Aflevering 3

Gepubliceerd op 16 januari 2020

NTFR 2020/142 - Stoppen met excessief lenen van eigen bv

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 geschreven door dr. D. Molenaar
Het wetsvoorstel ‘Excessief lenen van de eigen bv’ zal in maart 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd worden, las ik in de Planningsbrief 2020 van het Ministerie van Financiën. Ik ben heel benieuwd, want er was veel kritiek op het conceptwetsvoorstel waarover in maart 2019 een internetconsultatie heeft plaatsgehad.O.m. prof. E.J.W. Heithuis, ‘Excessief heffen (!) bij lenen van de eigen bv’, NTFR 2019/1020. Wat gaat er uit de ‘black box’ van Financiën komen, hebben ze zich er iets van aangetrokken? In deze Opinie deel ik mijn ervaringen en ideeën; misschien kunnen ze nog mee in de overwegingen.

NTFR 2020/143 - Brief aan Tweede Kamer over versterking aansturing Belastingdienst

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
De minister van Financiën heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij uiteenzet hoe het kabinet de aansturing van de Belastingdienst wil versterken om zo tot een betere dienstverlening te komen. De grootste bestuurlijke aanpassing is de opsplitsing van de Belastingdienst in Belastingdienst, Toeslagen en Douane met elk een eigen directeur-generaal. De huidige directeur-generaal Belastingdienst stopt ermee. Het kabinet ziet interventies op de volgende gebieden:

NTFR 2020/148 - Gerectificeerde landbouwnormen – onderdeel eigen verbruik en privégebruik 2019

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
Er is een nieuwsbericht verschenen over de op 12 december 2019 gepubliceerde normen voor het eigen verbruik van de meest gangbare agrarische producten en richtbedragen voor het privégedeelte van de kosten van energie en water. Volgens het nieuwsbericht waren enkele bedragen onjuist. Het zou gaan om de richtbedragen voor het eigen verbruik van energie en water in tabel 2. Deze bedragen stonden ten onrechte inclusief btw vermeld.

NTFR 2020/150 - Vervallen VenA’s

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 geschreven door mr. J.Th. Gommer MPLA CCFP
Per 1 januari 2020 heeft het CAP een groot aantal VenA’s over afkoop en omzetting pensioen in eigen beheer ingetrokken of aangepast. Nu de overgangstermijn van de Wet Uitfasering PEB is verstreken, hebben een aantal VenA’s hun belang immers verloren. Met name de VenA’s die gericht waren op afkoop zijn komen te vervallen.

NTFR 2020/152 - Financiering verduurzaming woningen in het kader van het Klimaatakkoord

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, mede namens de minister voor Rechtsbescherming, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de ondersteuning en financiering van de verduurzaming van eigen woningen. De verduurzaming komt voort uit het Klimaatakkoord, waarin onder meer is afgesproken dat tot 2030 woningen, kantoren, scholen en andere gebouwen worden verduurzaamd. In dat verband is het de ambitie om tot en met 2030 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen in de wijkgerichte aanpak te isoleren en aardgasvrij te maken (of tenminste gereed te maken voor omschakeling naar een andere duurzame warmtevoorziening). Hiervoor is subsidie beschikbaar en de bewoners worden zo goed mogelijk ondersteund met aantrekkelijke financierings- en ontzorgingsarrangementen. De fiscale aspecten daarvan spelen bij de zogeheten gebouwgebonden financiering en bij financiering door middel van erfpacht. De rente van gebouwgebonden financiering is fiscaal niet aftrekbaar. Of financiering door middel van erfpacht tot aftrek leidt, is afhankelijk van de vormgeving van het financieringsmodel. Hierover zijn aanbieders ervan in overleg met de Belastingdienst.

NTFR 2020/153 - Stukken openbaar over totstandkoming rekening-courantmaatregel (excessief lenen)

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
De minister van Financiën heeft na een WOB-verzoek 76 pagina’s openbaar gemaakt die zien op de zogenoemde rekening-courantmaatregel: het aangekondigde voorstel van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (NTFR 2019/602). Het gaat om stukken over de voorbereiding van het voorstel, de opbrengstenramingen, de verzachting door uitzondering van de eigenwoningschuld en de rekening-courantschulden in de periode 2011-2015.

