Aflevering 23

Gepubliceerd op 5 juni 2020

NTFR 2020/1631 - Over termen en begrippen: herijken van gebruiksduur en restwaarden

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door prof. dr. T.M. Berkhout
In deze Opinie behandel ik het mogen of moeten aanpassen van gebruiksduren en restwaarden van vastgoed voor de winstberekening en de Wet WOZ.In het verleden heb ik het nodige geschreven over waarderen, taxeren en waardebegrippen. Voor deze Opinie heb ik eerder geproduceerd materiaal opnieuw gebruikt, geactualiseerd en bewerkt. Ik werd op dit spoor gezet door twee recente WOZ-uitspraken.

NTFR 2020/1632 - COVID-19: Regeling verlenging Tozo tot 1 september 2020

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De Tijdelijke regeling overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is verlengd tot 1 september 2020. Hierdoor kan een beroep op de Tozo worden gedaan in de periode na 1 juni 2020 tot 1 september 2020. Op grond van de Tozo was het mogelijk om tot 1 juni 2020 bijstand aan te vragen. De aanvraagtermijn wordt verlengd met drie maanden, waardoor het mogelijk wordt om bijstand op grond van de Tozo aan te vragen tot en met 31 augustus 2020. Bij gehuwden is het inkomen van de echtgenoot niet langer uitgezonderd van het inkomensbegrip.

NTFR 2020/1634 - COVID-19: Derde wijziging NOW

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door mr. M. Gerardu-Houben
Minister Koolmees heeft op 27 mei jl. aan de Tweede Kamer de wijzigingsregeling van de NOW-maatregel aangeboden. Deze derde wijziging was al eerder op 20 mei aangekondigd.

NTFR 2020/1635 - COVID-19: Uitwerking aanvullende ondersteuning € 300 miljoen culturele en creatieve sector

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
Minister Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de Tweede Kamer de uitwerking gestuurd van de aanvullende ondersteuning van € 300 miljoen voor de culturele en creatieve sector. De uitbraak van het coronavirus heeft ingrijpende gevolgen voor de culturele sector. Het kabinet heeft daarom verschillende maatregelen genomen, waar instellingen en makers in de sector gebruik van kunnen maken. Inmiddels zijn 1.682 cultureel ondernemers in aanmerking gekomen voor de NOW-maatregel. Dit komt neer op een bedrag van € 46 miljoen aan verstrekte voorschotten. Voor de TOGS-maatregel waren op 19 mei in totaal 181.210 aanvragen ontvangen en is aan 14.194 instellingen in de culturele en creatieve sectoren een bedrag van € 4.000 toegekend. Dat is totaal € 56,78 miljoen aan toekenningen in de culturele en creatieve sector. Over het aantal zzp’ers uit de cultuursector dat gebruik heeft gemaakt van de TOZO-maatregel wordt in juni meer bekend; naar schatting komen hier zo’n 92.000 ondernemers uit de sector in aanmerking voor steun. Hiernaast is het kabinet in gesprek met medeoverheden over aanvullende compensatie voor de cultuursector, boven op de € 300 miljoen.

NTFR 2020/1637 - COVID-19: Derde aanvulling Besluit noodmaatregelen coronovirus

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit noodmaatregelen coronacrisis aangevuld met de btw-vrijstelling voor de levering van mondkapjes. Over de levering van mondkapjes (zowel medische als niet-medische) is geen btw verschuldigd. Dit heeft echter geen gevolgen voor de aftrek van btw bij de leverancier (de goedkeuring werkt als een nultarief). Het begrip ‘mondkapjes’ moet naar algemeen spraakgebruik worden uitgelegd. De goedkeuring kan worden toegepast met ingang van 25 mei 2020 en geldt tot 1 september 2020.

NTFR 2020/1638 - COVID-19: Regeling Garantie Klein Krediet Corona gepubliceerd

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft de al eerder aangekondigde nieuwe subsidiemodule Garantie Klein Krediet Corona geïntroduceerd en opengesteld. Het kabinet en de banken willen hiermee de toegang tot liquiditeit voor MKB-ondernemingen verder vergemakkelijken. Het gaat specifiek om ondernemingen met een relatief kleine financieringsbehoefte tussen de € 10.000 en € 50.000. Dit betreft naar schatting enkele tienduizenden ondernemingen in Nederland. De relatief kleine financieringsomvang waar deze ondernemingen naar op zoek zijn, in verhouding tot de handelingskosten, maakt dat dit type ondernemingen een extra zetje nodig heeft. Het doel van de nieuwe subsidiemodule Garantie Klein Krediet Corona is om op een verantwoorde wijze een zo breed mogelijke groep MKB-ondernemingen tegen relatief gunstige voorwaarden in hun financieringsbehoefte tot € 50.000 te voorzien.

