NTFR 2014/1115 - De civielrechtelijke vorm en de uitzonderingen
Aflevering 16, gepubliceerd op 17-04-2014 geschreven door mr. drs. A.J. van den BosOp 7 februari 2014 heeft de Hoge Raad twee arresten gewezen waarin de vraag aan de orde was of een geldverstrekking beschouwd moet worden als een kapitaalverstrekking dan wel als een lening, in een situatie waarin aan de geldverstrekking de vorm van een kapitaalverstrekking was gegeven. Het oordeel van de Hoge Raad luidde dat in beginsel beslissend is de civielrechtelijke vorm die partijen aan de geldverstrekking hebben gegeven. Het maken van een uitzondering op die hoofdregel, afhankelijk van het risico dat het kapitaal daadwerkelijk zou worden aangesproken voor de betaling van schulden, zou volgens de Hoge Raad tot rechtsonzekerheid leiden over de vraag waar bij naamloze en besloten vennootschappen de grens moet worden getrokken tussen het verstrekken van risicodragend kapitaal en het verstrekken van een geldlening.