NTFR 2020/154 - Na uitspraak rechtbank box 3-stukken alsnog openbaar gemaakt

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
De minister van Financiën heeft een nieuw besluit genomen op een bezwaar tegen een WOB-besluit. In het WOB-verzoek had de verzoeker gevraagd om de documenten die ten grondslag liggen aan de keuzes die zijn gemaakt bij de herziening van de vermogensrendementsheffing zoals opgenomen in de memorie van toelichting op het Belastingplan 2016 en de daarbij gevoegde bijlage A.

NTFR 2020/156 - Buitenlandse belastingplicht voor inkomen uit aanmerkelijk belang

ECLI:NL:HR:2020:21, datum uitspraak 10-01-2020, publicatiedatum 10-01-2020
Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 met annotatie van mr. D.C. Simonis
A heeft in 1978 een concern opgericht, waarbij Holding bv fungeerde als houdstervennootschap. In 1985 is belanghebbende tussen A en Holding bv geschoven. In 2009 is aandeelhouder A verhuisd naar Zwitserland. In 2010 is aangevangen met de verkoop van de werkmaatschappijen. De feitelijke leiding van belanghebbende is toen verplaatst naar Luxemburg. Sindsdien wordt belanghebbende bestuurd door een trustmaatschappij die ook de administratie verzorgt. Belanghebbende beschikt niet over een kantoorruimte en heeft geen werknemers. In 2011 heeft Holding bv een werkmaatschappij verkocht aan een Duitse verzekeraar. In 2012 heeft Holding een dividend van € 24,2 miljoen uitgekeerd aan belanghebbende, gevestigd in Luxemburg. Belanghebbende heeft de dividenduitkering niet als Nederlands inkomen aangegeven. De inspecteur heeft de dividenduitkering in aanmerking genomen als belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang op grond van art. 17, lid 3, onderdeel b, Wet VPB 1969. Met toepassing van het belastingverdrag Nederland-Luxemburg is over de dividenduitkering vennootschapsbelasting geheven naar een tarief van 2,5%.

NTFR 2020/157 - Vernietiging schenkingsovereenkomst wegens dwaling geen grond voor vernietiging aanslag schenkbelasting maar mogelijk wel voor vermindering

ECLI:NL:HR:2020:1, datum uitspraak 10-01-2020, publicatiedatum 10-01-2020
Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 met annotatie van mr. A. de Vries
Belanghebbende heeft op 22 september 2015 een woning gekocht van zijn oudtante. Deze heeft hem een koopprijs van € 225.000 toegezegd. In de op 2 november 2015 gedagtekende leveringsakte is een koopprijs van € 325.000 vermeld. Bij notariële schenkingsakte van 7 december 2015 heeft belanghebbende € 100.000 geschonken gekregen van zijn oudtante. Belanghebbende heeft hiervan op 4 april 2016 aangifte gedaan. De aanslag schenkbelasting is conform deze aangifte op 30 augustus 2016 opgelegd. Bij notariële akte van rectificatie van de schenking van 4 november 2016 is de schenking op grond van dwaling omgezet in een lening. De oudtante heeft die lening eind 2017 kwijtgescholden. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden (22 januari 2019, nr. 18/00126, NTFR 2019/481 is de aanslag schenkbelasting terecht opgelegd. Van een verschoonbare rechtsdwaling is geen sprake, aldus het hof. In cassatie houdt deze hofuitspraak echter geen stand. De Hoge Raad stelt voorop dat wanneer door vernietiging van een schenkingsovereenkomst wegens dwaling een ongedaanmakingsverplichting ontstaat, de uitoefening van het daarmee corresponderende terugvorderingsrecht reden kan zijn om met toepassing van art. 53, lid 1, SW 1956 de opgelegde aanslag schenkbelasting te verminderen. Die vernietiging van een schenkingsovereenkomst betekent echter niet dat de schenking, het belastbare feit naar aanleiding waarvan de aanslag is opgelegd, teniet is gedaan. Vernietiging van een schenkingsovereenkomst kan daarom geen reden zijn die aanslag te vernietigen. Bedoelde vermindering wordt volgens art. 53, lid 5, SW 1956 verleend op een verzoek dat geschiedt door het doen van aangifte en waarop de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist. Deze bepaling heeft tot doel te waarborgen dat op een latere gebeurtenis, die aanleiding tot vermindering kan zijn, een beroep kan worden gedaan en dat daarvoor een rechtsingang is. Dat verzoek moet worden ingediend binnen acht maanden nadat de oorzaak tot vermindering is ontstaan. Geen rechtsregel verzet zich ertegen dat een belastingplichtige om toepassing van art. 53, lid 1, SW 1956 kan verzoeken in het bezwaar of (hoger) beroep tegen de aanslag in de schenkbelasting. Gelet op het voorgaande, kan het beroep van belanghebbende in geen geval tot vernietiging van de aanslag kan leiden. Vernietiging van een schenkingsovereenkomst wegens wederzijdse dwaling als bedoeld in art. 6:228, lid 1, onderdeel c, BW leidt tot vermindering van de aanslag in de schenkbelasting op grond van art. 53, lid 1, SW 1956, tenzij de bij de schenkingsovereenkomst en het beroep op vernietiging betrokken partijen het beroep op vernietiging slechts hebben voorgewend. Naast deze maatstaf is voor toepassing van art. 6:228, lid 2, BW geen plaats. Het is aan degene die zich op de vernietiging beroept om voldoende aanknopingspunten voor de gestelde dwaling te verschaffen. Het is aan de inspecteur om aannemelijk te maken dat de vernietiging van de schenkingsovereenkomst slechts is voorgewend. Gelet hierop, moet verwijzing volgen. De verwijzingsrechter zal partijen de gelegenheid moeten bieden hun stellingen aan dit arrest aan te passen. Dat wil zeggen dat belanghebbende de gelegenheid moet krijgen op te geven of hij met toepassing van art. 53, lid 1, SW 1956 om vermindering verzoekt, en zo ja, dat de inspecteur de gelegenheid moet krijgen aannemelijk te maken dat het verzoek om vermindering berust op een oorzaak die slechts is voorgewend. Opgemerkt wordt nog dat hier de termijn van acht maanden niet is overschreden.

