NTFR 2017/1561 - Hoge Raad verwijst opnieuw voor vraag of golfbaan geschikt is voor zelfstandig gebruik
ECLI:NL:HR:2017:1097, datum uitspraak 16-06-2017, publicatiedatum 16-06-2017
Aflevering 26, gepubliceerd op 29-06-2017 met annotatie van drs. R. van HaperenBelanghebbende heeft op 2 augustus 2006 enkele percelen grond gekocht en wil hierop een golfbaan aanleggen. In de akte van levering worden de percelen aangemerkt als een bouwterrein. Volgens de inspecteur is er geen sprake van een bouwterrein en hij legt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. Voorafgaand aan de verkrijging zijn gewassen verwijderd, is grond uitgegraven met het oog op de aanleg van waterpartijen, zijn er hoogteverschillen in het terrein aangebracht en zijn er een weg en een parkeerplaats aangelegd. Na de verkrijging is onder andere een grote hoeveelheid zand aangebracht, zijn er bruggen en beschoeiingen gemaakt en duikers en bunkers gerealiseerd. Tevens is op een later aangekocht belendend perceel een clubhuis met een parkeerterrein gerealiseerd. Na verwijzing door de Hoge Raad (12 december 2014, nr. 13/01646, NTFR 2015/634) heeft Hof Amsterdam (19 mei 2016, nr. 14/01020, NTFR 2016/2101) geoordeeld dat de golfbaan zich vanuit het perspectief van de modale consument niet leent voor zelfstandig gebruik, zodat er sprake is van een bouwterrein. Aldus is de vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing op de verkrijging van de percelen grond. De staatssecretaris heeft daartegen cassatieberoep ingesteld. Volgens de Hoge Raad heeft het hof een verkeerde toets aangelegd door het perspectief van de gemiddelde consument/speler doorslaggevend te achten voor de vraag of de golfbaan geschikt is voor zelfstandig gebruik. Als uitgangspunt bij de vaststelling of de op de percelen te realiseren golfbaan zich leent voor zelfstandig gebruik, heeft, volgens de Hoge Raad, te gelden dat niet met elkaar verbonden dan wel, indien verbonden, juridisch of fysiek te onderscheiden, onroerende zaken afzonderlijk in aanmerking moeten worden genomen wanneer zij afzonderlijk (kunnen) worden gebruikt. Deze toets heeft het hof niet aangelegd.