NTFR 2009/141 - L'histoire se répète: van Hendrik VIII en Jan Kees de Jager
Aflevering 4, gepubliceerd op 22-01-2009 geschreven door prof. dr. F. SonneveldtTijdens de heerschappij van Hendrik VIII speelde een opmerkelijke rechtszaak. In september 1533 overleed Thomas Fiennes, Lord Dacre of the South. Hij behoorde tot de topadel van Engeland. Volgens het toen geldende leenrecht was zijn minderjarige kleinzoon zijn enig erfgenaam. Tijdens leven had Thomas Fiennes zijn lenen overgedragen aan een aantal vrienden in het kader van een zogenoemde use.De term is niet afgeleid van het Latijnse usus, maar valt uiteindelijk terug te voeren op de Latijnse woorden ad opus, ten behoeve van. Deze rechtsfiguur was ontstaan als een reactie op het bestaande Engelse erfrecht dat de absolute primogenituur als uitgangspunt hanteerde en dat het maken van testamentaire wilsbeschikkingen verbood. Derhalve erfde volgens het wettelijk erfrecht de oudste zoon de lenen.J. Hudson, Land, Law and Lordship in Anglo-Norman England, Clarendon, Oxford, 1994, p. 109 e.v. Het erfrecht stond nauwelijks toe dat men jongere kinderen verzorgd kon achterlaten. Indien men toch van het geldende erfrecht afwijkende beschikkingen wilde treffen kon dit door middel van de use. Daarbij werden lenen tijdens leven overgedragen aan feoffees to useOok wel feoffees to uses., vertrouwenspersonen die volgens de regels van de common law de eigendom verwierven. Het was daarbij niet ongebruikelijk dat deze vertrouwenspersonen de lenen hielden ten behoeve van de insteller van de use, de feoffor to use, tijdens diens leven en na zijn overlijden ten behoeve van door de feoffor to use aangewezen personen.Een dergelijke begunstigde werd cestuy que use genoemd, een samentrekking van cestuy a que use le feoffment fuit fait, degene ten behoeve van wie het leen werd overgedragen. Zie J. Bean, The Decline of English Feudalism, University Press, Manchester, 1968, p. 29. Lord Dacre of the South had de feoffees to use geïnstrueerd om bij zijn overlijden bepaalde schulden af te lossen, legaten uit te keren aan bepaalde familieleden en het resterende bedrag aan zijn kleinzoon uit te betalen bij het bereiken van zijn vierentwintigste verjaardag.