Aflevering 46

Gepubliceerd op 13 november 2008

NTFR 2008/2163 - De internetkansspelbelasting: een kwestie van ordinair bluffen?

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008 geschreven door Groenewegen en mr. F.M.M. Duynstee
Op 3 oktober 2008 is een wijziging op de Wet op de kansspelbelasting in verband met kansspelen via het internet in werking getreden.De wet vindt toepassing op tijdvakken die aanvangen na inwerkingtreding van de wet. Deze wijziging roept een groot aantal vragen op. Zo lijkt de wetgevende macht een belasting in te voeren, die specifiek gericht is op illegale activiteiten.Over de vraag of het gokken via buitenlandse websites daadwerkelijk illegaal is, is het laatste woord nog niet gezegd. Zie o.a. de prejudiciële vragen die de Raad van State heeft gesteld op 14 mei 2008 in de Betfair-zaak http://www.raadvanstate.nl/pers/persberichten/persbericht/?pressmessage_id=103 en HR 13 juni 2008, nr. C07/035HR (Ladbroke). http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=BC8970&u_ljn=BC8970 waarin door de Hoge Raad prejudiciële vragen zijn gesteld. Ook lijkt deze gewijzigde kansspelbelasting nauwelijks uitvoerbaar in de praktijk, met name omdat er grote onduidelijkheden zijn wie nu eigenlijk de belastingplichtige is. Bovendien kan men zich ernstig afvragen of deze wijziging niet in strijd is met het EG-Verdrag. Aanvullend rijst de vraag in hoeverre belastingverdragenBelastingverdragen gesloten conform het OESO-Modelverdrag; laatste versie: 17 juli 2008. en het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001Besluit voorkoming dubbele belasting 2001; besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, laatstelijk gewijzigd in Stb. 2007, 573. voorzien in hulpmiddelen om dubbele belasting te voorkomen. Kortom, voldoende stof tot discussie.

NTFR 2008/2164 - Voortgangsrapportage regeldruk bedrijven

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008 geschreven door mr. E. Thomas
Het kabinet heeft aangekondigd met twee vaste veranderdata voor wetgeving te komen. Daarnaast worden maatregelen aangekondigd ter vermindering van de administratieve lastendruk, zoals afschaffing van de eerstedagsmelding, vereenvoudiging van de loonheffing en vereenvoudiging van de oprichting van een bv.

NTFR 2008/2165 - Beantwoording vragen wetgevingsoverleg Belastingplan 2009, OFM 2009 en FOW 2009

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt vragen die zijn gesteld in het wetgevingsoverleg van 31 oktober jl. over het voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2009, NTFR 2008/1782 ), het voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2009, NTFR 2008/1783) en het voorstel van wet houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale Onderhoudswet 2009, NTFR 2008/1916).

NTFR 2008/2171 - Stand van zaken loonaangifteketen en toeslagen

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008
De staatssecretaris van Financiën stuurt een brief naar de Tweede Kamer waarin hij een aantal ontwikkelingen meedeelt op het gebied van de loonaangifteketen en het nieuwe toeslagensysteem. Hij informeert de Kamer, vooruitlopend op een uitgesteld Algemeen Overleg over de stand van zaken bij de Belastingdienst. Het overleg zal plaatsvinden op 11 december 2008.

NTFR 2008/2172 - Geen cassatie tegen oordeel inzake fictieve dienstbetrekking dagbladdistributeur

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008
De staatssecretaris van Financiën deelt mede geen beroep in cassatie in te stellen tegen de uitspraak van Hof Arnhem van 24 september 2008, nr. 07/00371 (NTFR 2008/1977). Hof Arnhem overwoog in die uitspraak dat een dagbladdistributeur niet in fictieve dienstbetrekking is als thuiswerker, omdat redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de besluitgever met de fictieve dienstbetrekking van een thuiswerker niet het oog heeft gehad op een arbeidsverhouding als hier aan de orde. Belanghebbende heeft derhalve recht op aftrek van kosten, in casu met name kosten in verband met vervanging wegens vakantie en ziekte.

NTFR 2008/2176 - Reactie op motie wetsvoorstel banksparen

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008
De staatssecretaris van Financiën beantwoordt vragen van de vaste commissie voor Financiën uit de Eerste Kamer over de uitwerking van de motie Vedder-Wubben c.s.. Deze motie is aangenomen bij het aannemen van het wetsvoorstel Banksparen door de Eerste Kamer (NTFR 2007/2285). De motie heeft betrekking op het verhogen van de maximumpremiegrondslag in de derde peiler.

NTFR 2008/2179 - Motief voor aandelenfusie beoordelen op moment van obligatoire fusieovereenkomst