NTFR 2020/159 - Teruggaaf omzetbelasting wegens oninbare huur; hof treedt buiten rechtsstrijd

ECLI:NL:HR:2020:24, datum uitspraak 10-01-2020, publicatiedatum 10-01-2020
Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 met annotatie van mr. J.P.W.H.T. Becks en drs. J. van der Laan
Belanghebbende verhuurt met berekening van omzetbelasting een onroerende zaak. De huurder betaalt vanaf 2010 geen huur meer. In april 2012 is met de huurder een vaststellingsovereenkomst gesloten over de afwikkeling van de huurvordering. In 2013 is de huurovereenkomst beëindigd. Belanghebbende heeft om teruggaaf verzocht van de omzetbelasting die zij in verband met de verhuur heeft voldaan van 2010 t/m 2013. Hof Den Bosch (11 januari 2019, nr. 17/00807, NTFR 2019/931) heeft zich over het teruggaafverzoek niet uitgelaten, omdat het hof ambtshalve heeft geconstateerd dat dit teruggaafverzoek te laat was ingediend. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Bij het hof hebben beide partijen uitdrukkelijk verklaard dat het teruggaafverzoek tijdig is gedaan. Het hof is dus buiten de grenzen van het geschil getreden door daarover te oordelen. Het betreft geen kwestie die de rechter ambtshalve moet beoordelen. De Hoge Raad doet vervolgens de zaak zelf af door te oordelen dat de huur over de periode van 2010 t/m 2013 niet is en niet zal worden ontvangen, zodat de omzetbelasting moet worden teruggegeven.

NTFR 2020/163 - Segler-Vereinigung Cuxhaven: geen verlaagd btw-tarief verhuur ligplaatsen voor schepen

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
Segler-Vereinigung Cuxhaven is een geregistreerde vereniging van algemeen nut die tot doel heeft de zeilsport en gemotoriseerde watersport te bevorderen. Zij beheert ongeveer driehonderd ligplaatsen voor schepen, waarvan ongeveer de helft aan leden van de vereniging was toegewezen. Deze leden zijn verplicht te gedogen dat hun ligplaatsen in hun afwezigheid door passanten worden gebruikt. De overige ligplaatsen kunnen onbeperkt door passanten worden gebruikt. De verwijzende rechter vraagt zich af of het verlaagde btw-tarief voor de verhuur van percelen op kampeerterreinen en in caravanparken ook van toepassing is op de verhuur van ligplaatsen voor schepen.

NTFR 2020/164 - Koerslijst Autotelex Pro is een koerslijst in wettelijke zin en bruikbaar voor jonge auto's van een exclusief merk

ECLI:NL:PHR:2019:1228, datum uitspraak 25-11-2019, publicatiedatum 13-12-2019
Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 met annotatie van mr. H.A. Elbert
Over de maand juni 2013 heeft belanghebbende aangifte BPM gedaan voor een uit Duitsland ingevoerde auto. Ten tijde van de registratie in Nederland had de auto een kilometerstand van 881. In Duitsland was de auto eerst ten behoeve van potentiële klanten ingezet als demonstratieauto op een gesloten circuit in Duitsland (geen registratie aldaar vereist). Ten tijde van de verkoop aan belanghebbende bedroeg de kilometerstand 712 kilometer, pas daarna heeft registratie in Duitsland plaatsgevonden.

NTFR 2020/171 - Strafrechtelijke vrijspraak voor drugstransacties hoeft aanslagoplegging voor inkomsten uit drugs niet in de weg te staan

ECLI:NL:PHR:2019:1104, datum uitspraak 30-10-2019, publicatiedatum 05-12-2019
Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020 met annotatie van mr. R.W.J. Kerckhoffs
Belanghebbende is strafrechtelijk vervolgd op verdenking van handel in verdovende middelen. Hof Amsterdam (strafkamer) heeft bij arrest van 29 maart 1999 een groot deel van de ten laste gelegde transacties onvoldoende bewezen geacht en heeft belanghebbende in zoverre vrijgesproken. Slechts één onderdeel van de tenlastelegging werd uiteindelijk bewezen verklaard, namelijk de verkoop van handelshoeveelheden hasjiesj in de periode van 1 april 1994 t/m 9 december 1996. Daarvoor is belanghebbende veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar. In een daaropvolgende ontnemingsprocedure is het ontnemingsbedrag vastgesteld op f. 1.038.000.

NTFR 2020/172 - Regeling openbaarmaking vergrijpboetes

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
De Regeling openbaarmaking vergrijpboetes geeft uitvoering aan het op 1 januari 2020 in werking getreden art. 67r AWR en art. 42a Awir. Hierin is bepaald dat een onherroepelijk geworden vergrijpboete opgelegd aan de medeplegende beroepsbeoefenaar openbaar gemaakt kan worden. In het tweede artikel van de nieuwe regeling is vastgelegd dat een kennisgeving van het voornemen tot het nemen van een voor bezwaar vatbare beschikking tot openbaarmaking van de boetebeschikking wordt verzonden aan de overtreder. Er wordt daarbij een redelijke termijn gegeven aan de overtreder om de gronden in de kennisgeving gemotiveerd te betwisten. Belangrijk is de in art. 3 van de regeling opgenomen verplichting voor de inspecteur, onderscheidenlijk Belastingdienst/Toeslagen, tot het toetsen van de proportionaliteit van het besluit tot openbaarmaking. Er dient een belangenafweging te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van een adequate voorlichting van het publiek en anderzijds het belang dat de overtreder heeft bij eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Hierbij dienen onder andere factoren als het tijdsverloop en de persoonlijke omstandigheden (art. 3, lid 2 van de regeling) in aanmerking te worden genomen.

NTFR 2020/175 - Toepassing MAP-tiebreaker in belastingverdragen bij dubbele woonplaats lichamen

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
Dit besluit bevat enkele procedureregels voor de toepassing van de zogenoemde MAP-tiebreaker in een aantal belastingverdragen. Volgens deze MAP-tiebreaker bepalen de bevoegde autoriteiten van Nederland en van de andere verdragsstaat in onderling overleg de verdragswoonplaats van niet-natuurlijke personen die fiscaal als inwoner van beide staten worden aangemerkt (dual residents). Achtergrond is dat als gevolg van de inwerkingtreding van het Multilateraal Instrument (MLI) deze MAP-tiebreaker – per 1 januari 2020 of vanaf een later tijdstip – van toepassing wordt in verschillende Nederlandse belastingverdragen. In verband hiermee bevat het besluit ook een goedkeuring voor (bestaande) situaties waarin het inwonerschap van een lichaam voor de toepassing van het belastingverdrag al eerder is bepaald. Het navolgende geeft een verkorte weergave van de inhoud van het besluit. Voor de volledige tekst wordt verwezen naar het brondocument.

NTFR 2020/176 - Rapport CPB over effect Deense beneficial ownership-zaken op belastingvoordelen multinationals

Aflevering 3, gepubliceerd op 16-01-2020
Multinationals kunnen moeilijker profiteren van belastingvoordelen van Europese regels door arresten van het HvJ. Wereldwijd kan het profijt van het omsluizen van hun inkomen via brievenbusmaatschappijen met 20% dalen. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het rapport ‘Limitation of holding structures for intra-EU dividends: A blow to tax avoidance?’