NTFR 2020/1639 - COVID-19: Verzamelspoedwet COVID-19 door Tweede Kamer aangenomen

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De Tweede Kamer heeft op 26 mei 2020 het wetsvoorstel Verzamelspoedwet COVID-19 aangenomen. Dit verzamelwetsvoorstel bevat diverse tijdelijke spoedvoorzieningen met onder meer een wijziging van de AWR, de IW 1990 en de Awir. In de wet wordt de tijdelijke verlaging van de belasting- en invorderingsrente tot 1 oktober 2020 naar 0,01% in verband met de coronacrisis formeel vastgelegd.

NTFR 2020/1641 - Uitkomsten cultuuronderzoek Belastingdienst

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De staatssecretarissen van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst en Toeslagen en Douane) hebben een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over het onderzoek door externen naar de cultuur van de Belastingdienst. Het onderzoek vloeit voort uit de toezegging van de voormalige staatssecretaris van Financiën in het kader van Beheerst Vernieuwen. Uit het onderzoek volgt onder meer dat er een aantal onsamenhangendheden in de aandachtsgebieden zijn en dat medewerkers weinig ruimte voelen voor het centraal stellen van burgers en bedrijven. Ook melden de medewerkers dat de sturing op kwantiteit ten koste gaat van het ‘echte’ werk en de resultaten ondermijnt. Zij voelen zich niet altijd veilig genoeg om zich uit te spreken en zijn bang om fouten te maken. Er volgen enkele aanbevelingen uit het rapport om een en ander te verbeteren. De staatssecretarissen bestempelen het onderzoek als ‘indringend’ en zien er de noodzaak van een steviger aanpak in. De vervolgaanpak moet worden herkend en ondersteund door de medewerkers. Daarom is inbreng van de werkvloer van belang. Vóór het zomerreces informeren de staatssecretarissen de Kamer over de cultuuraanpak van de Belastingdienst.

NTFR 2020/1642 - Belasting- en invorderingsrente in de toekomst

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door mr. J.D. Schouten
Schriftelijke reactie van de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst op verzoek van de fractie van het CDA met betrekking tot de wens van de Kamer om tijdig en goed betrokken te kunnen zijn bij de vaststelling van de rentepercentages. Het kabinet overweegt thans om na het aflopen van de noodmaatregelen ook de systematiek van de rente te wijzigen.

NTFR 2020/1643 - Onderzoek Fraude Signalering Voorziening

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door mr. J.D. Schouten
De beide staatssecretarissen van Financiën informeren de Tweede Kamer over de voortgang in het onderzoek naar de ‘Fraude Signalering Voorziening’ (FSV). De twee fases van aanpak worden besproken. De uitkomsten van fase I (nader onderzoek naar FSV en het in kaart brengen van FSV-achtigen) zullen voor de zomer met de Kamer gecommuniceerd worden. In fase II zal onderzoek worden gedaan naar de mogelijke effecten op de beoordeling van burgers en bedrijven.

NTFR 2020/1648 - Betaalde schenkbelasting behoort niet tot verkrijgingsprijs aanmerkelijkbelangaandelen

ECLI:NL:PHR:2020:428, datum uitspraak 28-04-2020, publicatiedatum 15-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van drs. N.M. Ligthart
In 2018 heeft de inspecteur een beschikking betreffende de verkrijgingsprijs van een aanmerkelijk belang van belanghebbende vastgesteld exclusief betaalde schenkbelasting. Belanghebbende is hiertegen in bezwaar en beroep opgekomen, omdat hij van mening is dat de betaalde schenkbelasting wel onderdeel vormt van de verkrijgingsprijs. Zowel de inspecteur als de rechtbank heeft deze zienswijze verworpen. Belanghebbende heeft vervolgens sprongcassatie ingesteld. Belanghebbende stelt dat jurisprudentie gewezen onder het Besluit 1941, die schenk- en erfbelasting als onderdeel van de verkrijgingsprijs afwijst, is achterhaald na de wijziging van het aanmerkelijkbelangregime per 1 januari 1997. Naar de mening van A-G Niessen geeft de wetsgeschiedenis geen aanleiding voor een zodanig andere uitleg van het huidige verkrijgingsprijsbegrip dat de onder het Besluit 1941 gewezen jurisprudentie is achterhaald. Belanghebbende voert voorts aan dat sprake is van een onmiddellijk verband tussen de geschonken aandelen en de geheven schenkbelasting, waarmee de schenkbelasting is aan te merken als kosten van de verkrijging en daarmee onderdeel is van de verkrijgingsprijs. Deze klacht faalt, aldus de advocaat-generaal, nu de schenkbelasting niet direct met de verkrijging is betrokken, in die zin dat zij niet drukt op de grondslag waarnaar de wetgever belasting wegens winst uit aanmerkelijk belang wil heffen. Tot slot gaat belanghebbende in op een drietal kwesties die ook in het geding voor de rechtbank aan de orde waren: (i) totaalwinstbegrip als grondslag van de aanmerkelijkbelangregeling, (ii) de grondgedachte in het belastingrecht dat directe belastingen niet als bedrijfskosten of aftrekbare kosten worden aangemerkt en (iii) het verschil tussen directe en indirecte belastingen als onderdeel van de verkrijgingsprijs. De klachten op deze punten falen eveneens, aldus de advocaat-generaal.