ECLI:NL:HR:2008:AZ8531, datum uitspraak 10-10-2008, publicatiedatum 10-10-2008
Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008 met annotatie van drs. P.A. Visser
Belanghebbende is 100% aandeelhouder van D bv en 50% aandeelhouder van A bv. De overige 50% van de aandelen A bv worden gehouden door D bv. In een fax van 13 april 1999 wordt de notaris gevraagd een aandelenfusie in gang te zetten, waarbij D bv van belanghebbende het 50%-pakket in A bv verwerft tegen uitreiking van eigen aandelen. De notariële akte wordt op 25 mei 1999 verleden. Op 17 mei 1999 komen belanghebbende en F bv overeen dat D bv alle aandelen A bv aan F bv zal verkopen. In geschil is of de aandelenfusie gefacilieerd kan plaatsvinden. Hof Amsterdam (NTFR 2006/991) heeft geoordeeld dat van een gefacilieerde aandelenfusie geen sprake is als het hoofddoel daarvan belastingfraude of belastingontwijking is geweest. Het hof heeft voor de beoordeling van dit motief niet de toestand ten tijde van de uiteindelijke effectuering van de aandelenfusie (25 mei 1999) doorslaggevend geacht, maar die ten tijde van de totstandkoming van de obligatoire overeenkomst (vóór 17 mei 1999) tot die aandelenfusie. Het hof heeft op grond van de feiten geoordeeld dat belanghebbende en D bv de aandelenfusie waren overeengekomen voordat de overeenkomst tussen belanghebbende en F bv werd gesloten. Volgens het hof is belastingfraude of belastingontwijking dan ook niet het hoofddoel van de aandelenfusie geweest. De aandelenfusie kan derhalve gefacilieerd plaatsvinden. Belanghebbende hoeft ter zake van de vervreemding van de aandelen A bv geen winst uit aanmerkelijk belang in aanmerking te nemen.

NTFR 2008/2185 - Geen cassatie tegen oordeel inzake tijdige betaling belasting via pin

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008
De staatssecretaris van Financiën deelt mede af te zien van het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van Hof Amsterdam 16 september 2008, nr. 07/00860, NTFR 2008/1949. Hof Amsterdam overwoog in die uitspraak dat belanghebbende uit par. 8 BBBB redelijkerwijs kon afleiden dat ook een pinbetaling op het postkantoor wordt aangemerkt als een storting in contanten. Belanghebbende hoefde er niet op bedacht te zijn dat voor een storting bij het postkantoor vereist is dat eerst geld moet worden opgenomen met de pinpas, waarna dat geld contant bij het loket moet worden afgedragen, terwijl dit ook in één handeling kan door middel van een pinbetaling bij het loket. Belanghebbende kon het in rechte te beschermen vertrouwen ontlenen aan het besluit dat de door hem verrichte storting zou meebrengen dat als dag van betaling zou worden aangemerkt de eerste werkdag volgende op de dag van storting. Dat een pinbetaling civielrechtelijk niet gelijk te stellen is aan een contante betaling, doet daaraan niets af.

NTFR 2008/2187 - Hoedanigheid afnemer bij plaats van adviesdienst niet van belang

Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008 met annotatie van mr. dr. J.Th. Sanders
TRR is een door een werkgeversorganisatie en een werknemersvakbond opgerichte stichting naar Zweeds recht voor collectieve arbeidsovereenkomsten, die zowel economische als andere activiteiten verricht. Een verschil van mening met de Zweedse belastingdienst over de fiscale gevolgen van adviesdiensten die de stichting wil afnemen van een in Denemarken gevestigde ondernemer en over de vraag of zij moet worden geacht de hoedanigheid van ondernemer te hebben in de zin van btw leidt tot een prejudiciële vraag. Het Hof van Justitie EG verklaart voor recht dat art. 9, lid 2, sub e, Zesde Richtlijn en art. 56, lid 1, sub c, Btw-richtlijn, aldus moeten worden uitgelegd dat een persoon die adviesdiensten afneemt van een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige en die zowel economische activiteiten verricht als activiteiten die buiten de werkingssfeer van deze richtlijnen vallen, moet worden geacht de hoedanigheid van belastingplichtige te hebben, ook indien deze diensten alleen worden afgenomen ten behoeve van laatstgenoemde activiteiten.

NTFR 2008/2188 - Geen omzetbelasting over inschrijfgeld bij woningstichting

ECLI:NL:RBSGR:2008:BG1510, datum uitspraak 24-10-2008, publicatiedatum 24-10-2008
Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
Belanghebbende, een woningstichting, heeft inschrijfgeld ontvangen van woningzoekenden. De inspecteur is van mening dat de inschrijving en de daarop volgende selectie door de woningstichting een afzonderlijke dienst vormen waarover omzetbelasting verschuldigd is. De rechtbank overweegt dat de betalingen zijn verricht met het uiteindelijke doel om een woning te huren. De inschrijving moet worden beschouwd als een nevenprestatie die het fiscale regime van de hoofdprestatie, bestaande uit het verhuren van een woning, volgt. Het inschrijfgeld moet daarom worden aangemerkt als een onderdeel van de huur en is uit dien hoofde vrijgesteld.

NTFR 2008/2194 - Rioolzuiveringsinstallatie; bouwleges op basis van de totale kosten van het project

ECLI:NL:GHLEE:2008:BG1106, datum uitspraak 17-10-2008, publicatiedatum 22-10-2008
Aflevering 46, gepubliceerd op 13-11-2008 met annotatie van mr. M.P. van der Burg
Het waterschap heeft in 2004 het project 'Aanpassing en Uitbreiding van de rioolwaterzuiveringsinstallatie' opgestart. In dit kader zijn diverse werkzaamheden aanbesteed. Hiervoor is een bouwvergunning eerste fase en een bouwvergunning tweede fase aangevraagd. Ter zake zijn bouwleges geheven. Het waterschap heeft geen aannemingssom overgelegd en de heffingsambtenaar van de gemeente heeft de opgegeven bouwkosten vermeerderd met omzetbelasting en dit bedrag als grondslag genomen voor de bouwleges.