteur heeft op 17 februari 2015 aan eiser de onderhavige informatiebeschikking voor de jaren 2011 t/m 2013 gegeven. De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is afgegeven. Belanghebbende heeft voor de jaren 2011 en 2012 niet aan zijn bewaarplicht voldaan door niet de dagstaten, waaruit de in- en verkopen van de cannabisproducten blijken, te bewaren. Dat de dagstaten tijdens de wtp’s zijn gezien en kennelijk zijn gecontroleerd, maakt dat niet anders. Daarnaast ontbreekt in de administratie voor het jaar 2013 in ieder geval een viertal facturen, waarop onder meer materialen voor het vervaardigen van joints zijn vermeld, en blijkt uit de administratie niet hoeveel joints de coffeeshop zelf heeft gemaakt. Hoewel de rechtbank het aannemelijk acht dat belanghebbende zich door de uitlatingen van de inspecteur – de theoretische omzetcorrectie van ruim € 5,5 miljoen, het aanbod tot ‘inkering’ en de dreiging met een boekenonderzoek – onder druk gezet heeft gevoeld, vormen deze uitlatingen geen beletsel voor het afgeven van de informatiebeschikking.

NTFR 2016/2122 - Eerste Kamer-behandeling KEI

Aflevering 34, gepubliceerd op 25-08-2016
Tijdens de Eerste Kamerbehandeling van de wetsvoorstellen Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak (hierna: KEI) kwamen drie wetsvoorstellen aan bod. Het betreft de wetsvoorstellen KEI I t/m III (34 059, 34 138 en 34 212). De KEI-wetsvoorstellen beogen digitaal procederen in het civiele recht en het bestuursrecht mogelijk te maken en het civiele procesrecht te vereenvoudigen. De KEI-doelstellingen zijn: