NTFR 2020/2824 - De meldingsplichtige niet-grensoverschrijdende constructie: contradictio in terminis?
Aflevering 42, gepubliceerd op 15-10-2020 geschreven door prof. dr. J.P. BoerDe Leidraad meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies van 24 juni 2020Stcrt. 2020, 34991. (hierna: de Leidraad) bevat een uitgebreide toelichting op de bepalingen die op grond van de Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies zijn ingevoerd.Wet van 18 december 2019 tot wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PbEU 2018, L 139) (Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies), Stb. 2019, 509. In het bijzonder gaat het om art. 2d en 10h van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIBB) die bij die gelegenheid zijn ingevoegd. Deze twee nieuwe bepalingen vormen de Nederlandse wettelijke basis voor de mandatory disclosure van belastingadviezen. Inhoudelijk bieden beide bepalingen echter weinig tot geen inzicht in de materie. Sterker nog: zonder de tekst van Richtlijn (EU) 2018/822, ook wel DAC6 genoemd (hierna: de Richtlijn), te raadplegen, zijn de genoemde wetsartikelen simpelweg onbegrijpelijk, aangezien deze in wezen uit niets anders bestaan dan een integrale verwijzing naar de bepalingen van de Richtlijn. Voor een goede impressie volstaat een blik op de achttien verwijzingen in art. 2d en 10h WIBB.