NTFR 2015/1547 - A-G Van Hilten belicht het 'oude' systeem van omzetbelastingheffing bij kansspelautomaten
ECLI:NL:PHR:2015:545, datum uitspraak 21-04-2015, publicatiedatum 08-05-2015
Aflevering 21, gepubliceerd op 21-05-2015 met annotatie van E.H. van den ElsenSinds 1 juli 2008 worden in Nederland kansspelautomatenspelen als kansspelen in de zin van de Wet OB 1968 aangemerkt. Dat betekent dat de daarmee behaalde omzet onder de vrijstelling van art. 11, lid 1, onderdeel l, Wet OB 1968 valt. Voordien golden deze op automaten gespeelde kansspelen in Nederland niet als ‘kansspelen’ in de zin van de kansspelbelasting, zodat enerzijds de op kansspelautomaten gewonnen prijzen niet in de heffing van kansspelbelasting werden betrokken, maar anderzijds de (door de exploitant behaalde) opbrengst uit kansspelautomaten belast was met omzetbelasting. De vraag in deze procedure is of de Nederlandse heffing van omzetbelasting ter zake van kansspelautomaten vóór 1 juli 2008 in strijd is met art. 13, B, sub f, Zesde Richtlijn (thans art. 135, lid 1, aanhef en onderdeel i, Btw-richtlijn), dan wel met het aan deze richtlijnen ten grondslag liggende beginsel van fiscale neutraliteit.