NTFR 2020/2437 - Belastingheffing bij woningcorporaties: onevenredige heffing nader beschouwd
Aflevering 36, gepubliceerd op 03-09-2020 geschreven door drs. R. van HaperenOp 3 juli jl. is eindelijk de uitkomst van het onderzoek naar de opgave en middelen van woningcorporaties gepresenteerd naar aanleiding van de motie-Ronnes c.s.Kamerstukken II, 2018-2019, 35000-VII, nr. 52. De afgelopen maanden is er door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst veelvuldig verwezen naar dit onderzoek. Dit onderzoek laat zien dat woningcorporaties op de middellange termijn (tot 2035) niet in staat zijn om aan de opgave te voldoen die nodig is; zo’n € 30 miljard van de maatschappelijke opgave die woningcorporaties eigenlijk tot 2035 zouden moeten oppakken, zoals nieuwbouw, verduurzaming en renovaties, zullen niet kunnen worden uitgevoerd.Nr. 2020-0000400098. Op de lange termijn (2050) zal het tekort nog veel groter worden. Nu lijkt 2050 nog te ver weg om zich daarover al zorgen te maken. Echter, in het kader van alle klimaatdoelstellingen zou in 2050 de gehele woningvoorraad van woningcorporaties gemiddeld label A moeten hebben en volledig gasloos moeten zijn. Misschien is dit een goed moment om eens te kijken naar de bovenmatige fiscale last die woningcorporaties hebben ten opzichte van andere belastingplichtigen, en dan specifiek vastgoedbeleggers. Door de beperkte omvang van het aantal belastingplichtigen zijn de meeste fiscalisten niet zo bekend met deze sector, hooguit zijdelings. In deze bijdrage neem ik de geïnteresseerde lezer graag mee naar die wondere wereld van de heffing van woningcorporaties. Ik zal mij hierbij beperken tot de vennootschapsbelasting en de verhuurderheffing.