Aflevering 21

Gepubliceerd op 23 mei 2019

NTFR 2019/1271 - De financiering van de bv kan volledig in box 2!

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 geschreven door drs. N.M. Ligthart
Een aanmerkelijkbelanghouder kan in meerdere hoedanigheden in relatie tot zijn bv in de heffing worden betrokken, bijvoorbeeld als aandeelhouder en als schuldeiser. Anders is het bij een IB-ondernemer die als financier slechts één hoedanigheid kent en in principe geen keuze heeft wat betreft de wijze waarop hij vermogen ter beschikking stelt aan de eigen onderneming. Voor een aanmerkelijkbelanghouder bevindt de financiering via een (informele) kapitaalstorting zich in de box 2-sfeer. Vergoedingen en waardeveranderingen van kapitaal behoren tot het inkomen uit aanmerkelijk belang. Bij de aanmerkelijkbelanghouder die een geldlening verstrekt, valt de schuldvordering onder de terbeschikkingstellingsregeling van box 1. Vergoedingen en waardeveranderingen zijn belast tegen het progressieve tabeltarief. Daar staat een aftrekrecht tegenover bij de bv van de verschuldigde vergoedingen. Het maakt dus verschil op welke wijze een aanmerkelijkbelanghouder zijn bv financiert. Maar waarom zou het fiscaal bezien mogen uitmaken in welke vorm een aanmerkelijkbelanghouder zijn bv financiert?

NTFR 2019/1272 - Na juridische fusie is rente toerekenbaar aan winningsbedrijf en dus aftrekbaar voor de heffing van winstaandeel

ECLI:NL:HR:2019:687, datum uitspraak 10-05-2019, publicatiedatum 10-05-2019
Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van mr. N.I. Groenland
Belanghebbende houdt zich bezig met het winnen van aardgas op de Noordzee. Zij heeft een winningsvergunning op grond van de Mijnbouwwet en is voor resultaten daaruit onderworpen aan de heffing van een winstaandeel (naast de vennootschapsbelasting). Belanghebbende heeft geld geleend om een deelneming te verwerven die eveneens een winningsvergunning heeft. Die deelneming is vervolgens fiscaal gefaciliteerd juridisch gefuseerd in belanghebbende. In geschil is of belanghebbende de betaalde rente kan aftrekken als kosten van haar winningsbedrijf voor de bepaling van het winstaandeel. De inspecteur meent van niet omdat de rente verband houdt met het houden van een deelneming. Hof Den Haag (26 september 2017, nr. 17/00245, NTFR 2018/204) heeft aftrek toegestaan. De Hoge Raad onderschrijft dit oordeel. Onder omstandigheden kan een geldlening die op het moment van het aangaan ervan (nog) niet diende ter financiering van in het winningsbedrijf gebruikte bezittingen, die functie op een later moment gaan vervullen. Zulke omstandigheden doen zich hier voor. De geldlening diende enkel ter financiering van de verwerving van een deelneming waarin uitsluitend een winningsbedrijf werd gedreven. Vervolgens is dit winningsbedrijf – door een fusie – een winningsbedrijf van de verkrijgende winstaandeelplichtige geworden. Dan gaat ook de geldlening behoren tot het vermogen van dat winningsbedrijf.

NTFR 2019/1278 - Antwoord op Kamervragen over het Scandinavische duale stelsel voor het belasten van directeuren-grootaandeelhouders

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord over het zogenoemde Scandinavische model voor het belasten van ondernemers met een duaal stelsel. Daarbij wordt een forfaitaire winst toegekend aan vermogen en de overwinst wordt belast als inkomen uit arbeid. De staatssecretaris antwoordt dat binnen het huidige Nederlandse belastingstelsel directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) een fiscale prikkel hebben om hun gebruikelijk loon zo laag mogelijk vast te stellen. Bovendien hebben dga’s momenteel de mogelijkheid om belastingheffing (in box 2) langdurig uit te stellen. Hij verwijst naar de brief van 15 april 2019 waarin hij aangaf om begin 2020 concrete voorstellen te doen voor verbetering van het belastingstelsel. Het onderzoek daarnaar moet leiden tot beleidsopties binnen het huidige stelsel, maar er zal ook gekeken worden naar verdergaande hervormingen. In dat kader wordt ook het invoeren van een duaal stelsel onderzocht, waarbij ervaringen in andere (Scandinavische) landen worden meegenomen.

NTFR 2019/1280 - Wet spoedreparatie fiscale eenheid in Staatsblad

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019
De wet van 24 april 2019 tot wijziging van de Wet VPB 1969 en de Wet DB 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake de fiscale eenheid (Wet spoedreparatie fiscale eenheid) is in het Staatsblad geplaatst. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 23 april 2019 aangenomen. De wet treedt in werking op 17 mei 2019 en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2018.

NTFR 2019/1283 - Reactie op onderzoeken naar de erf- en schenkbelasting door CBS en ADR

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019
De minister en de staatssecretaris van Financiën beantwoorden schriftelijke vragen over de onderzoeken door het Centraal Planbureau en de Auditdienst Rijk over erf- en schenkbelasting. De vaste commissie voor Financiën had om die reactie gevraagd op 2 april jl. naar aanleiding van de brieven van de bewindslieden van Financiën van 13 februari en 14 maart jl. over de geplande onderzoeken naar de erf- en schenkbelasting door het Centraal Planbureau en de Auditdienst Rijk en de bijbehorende tijdspaden.

NTFR 2019/1286 - Budimex: formele oplevering en aanvaarding is tijdstip waarop dienst wordt verricht

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van mr. E.H.A.M. Thijssen
Budimex heeft de Poolse minister van Financiën verzocht om een ruling betreffende de verschuldigdheid van btw bij door haar uitgevoerde bouw- en montagewerkzaamheden. In de overeenkomsten die Budimex sluit, is bedongen dat de aanbesteder de werkzaamheden moet aanvaarden in een certificaat van oplevering. De verwijzende rechter vraagt zich af of de formele oplevering en aanvaarding moet worden beschouwd als het tijdstip waarop de dienst is verricht.

NTFR 2019/1287 - PORR Építési: belastingdienst mag aftrek van niet verschuldigde btw weigeren

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
PORR heeft in het kader van de bouw van een snelweg van ten minste drie leveranciers facturen aanvaard waarop btw stond vermeld. PORR heeft deze facturen betaald en de btw in aftrek gebracht. De belastingdienst was echter van mening dat de betrokken facturen betrekking hadden op een hoofdactiviteit van bouw en dat deze onderworpen had moeten worden aan de verleggingsregeling. De verwijzende rechter vraagt zich af of het in overeenstemming is met de Btw-richtlijn, het neutraliteitsbeginsel en het doeltreffendheidsbeginsel om de aftrek te weigeren zonder dat de belastingdienst heeft onderzocht of de factuur nog gecorrigeerd kon worden.

NTFR 2019/1288 - A & G Fahrschul-Akademie: geven van rijlessen kwalificeert niet als btw-vrijgesteld onderwijs

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
A&G Fahrschul Akademie (‘A&G’) exploiteert een autorijschool. Hoewel zij eerst btw-aangifte heeft gedaan voor belastbare handelingen, heeft zij in een later stadium om teruggaaf van btw verzocht. Deze teruggaaf is geweigerd. De verwijzende rechter vraagt zich af of het geven van rijlessen ter verkrijging van een autorijbewijs kan kwalificeren als btw-vrijgesteld ‘school- of universitair onderwijs’. Het HvJ overweegt dat het geven van rijlessen gespecialiseerd onderwijs vormt dat op zich niet gelijkstaat aan de overdracht van kennis en vaardigheden op het gebied van een brede en diverse reeks van onderwerpen. Noch staat dit gelijk aan de verdieping van die kennis en vaardigheden, die kenmerkend is voor school- of universitair onderwijs. De vrijstelling is dus niet van toepassing.

NTFR 2019/1289 - Zwiazek Gmin Zaglebia Miedziowego: ontbreken wetgeving pre pro rata niet in strijd met legaliteitsbeginsel

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Zwiazek Gmin Zaglebia Miedziowego is een naar Pools recht opgericht samenwerkingsverband tussen gemeenten. Het is onder meer bevoegd voor de planning en uitvoering van taken op het gebied van het beheer van gemeentelijk afval. Deze activiteiten worden bekostigd door een overheidsheffing en zijn geen economische activiteiten. Sinds 2013 verricht het samenwerkingsverband bijkomende diensten voor particulieren, een economische activiteit die binnen het btw-stelsel valt. Het samenwerkingsverband heeft om een interpretatie van de btw-wetgeving verzocht ten aanzien van de berekening van zijn recht op btw-aftrek. De verwijzende rechter vraagt zich af of de aftrekregeling uit de Btw-richtlijn zich verzet tegen een nationale praktijk waarbij de belastingplichtige een volledig recht op voorbelasting heeft omdat er in de nationale wetgeving geen specifieke regels en criteria zijn opgenomen om te bepalen hoe de toerekening tussen niet-economische activiteiten en economische activiteiten moet plaatsvinden.

NTFR 2019/1290 - Mydibel: sale and leaseback van gebouw leidt niet tot herziening van btw-aftrek

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van drs. M.J.M.A. Toet FB
Mydibel is een producent van aardappelproducten. Zij is eigenaar van meerdere gebouwen ten aanzien waarvan zij de btw op de bouw-, verbouwings- of renovatiekosten volledig heeft afgetrokken. Met betrekking tot het in twee percelen verdeelde vastgoed heeft Mydibel met twee financiële instellingen ‘sale and lease back’-transacties afgesloten die niet aan btw waren onderworpen.

NTFR 2019/1291 - Geelen: erotische webcamdiensten belastbaar in lidstaat van vestiging van dienstverrichter

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 met annotatie van mr. C.C. van den Berg
Geelen verricht tegen betaling diensten die bestaan uit het beschikbaar stellen van live interactieve erotische webcamsessies. De modellen die tijdens de sessies in beeld verschijnen, bevinden zich op dat moment op de Filipijnen en zijn in dienst bij Geelen. Geelen stelt de voor de uitvoering van de webcamsessies benodigde hardware en software ter beschikking aan de modellen. De sessies zijn interactief van aard, in die zin dat elke afnemer met de modellen kan communiceren en hun specifieke verzoeken kan doen. Verschillende afnemers kunnen tegelijkertijd live dezelfde sessie bekijken. De verwijzende rechter vraagt zich af of Geelen een vermakelijkheidsactiviteit verricht en op welke plaats deze dienst dan moet worden geacht materieel of daadwerkelijk te zijn verricht. Daarnaast vraagt de verwijzende rechter zich af of sprake is van een langs elektronische weg verrichte dienst.

NTFR 2019/1292 - Consultatie voorstel verlaagde btw-tarief voor digitale boeken, kranten en tijdschriften

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 geschreven door mr. P.F. Zijlstra
De Btw-richtlijn kent sinds 4 december 2018 de mogelijkheid om boeken, kranten en tijdschriften die langs elektronische weg worden geleverd of uitgeleend onder het verlaagde tarief te brengen. Het kabinet wil van de mogelijkheid gebruikmaken om zo het bestaande verschil in de btw-behandeling van boeken, kranten en tijdschriften die op verschillende wijze worden geleverd of uitgeleend te beëindigen. Het kabinet vraagt aan mensen om te reageren via een internetconsultatie. Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn. De einddatum van de consultatie is 16 mei 2019.