NTFR 2020/1651 - Uitgaven zorgkosten: niet-orthopedisch schoeisel kan vallen onder ‘extra kleding en beddengoed’

ECLI:NL:HR:2020:992, datum uitspraak 29-05-2020, publicatiedatum 29-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
Belanghebbende heeft een bedrag van € 775 in aftrek gebracht als uitgaven voor extra kleding en beddengoed. Hof Den Bosch (26 september 2019, nr. 18/00518, NTFR 2019/2997) heeft echter geoordeeld dat de uitgaven voor schoenen niet onder de kosten van kleding en beddengoed geschaard kunnen worden. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Uitgaven voor orthopedisch schoeisel komen voor aftrek in aanmerking als hulpmiddel in de zin van art. 6.17, lid 1, onderdeel d, Wet IB 2001. Maar ook niet-orthopedisch schoeisel kan voor aftrek in aanmerking komen als ‘kleding’ in de zin van art. 6.17, lid 1, onderdeel g, Wet IB 2001.

NTFR 2020/1653 - Kamervragen over de uitvoering motie verruiming verliesverrekening VPB

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door mr. M.H.C. Ruijschop
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft Kamervragen beantwoord inzake de uitvoering van de aangenomen motie inzake de verruiming van de verliesverrekening van de VPB. Het kabinet is niet van plan om de verliesverrekeningstermijnen te verruimen, omdat men ervoor heeft gekozen om een ‘fiscale coronareserve’ (FCR) toe te staan. Door middel van de FCR kunnen vennootschapsbelastingplichtige lichamen een door de coronacrisis veroorzaakt verwacht verlies ten laste van de winst van het boekjaar 2019 brengen. Hiermee wordt hetzelfde beoogd als met een verruiming van de verliesverrekeningstermijnen, namelijk voorzien in de behoefte aan liquiditeit van de getroffen ondernemingen door een belastingteruggaaf. De staatssecretaris wijst erop dat door middel van de FCR sneller een belastingteruggaaf kan worden verkregen dan bij verruiming van de verliesverrekeningstermijnen. De wetgeving inzake de FCR wordt opgenomen in het Belastingplan 2021.

NTFR 2020/1655 - Gemeente heeft gehandeld als ondernemer en herzieningsregels voorzien niet in mogelijkheid fouten te herstellen

ECLI:NL:GHDHA:2020:784, datum uitspraak 31-03-2020, publicatiedatum 10-04-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van mr. E.H.A.M. Thijssen
aftrek voorbelasting, arrest Lajvér, bezwarende titel, economisch handelen, economische activiteit, fiscale overwegingen, misbruik van recht, multifunctionele accommodatie, overheid als ondernemer, symbolische prestatie, verzoek om herziening

NTFR 2020/1660 - Sale-and-leaseback-transactie brengt levering tot stand

ECLI:NL:PHR:2020:435, datum uitspraak 30-04-2020, publicatiedatum 15-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van mr. M. Soltysik
In deze zaak gaat het om de vraag of de civielrechtelijke eigendomsoverdracht van een vrijwel nieuw appartementencomplex in het kader van een ‘sale-and-leaseback’-transactie een belastbare levering voor de heffing van omzetbelasting is. Of, beter gezegd, of zij dit niet is, omdat de transactie niet voldoet aan het begrip ‘levering’ in art. 3 Wet OB 1968 of omdat sprake is van een overdracht van een (gedeelte van) een algemeenheid van goederen in de zin van art. 37d Wet OB 1968.

