NTFR 2018/2345 - Substance-eisen en de brievenbusmaatschappij
Aflevering 42, gepubliceerd op 18-10-2018 geschreven door mr. dr. J. GooijerDe roep om substance-eisen in de strijd tegen het gebruik van brievenbusmaatschappijen is luid, niet alleen in relatie tot belastingverdragen en regelingen van nationaal belastingrecht,Zie bijvoorbeeld de motie van Grashoff en Groot, Kamerstukken II, 2016-2017, 34 550, nr. 43, en de motie van Leijten en Bruins, Kamerstukken II, 2017-2018, 34 785, nr. 50. maar ook met betrekking tot bilaterale investeringsbeschermingsverdragen. Die roep blijkt niet ongehoord. Zo heeft een kritisch rapport van TNI, SOMO, Milieudefensie en Both EndsRoeline Knottnerus, Roos van Os, Bart-Jaap Verbeek, Fiona Dragstra, Freek Bersch, 50 jaar ISDS. Een mondiaal machtsmiddel voor multinationals gecreëerd en groot gemaakt door Nederland, TNI, SOMO, Milieudefensie en Both Ends, februari 2018, https://www.somo.nl/nl/50-jaar-isds-een-mondiaal-machtmiddel-voor-multinationals/. er mede toe bijgedragen dat het kabinet werkt aan een nieuwe modeltekst voor investeringsakkoorden waarin ook substance-eisen zijn opgenomen. Het concept van het nieuwe model is onlangs voorgelegd ter consultatie.Zie https://www.internetconsultatie.nl/investeringsakkoorden. Deze ontwikkeling volgt op de stappen die al eerder in het belastingrecht zijn gezet met de introductie van concrete, en in recente jaren verzwaarde substance-eisen.Onder andere in art. 1bis Uitv.besch. DB 1965. Over vervolgstappen wordt nagedacht, zo blijkt uit onder meer het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020.Kamerstukken II, 2018-2019, 35 028, nr. 2 (voorstel van wet).