NTFR 2019/1295 - Wetsvoorstel nationale vliegbelasting ingediend bij de Tweede Kamer

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting (Wet vliegbelasting) naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet wil per 1 januari 2021 een vliegbelasting invoeren. Daarbij gaat de voorkeur uit naar een Europese belasting op luchtvaart. Voor het geval een Europese vliegbelasting te lang op zich laat wachten is een wetsvoorstel voor een nationale vliegbelasting uitgewerkt van € 7 per vertrekkende passagier. Het voorstel voorkomt mogelijke nadelige gevolgen voor de hub-functie en het internationale netwerk van verbindingen van Schiphol. Bovendien sluit een belasting per passagier aan bij de belastingen op luchtvaart van andere Europese landen, wat Europese coördinatie ten goede komt. Het voorstel maakt deel uit van de maatregelen van het kabinet om milieuvervuilend gedrag door consumenten en bedrijven te beprijzen.

NTFR 2019/1296 - Kamervragen over kosten stimulering fossiele brandstoffen

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019
De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer antwoorden gestuurd op Kamervragen van het lid Van Raan (PvdD) over de kosten van de stimulering van fossiele brandstoffen. De aanleiding voor de Kamervragen is het rapport Phase-out 2020: ‘Monitoring Europe’s fossil fuel subsidies’, waaruit blijkt dat in Nederland in de periode 2014-2016 per jaar gemiddeld € 7,6 miljard werd uitgegeven aan milieuschadelijke subsidies. Het kabinet geeft aan dat het voorstander is van het beprijzen van milieuvervuilende activiteiten. Het regeer- en klimaatakkoord bevatten verschillende maatregelen die zorgen voor een versterking van die beprijzing. Daarbij heeft het kabinet tegelijkertijd oog voor de koopkrachteffecten voor huishoudens en de effecten op de internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven. De minister van Economische Zaken en Klimaat zal een onderzoek laten uitvoeren naar de uiteenlopende definities van milieuschadelijke subsidies (bijvoorbeeld van het IMF en de OESO) en naar de vraag welke definitie we in Nederland zouden moeten hanteren.

NTFR 2019/1297 - Beantwoording Kamervragen over de vaststelling van WOZ-waarden door gemeenten

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 geschreven door mr. E.D. Postema
Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de Tweede Kamer antwoorden gestuurd op de vragen van de leden Lodders en Van den Bosch (beiden VVD) over het bericht ‘Vaststelling WOZ door gemeenten rammelt’. 17 gemeenten scoren een onvoldoende op het vaststellen van de WOZ. Gemeenten die een onvoldoende scoren worden onder verscherpt toezicht geplaatst en dienen binnen een bepaalde termijn afgesproken verbeteringen te realiseren. De staatssecretaris spreekt van een verbetering omdat destijds bij de beantwoording van vorige Kamervragen op 9 november 2018 (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 587) sprake was van 26 gemeenten die een onvoldoende scoorden met betrekking tot de uitvoering van de Wet WOZ.

NTFR 2019/1306 - Beantwoording Kamervragen over de behandeling van informeelkapitaalstructuren in het vernieuwde rulingbeleid

Aflevering 21, gepubliceerd op 23-05-2019 geschreven door prof. dr. J. Vleggeert
Er zal geen vooroverleg worden gevoerd en derhalve geen ruling tot stand komen indien het besparen van Nederlandse of buitenlandse belasting de enige of doorslaggevende reden is voor een rechtshandeling. Indien tegenover een vrijstelling of neerwaartse aanpassing van de belastinggrondslag in Nederland geen corresponderende bijtelling in het buitenland staat, zal belastingbesparing het enige dan wel doorslaggevende motief zijn en zal in die gevallen dus geen ruling worden afgegeven. Aangezien de wet niet wijzigt, zullen informeelkapitaalsituaties echter niet verdwijnen. Op basis van het arm’s length-beginsel dienen gelieerde ondernemingen voor fiscale doeleinden onderling te handelen zoals onafhankelijke partijen onder vergelijkbare omstandigheden zouden doen. Dit kan ertoe leiden dat de fiscale winst opwaarts of neerwaarts moet worden bijgesteld. Met name dat laatste effect kan knellen en daarom is in de brief van 23 februari 2018 (Kamerstukken II, 2018-19, 32 140, nr. 50) aangegeven dat onderzocht gaat worden of het arm’s length-beginsel aanpassing behoeft.