Aflevering 45

Gepubliceerd op 8 november 2018

NTFR 2018/2518 - Het is maar een voorheffing

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door mr. A.L. Mertens
In Den Haag heeft een demonstratie plaatsgevonden. Een demonstratie tegen het afschaffen van de dividendbelasting. Serieus. Zou het ooit eerder in de geschiedenis van ons koninkrijk zijn voorgekomen dat er gedemonstreerd werd tegen het afschaffen van een belasting? Een voorheffing nog wel? En ook nog met succes? De doorgeschoten aandacht voor de dividendbelasting deed mij wel realiseren dat deze een belangrijke verwantschap met de loonbelasting kent: het zijn allebei voorheffingen. En hoe kan een voorheffing zó belangrijk zijn geworden?

NTFR 2018/2519 - Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Belastingplan 2019 (35 026)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 oktober 2018 de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Belastingplan 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris gaat in de nota naar aanleiding van het verslag in op vragen en opmerkingen vanuit de Kamer. Het kabinet heeft geprobeerd zo veel mogelijk vragen die geen directe relatie hebben met het pakket Belastingplan 2019 toch van een antwoord te voorzien. De vragen die nog niet beantwoord zijn, worden door middel van een afzonderlijke brief beantwoord na afronding van het parlementaire traject van het pakket Belastingplan 2019, begin 2019 aan de Kamer gestuurd. Op verzoek van de Kamer heeft de staatssecretaris gereageerd op de commentaren van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en het Register Belastingadviseurs (RB), voor zover die vragen een directe relatie hebben met de maatregelen uit het onderhavige wetsvoorstel.

NTFR 2018/2520 - Tweede nota van wijziging bij het wetsontwerp Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) (35 026)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 26 oktober 2018 de tweede nota van wijziging bij het wetsontwerp Belastingplan 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de nota van wijziging is, zoals aangekondigd bij de heroverweging pakket vestigingsklimaat (NTFR 2018/2346), overgangsrecht opgenomen voor ingekomen werknemers die reeds gebruikmaken van de 30%-regeling.

NTFR 2018/2525 - Internetconsultatie ATAD2

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door mr. H. Lohuis
Nederland dient ter implementatie van de Anti-Tax Avoidance Directive (Richtlijn (EU) 2016/1164, ook wel genoemd: ATAD1), gewijzigd door Richtlijn (EU) 2017/952 (ook wel genoemd: ATAD2), wettelijke regels in te voeren tegen het gebruik van hybride structuren. Dit voorlopige wetsvoorstel strekt daartoe en wordt ter consultatie aangeboden. Reacties zijn mogelijk tot 10 december 2018 via internetconsultatie.nl.

NTFR 2018/2526 - NOB-reactie nota's van wijziging Belastingplan 2019

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (de NOB) heeft op 29 oktober 2018 commentaar gegeven op de nota’s van wijziging van het Belastingplan 2019 en het wetsvoorstel implementatie ATAD1. Hier volgt een samenvatting van enkele punten uit het commentaar van de Commissie Wetsvoorstellen van de NOB.

NTFR 2018/2527 - 22e halfjaarsrapportage Belastingdienst

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft de 22e halfjaarsrapportage Belastingdienst aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. De rapportage blikt terug op de afgelopen maanden, die in het teken stonden van de veranderaanpak van de Belastingdienst. Naast de dingen die goed zijn gegaan, besteedt de rapportage ook aandacht aan de problemen bij de schenk- en erfbelasting en bij de BelastingTelefoon. De staatssecretaris wijst erop dat de eerste stappen zijn gezet in de omvangrijke veranderopgave van de Belastingdienst. De problemen bij de Belastingdienst blijven de komende periode echter groot, complex en hardnekkig. Over de voortgang van de inspanningen om deze aan te pakken zal hij in de 23e halfjaarsrapportage rapporteren. Na deze halfjaarsrapportage zal de Kamer voortaan door middel van een jaarplan worden geïnformeerd over de planvorming van de doelstellingen en de veranderopgave van de Belastingdienst.

NTFR 2018/2529 - Geen crisisheffing voor niet meer bestaande vennootschap

ECLI:NL:PHR:2018:1039, datum uitspraak 25-09-2018, publicatiedatum 12-10-2018
Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 met annotatie van mr. D. Westerman
Belanghebbende dreef een praktijk waarin B als tandarts werkte. B hield alle aandelen in belanghebbende, die op 15 december 2013 is opgehouden te bestaan. In 2013 genoot B van belanghebbende loon ad € 279.740, waarop de laatste € 117.358 loonheffing inhield. Aan belanghebbende is in 2014 een naheffingsaanslag crisisheffing ad € 12.230 opgelegd over maart 2014.

