NTFR 2018/882 - ‘Digital Tax Package’ EC met voorstellen voor ‘eerlijkere belastingheffing digitale economie’
Aflevering 15, gepubliceerd op 12-04-2018 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de WildeOp 21 maart 2018 presenteerde de Europese Commissie een pakket maatregelen met als titel ‘Digital Tax Package’. Met dit pakket komt de Commissie met twee richtlijnvoorstellen op het gebied van de winstbelastingheffing specifiek voor (internet)bedrijven die hun omzet behalen uit digitale dienstverlening aan contentgebruikers in de Europese Unie. De gedachte in dit verband is dat landen waar deze gebruikers zich bevinden, aanspraak maken op een deel van de belastingtaart maar thans misgrijpen vanwege de gebrekkige wijze waarop de internationale winstbelastingsystemen van landen zouden functioneren. Het pakket bestaat uit (i) een Commissiemededeling getiteld ‘Time to establish a modern, fair and efficient taxation standard for the digital economy’ met bijlage, (ii) een richtlijnvoorstel met bijlagen voor een langetermijnmaatregel bestaande uit de introductie van een ‘digitale vaste inrichting’ (digital PE) en een set aanknopingspunten voor de winsttoerekening daaraan en een daarmee samenhangende Commissiemededeling voor maatregelen in de sfeer van de belastingverdragen met derdelanden, (iii) een richtlijnvoorstel voor een kortetermijnmaatregel in de vorm van een specifiek gerichte digitaledienstenbelasting voor bepaalde typen online dienstverlening zoals sociale-mediasites en online marktplatforms tegen een tarief van 3% (Digital Services Tax; DST), en (iv) een werkdocument van de diensten van de Commissie met samenvatting met een studie naar de impact van de voorgestelde maatregelen. Flankerend publiceerde de Europese Commissie ter verdere duiding op zijn website (https://ec.europa.eu/taxation_customs/business/company-tax/fair-taxation-digital-economy_en) een persbericht, een vraag-en-antwoordmemo en een informatieblad getiteld ‘Fair Taxation for the Digital Economy’. De wetgevingsvoorstellen zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad en voor advies aan het Europees Parlement. Indien aangenomen zoals voorgesteld, zouden de richtlijnen uiterlijk per 31 december 2019 in nationale wetgeving moeten zijn omgezet en toepassing vinden per 1 januari 2020.