NTFR 2019/1897 - WOZ-waarde kantoorgebouw terecht bepaald op basis van gecorrigeerde vervangingswaarde
ECLI:NL:HR:2019:1231, datum uitspraak 19-07-2019, publicatiedatum 19-07-2019
Aflevering 30, gepubliceerd op 25-07-2019 met annotatie van mr. B.S. KatsBelanghebbende is eigenaar van een kantoorgebouw dat begin 2011 in gebruik is genomen. In geschil is of de WOZ-waardering moet plaatsvinden naar marktwaarde (belanghebbende) of naar de gecorrigeerde vervangingswaarde (de heffingsambtenaar). Hof Arnhem-Leeuwarden (17 april 2018, nrs. 17/00215 en 17/00216, NTFR 2018/1230) heeft aannemelijk geacht dat belanghebbende bij de realisatie van de onroerende zaak niet uitsluitend een winstoogmerk heeft gehad, maar tevens een bijdrage heeft willen leveren aan de regionale sociaaleconomische ontwikkeling, en dat geen (andere) marktpartij in staat zou zijn de onroerende zaak met een uitsluitend winstoogmerk rendabel te verhuren. Het hof is daarom gekomen tot waardering op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, als gelegen boven de marktwaarde, welke waarde in goede justitie is bepaald door het hof. Belanghebbende heeft cassatieberoep aangetekend. Belanghebbende stelt onder meer dat het hof met zijn oordeel dat de hoofdregel uit het Pieperschuurarrest niet van toepassing is, heeft miskend dat voor de toepassing van die hoofdregel niet relevant is of een onroerende zaak in de commerciële sfeer wordt gebezigd, maar of het een courant object betreft. Die stelling is volgens de cassatierechter onjuist. Het voorschrift van art. 17, lid 3, Wet WOZ inzake de toepassing van de gecorrigeerde vervangingswaarde geldt namelijk ongeacht of de onroerende zaak courant dan wel incourant is en ongeacht of de onroerende zaak al dan niet wordt gebruikt in de commerciële sfeer. Uit het Pieperschuurarrest en uit HR 9 februari 2007, nr. 41.265, NTFR 2007/401 volgt dat voor een niet in de commerciële sfeer gebezigde onroerende zaak niet op de enkele grond dat de onroerende zaak courant is, kan worden aangenomen dat de gecorrigeerde vervangingswaarde niet afwijkt van de waarde in het economische verkeer. In de hofuitspraak ligt besloten dat de onroerende zaak voor belanghebbende in economisch opzicht een hogere waarde heeft dan de prijs die de beste koper in de markt zou betalen. Het oordeel van het hof dat de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onroerende zaak zelfstandig (onafhankelijk van de waarde in het economische verkeer) moet worden bepaald, is cassatieproof, aldus de Hoge Raad.