NTFR 2018/2530 - Verlenging termijn indiening informatieformulier afkoop pensioen dga

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door mr. J.Th. Gommer MPLA CCFP
De termijn om het informatieformulier bij afkoop of omzetting van pensioen in eigen beheer in te dienen wordt verlengd van een maand naar een jaar. Dat geldt ook voor reeds gedane afkopen of omzettingen voor 18 oktober. Deze krijgen alsnog een jaar en zelfs langer als de afkoop of omzetting meer dan 46 weken geleden is gedaan. Dan wordt de nieuwe termijn zes weken.

NTFR 2018/2532 - Eindarrest: valutaverlies uit deelneming niet aftrekbaar op grond van Unierecht

ECLI:NL:HR:2018:1969, datum uitspraak 19-10-2018, publicatiedatum 19-10-2018
Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 met annotatie van mr. F. van Horzen
X nv, een vennootschap naar Nederlands recht, houdt middellijk een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde dochtervennootschap. In haar aangifte VPB 2008 en 2009 heeft X nv het verlies dat zij op haar deelneming had geleden ten gevolge van schommelingen van de wisselkoers, als kosten in mindering gebracht op haar resultaat. De Nederlandse fiscus heeft die aftrek geweigerd op grond van art. 13, lid 1, Wet VPB 1969. Volgens die bepaling blijven bij het bepalen van de winst de voordelen en verliezen uit hoofde van een deelneming buiten aanmerking. X nv is tegen het besluit van de fiscus opgekomen met het betoog dat zij haar negatieve valutaresultaat op haar resultaat in aftrek had kunnen brengen indien zij een fiscale eenheid met haar dochtervennootschap had mogen vormen. Aangezien die mogelijkheid in het Nederlandse recht is voorbehouden aan ingezeten vennootschappen, meent X bv dat zij in de uitoefening van haar vrijheid van vestiging wordt belemmerd. De Hoge Raad (8 juli 2016, nr. 15/00878, NTFR 2016/1900) heeft prejudiciële vragen gesteld. Het HvJ (22 februari 2018, gevoegde zaken C-398/16 en C-399/16, NTFR 2018/563) heeft geoordeeld dat de situaties niet objectief vergelijkbaar zijn. Een Nederlandse vennootschap kan namelijk geen koersverliezen op haar deelneming in een ingezeten vennootschap lijden, behalve in het zeer bijzondere geval dat die deelneming is uitgedrukt in een andere munteenheid dan die waarin het resultaat van die vennootschap is uitgedrukt. Verder kan uit de bepalingen van het VWEU inzake de vrijheid van vestiging niet worden afgeleid dat deze lidstaat zijn fiscale bevoegdheid asymmetrisch zou moeten uitoefenen om verliezen aftrekbaar te maken bij verrichtingen waarvan de resultaten, indien zij positief waren, hoe dan ook niet zouden worden belast. De Hoge Raad wijst thans eindarrest en oordeelt dat het valutaverlies uit de deelneming niet in aftrek kan worden gebracht. De uitspraak van Hof Den Haag (13 januari 2015, nrs. 14/00254 en 14/00255, NTFR 2015/969) wordt vernietigd en de uitspraak van Rechtbank Den Haag (13 februari 2014, nrs. 13/355 en 13/3363, NTFR 2014/1578) wordt bevestigd.

NTFR 2018/2533 - Nota van wijziging bij het wetsontwerp Wet spoedreparatie fiscale eenheid (34 959)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 26 oktober 2018 de tweede nota van wijziging bij het wetsontwerp Wet spoedreparatie fiscale eenheid naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze nota van wijziging voorziet in de uitwerking van een van de fiscale maatregelen die zijn aangekondigd bij de heroverweging van het pakket vestigingsklimaat (NTFR 2018/2346) als onderdeel van het pakket Belastingplan 2019. Zie voor het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid NTFR 2018/1399.

NTFR 2018/2534 - Eerste nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020, thans Wet bedrijfsleven 2019 (35 028)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 oktober 2018 de eerste nota van wijziging bij het wetsvoorstel Bronbelasting 2020 (door de tweede nota van wijziging gewijzigd in: Wet bedrijfsleven 2019) naar de Tweede Kamer gestuurd. De wijziging betreft een aanpassing in art. 7.3, onderdeel C van het wetsontwerp over de inwerkingtreding van de regels voor het terugnemen van achteraf bezien onterecht genoten innovatieboxvoordelen. Door middel van de (eerste) nota van wijziging treedt de voorgenomen aanpassing van de innovatiebox voor achteraf ten onrechte genoten voordelen niet in werking op 1 januari 2019, maar geldt deze voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019.

