NTFR 2016/2120 - Informatiebeschikking coffeeshophouder terecht, omdat niet aan administratieverplichting is voldaan
ECLI:NL:RBDHA:2016:8296, datum uitspraak 18-04-2016, publicatiedatum 27-07-2016
Aflevering 34, gepubliceerd op 25-08-2016 met annotatie van mr. V.S. Huygen van Dyck-JagersmaBelanghebbende exploiteert in firmaverband een coffeeshop. In 2012 en 2013 zijn er diverse waarnemingen ter plaatse (wtp’s) bij de coffeeshop verricht en heeft de inspecteur aansluitingsverschillen in de omzet geconstateerd. Op grond van een theoretische omzetberekening heeft de inspecteur geconcludeerd tot een omzetverhoging van € 5.500.000. De inspecteur heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om in te keren. Belanghebbende heeft hiervan geen gebruik gemaakt, waarna in 2014 een boekenonderzoek is gestart, dat ten tijde van de zitting bij de rechtbank nog niet was afgerond. De inspecteur heeft op 17 februari 2015 aan eiser de onderhavige informatiebeschikking voor de jaren 2011 t/m 2013 gegeven. De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is afgegeven. Belanghebbende heeft voor de jaren 2011 en 2012 niet aan zijn bewaarplicht voldaan door niet de dagstaten, waaruit de in- en verkopen van de cannabisproducten blijken, te bewaren. Dat de dagstaten tijdens de wtp’s zijn gezien en kennelijk zijn gecontroleerd, maakt dat niet anders. Daarnaast ontbreekt in de administratie voor het jaar 2013 in ieder geval een viertal facturen, waarop onder meer materialen voor het vervaardigen van joints zijn vermeld, en blijkt uit de administratie niet hoeveel joints de coffeeshop zelf heeft gemaakt. Hoewel de rechtbank het aannemelijk acht dat belanghebbende zich door de uitlatingen van de inspecteur – de theoretische omzetcorrectie van ruim € 5,5 miljoen, het aanbod tot ‘inkering’ en de dreiging met een boekenonderzoek – onder druk gezet heeft gevoeld, vormen deze uitlatingen geen beletsel voor het afgeven van de informatiebeschikking.