NTFR 2011/2535 - Hoe vitaal is de vitaliteitsregeling eigenlijk?
Aflevering 46, gepubliceerd op 17-11-2011 geschreven door mr. A.J.M. ArendsDe vitaliteitsregeling die op 4 juli jl. in een brief van minister Kamp van Sociale Zaken en WerkgelegenheidKamerstukken II, 2009-2010, 32 359, nr. 1. was aangekondigd, is in het Belastingplan 2010 in wetgeving uitgewerkt. De regeling beoogt de opvolger te zijn van de levensloopregeling die nog maar sinds 1 januari 2006 bestaat maar na evaluatieKamerstukken II, 2010-2011, 29 544, nr. 329, als digitaal brondocument opgenomen bij NTFR 2011/2030. volgens de wetgever niet aan het beoogde doel ervan voldoet. De levensloopregeling op haar beurt was de opvolger van de verlofspaarregeling die in de levensloopregeling is opgegaan. Bij de evaluatie van de levensloopregeling is gebleken dat de regeling vooral wordt gebruikt om te sparen om eerder geheel of gedeeltelijk te kunnen stoppen met werk in plaats van, zoals de wetgever het destijds uitdrukte, om de druk in het spitsuur van het leven van werknemers te kunnen verminderen. Dat spitsuur ligt op een (veel) jongere leeftijd en zou dus vooral een jongere generatie werknemers hebben moeten verleiden van de levensloopregeling gebruik te maken. In plaats daarvan maken vooral oudere werknemers van de regeling gebruik als alternatief voor de per 1 januari 2006 afgeschafte prepensioenregeling. Dat effect is strijdig met het kabinetsbeleid om werknemers te bewegen langer door te werken en heeft de wetgever ertoe gebracht de levensloopregeling per 1 januari 2012 af te schaffen. Nu moet dat afschaffen met een korrel zout worden genomen gelet op het overgangsrecht waarop ik nog terugkom, maar feit is dat de mogelijkheid belastingvrij in de spaarloonregeling in te leggen per 1 januari 2012 wordt stopgezet en dat een jaar later de vitaliteitsregeling wordt ingevoerd.