NTFR 2018/2535 - Tweede nota van wijziging bij de Wet bronbelasting 2020, thans Wet bedrijfsleven 2019 (35 028)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 26 oktober 2018 de tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel Wet Belastingplan 2019 hebben we behandeld in NTFR 2018/2170. In de nota van wijziging zijn wijzigingen opgenomen door de heroverweging pakket vestigingsklimaat (NTFR 2018/2346), waaronder het niet doorvoeren van de afschaffing van de dividendbelasting en de wijziging van de naam in het wetsvoorstel Wet bedrijfsleven 2019.

NTFR 2018/2536 - Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel implementatie ATAD1 (35 030)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 oktober 2018 een nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel implementatie ATAD1 naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris gaat in de nota naar aanleiding van het verslag in op vragen en opmerkingen vanuit de Kamer. Op 25 oktober is een nota van wijziging van het wetsvoorstel implementatie ATAD1 naar de Kamer gestuurd. Die nota’s van wijziging behandelen we elders in deze NTFR (NTFR 2018/2537).

NTFR 2018/2537 - Nota van wijziging van het wetsvoorstel implementatie ATAD1 (35 030)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 oktober 2018 een nota van wijziging van het wetsvoorstel implementatie ATAD1 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel hebben we behandeld in NTFR 2018/2247. Met deze nota van wijziging wordt geregeld dat de earningsstrippingmaatregel zoals opgenomen in art. I, onderdelen D en G van het wetsvoorstel geen consequenties heeft voor de financiering van bij ministeriële regeling aan te wijzen bestaande langlopende openbare-infrastructuurprojecten (PPS-projecten), waarvan de aanbestedingsprocedure voor het project vóór 25 oktober 2018 is gestart. Voor deze wijziging wordt verder verwezen naar de behandeling onder 3. van de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel implementatie ATAD1 (NTFR 2018/2536).

NTFR 2018/2538 - Overdracht van machines door telersvereniging aan belanghebbende vormt geen overdracht algemeenheid van goederen

ECLI:NL:HR:2018:1787, datum uitspraak 28-09-2018, publicatiedatum 28-09-2018
Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
Belanghebbende is een OB-ondernemer in de agrarische sfeer. Een coöperatie, een telersvereniging, heeft machines tegen vergoeding ter beschikking gesteld aan haar leden. Vervolgens heeft de coöperatie de machines verkocht aan belanghebbende. Daarbij heeft de coöperatie belanghebbende omzetbelasting in rekening gebracht. Belanghebbende heeft de machines aan dezelfde vier telers tegen vergoeding beschikbaar gesteld als de coöperatie had gedaan. De machines zijn voor, tijdens en na de overdracht onafgebroken bij de telers in gebruik geweest. Belanghebbende heeft verzocht om teruggaaf van de omzetbelasting die haar door de coöperatie in rekening is gebracht. De inspecteur heeft dat geweigerd omdat volgens hem de overdracht van de machines de overgang van een gedeelte van een algemeenheid van goederen ex art. 37d Wet OB 1968 vormt, zodat de coöperatie ten onrechte omzetbelasting in rekening heeft gebracht. Hof Den Haag (13 januari 2017, nr. 16/00331, NTFR 2017/1811) heeft dat standpunt onderschreven. De hofuitspraak houdt in cassatie echter geen stand. De Hoge Raad stelt voorop dat de enkele overdracht van machines en installaties als zodanig niet de overgang van een onderneming of een gedeelte van een onderneming vormt waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend. Het hof diende daarom te beoordelen of, gelet op de context van de verhuur van de machines, de overdracht ervan de conclusie rechtvaardigt dat de coöperatie een gedeelte van haar autonome economische activiteit heeft overgedragen waarvan de voortzetting door belanghebbende was voorgenomen. Dat heeft het hof niet gedaan. Nu uit de uitspraak van de rechtbank volgt dat de aard van de door de coöperatie uitgeoefende verhuur aan de telers en de aard van de verhuur door belanghebbende afwijken, is de overdracht van de machines niet als een overgang van een algemeenheid van goederen en diensten te beschouwen. De coöperatie heeft terecht omzetbelasting aan belanghebbende in rekening gebracht en belanghebbende heeft, gelet op het gebruik van de machines, recht op aftrek van de omzetbelasting.

NTFR 2018/2542 - Vooralsnog geen algemene btw-verleggingsregeling in Nederland

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door mr. A.J. Blank
De minister van Financiën brengt verslag uit van de Ecofinraad van 2 oktober 2018. Tijdens deze bijeenkomst is een politiek akkoord bereikt over het voorstel voor een tijdelijke toepassing van een algemene btw-verleggingsregeling. Het voorstel biedt lidstaten een extra instrument om carrouselfraude te bestrijden. De minister is geïnteresseerd in de effecten van de tijdelijke regeling in lidstaten die de maatregel willen inzetten, maar geeft daarbij aan dat Nederland vooralsnog niet kiest voor een algemene verleggingsregeling in de btw. De Ecofin is op 2 oktober 2018 eveneens akkoord gegaan met het richtlijnvoorstel e-publicaties en het btw-voorstel over de quick fixes.

NTFR 2018/2544 - Nota naar aanleiding van het verslag van het wetsontwerp Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel) (35 032)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 oktober 2018 de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris gaat in de nota naar aanleiding van het verslag in op vragen en opmerkingen vanuit de Kamer.

NTFR 2018/2547 - Antwoorden op Kamervragen over amateurmuziekverenigingen en verbonden steunverenigingen

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door dr. D. Molenaar
De staatssecretaris van Financiën stuurt de Tweede Kamer antwoorden op Kamervragen over berichten dat belastinginspecteurs amateurmuziekverenigingen en verbonden steunverenigingen aan een belastinginspectie onderwerpen. Amateurmuziekverenigingen zijn in beginsel vrijgesteld van btw. Dit geldt alleen voor zover de vereniging prestaties verricht die karakteristiek zijn voor amateurmuziekverenigingen. De vrijstelling is niet van toepassing als een muziekvereniging winst beoogt en in concurrentie treedt met ondernemers die winst beogen. Een supportersvereniging of steunstichting kan geen gebruik maken van deze vrijstelling.

NTFR 2018/2548 - Bezwaarschriften privégebruik auto

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
De staatssecretaris informeert de Kamer over hoeveel ondernemers niet tijdig een bezwaarschrift of nadere onderbouwing van een ingediend bezwaarschrift inzake privégebruik auto hebben ingediend.

NTFR 2018/2549 - Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsontwerp Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen (35 031)

Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018
De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 oktober 2018 de nota naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen naar de Tweede Kamer gestuurd. De staatssecretaris gaat in de nota naar aanleiding van het verslag in op vragen en opmerkingen vanuit de Kamer. Het wetsvoorstel Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen hebben we behandeld in NTFR 2018/2199.

NTFR 2018/2551 - Nieuwe inkeerregeling leidt er niet toe dat 'eerder begane feiten' zwaarder worden bestraft

ECLI:NL:HR:2018:2041, datum uitspraak 02-11-2018, publicatiedatum 02-11-2018
Aflevering 45, gepubliceerd op 08-11-2018 met annotatie van mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma
Belanghebbende heeft in 2014 met toepassing van de inkeerregeling de inspecteur geïnformeerd over haar Zwitserse bankrekeningen. Met de inspecteur is overeengekomen dat de correcties op de aanslagen IB 2001 t/m 2013 worden geformaliseerd in een navorderingsaanslag IB 2013. Daarbij zijn tevens vergrijpboetes van 30% opgelegd over de jaren 2001 tot en met 2011. Tot 2 juli 2009 was in art. 67n AWR echter bepaald dat bij vrijwillige inkeer geen boete kon worden opgelegd. In geschil is of het opleggen van een boete voor de jaren 2001 t/m 2008 in strijd is met art. 7 EVRM (geen straf zonder wet). De Hoge Raad oordeelt dat de inkeerregeling weliswaar valt onder de werking van art. 7 EVRM, maar dat de wijziging in het inkeerregime niet daarmee strijdig is. Ook voor de jaren 2001 t/m 2008 kon op grond van art. 67d AWR voor het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte immers een boete worden opgelegd. De aan de inkeerregeling van art. 67n AWR te ontlenen verwachting omtrent het al dan niet belopen van een vergrijpboete moet niet worden beoordeeld naar het moment waarop de onjuiste aangifte is gedaan, maar naar het moment van inkeer. Bij de wijziging van de inkeerregeling op 2 juli 2009 is een overgangsregeling getroffen die erop neerkwam dat de oude inkeerregeling van toepassing bleef op aangiften die vóór 1 januari 2010 waren gedaan. Belanghebbende was daardoor in de gelegenheid zijn gedrag af te stemmen op de wetswijziging. Deze wijziging was voor belanghebbende dus niet onvoorzienbaar. Niet gezegd kan worden dat de vanaf 1 januari 2010 geldende inkeerregeling ertoe leidt dat ‘eerder begane feiten’ zwaarder worden bestraft dan voorzienbaar was op het moment dat de aangiften opzettelijk onjuist worden gedaan.