NTFR 2020/1662 - Dienstverrichter hoeft niet te onderzoeken of binnenlandse dochtermaatschappij van buitenlandse klant vaste inrichting is (Dong Yang Electronics)

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van drs. C. Verweij
Dong Yang, een Poolse vennootschap, heeft in opdracht van LG Korea printplaten (PCB’s) geassembleerd met materialen en onderdelen die eigendom waren van LG Korea. Deze materialen en onderdelen werden ingeklaard en aan Dong Yang ter beschikking gesteld door een dochteronderneming van LG Korea, namelijk LG Polen. Dong Yang verstrekte de geassembleerde PCB’s vervolgens aan LG Polen, die er in opdracht van LG Korea tft-lcd-modules van maakte. LG Korea heeft Dong Yang verzekerd dat zij in Polen niet beschikte over een vaste inrichting, geen werknemers aldaar in dienst heeft en evenmin beschikt over onroerend goed of technische installaties in Polen. De verwijzende rechter vraagt zich af of het bestaan van een vaste inrichting van een in een derde land gevestigde vennootschap door een dienstverrichter kan worden afgeleid uit het feit dat deze vennootschap er een dochteronderneming heeft, dan wel of deze dienstverrichter verplicht is de contractuele verhoudingen tussen die twee entiteiten te onderzoeken.

NTFR 2020/1663 - Tennisles door tennisleraar op baan van tennisvereniging alleen onder voorwaarden belast met 9% btw

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door drs. J. van der Laan en mr. J.P.W.H.T. Becks
Op de website van de Belastingdienst staat dat de tennisles door de tennisleraar op de baan van de tennisvereniging alleen onder voorwaarden belast is met 9% btw. Tennisles door een zelfstandige tennisleraar aan verenigingsleden op een baan van die vereniging is alleen belast met 9% btw als de leraar zelf de baan huurt van de vereniging.

NTFR 2020/1665 - Meer dan één persoon kan houder zijn van in buitenland geregistreerde auto

ECLI:NL:HR:2020:991, datum uitspraak 29-05-2020, publicatiedatum 29-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van mr. J. Rolleman
Belanghebbende, ingezetene van Nederland, heeft op 15 december 2015 als bestuurder van een auto met een op naam van zijn echtgenote gesteld Duits kenteken gereden op de weg in Nederland. Belanghebbende beschikt sinds 2012 over een eigen in Nederland geregistreerde auto. Ter zake van de Duitse auto heeft de inspecteur een naheffingsaanslag MRB aan belanghebbende opgelegd over de tijdvakken vanaf 1 januari 2012 t/m 14 december 2015. Hof Den Bosch (3 mei 2018, nr. 17/00649, NTFR 2018/1792) achtte het geloofwaardig dat belanghebbende de auto vóór 15 december 2015 niet feitelijk tot zijn beschikking had. Het cassatieberoep van belanghebbende tegen de hofuitspraak is door de Hoge Raad verworpen onder verwijzing naar art. 81, lid 1, Wet RO.

NTFR 2020/1667 - Rapport second opinion invoering WLTP in BPM

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door mr. J. Rolleman
Staatssecretaris Vijlbrief biedt de Tweede Kamer de second opinion aan die prof.dr. C. Koopmans heeft uitgevoerd op de nieuwe BPM-tabel per 1 juli 2020 en op de achterliggende TNO-onderzoeken voor de implementatie van de WLTP (Worldwide harmonized Light vehicle Test Procedure) in de Wet BPM. Daarmee geeft hij uitvoering aan de motie van de leden Omtzigt en Lodders, die de regering verzoekt om onafhankelijk te laten toetsen of de omzetting naar de WLTP budgettair neutraal is gegaan, op zowel macroniveau als voor de tien meest verkochte auto’s, en de Kamer hierover vóór de zomer te informeren.

NTFR 2020/1669 - Antwoorden op Kamervragen over het gebruik van de heffingsverminderingen nieuwbouw in de verhuurderheffing

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door drs. R. van Haperen
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoordt vragen van het lid Nijboer (PvdA) over het gebruik van de heffingsverminderingen nieuwbouw in de verhuurderheffing. De minister heeft deze regeling per 1 juli 2020 dicht gezet, omdat de aanvragen het budget ruimschoots hebben overstegen. De minister onderkent het belang van de bouw van nieuwe woningen, maar zij stelt dat woningcorporaties ook zonder de heffingsvermindering genoeg financiële ruimte hebben om nieuwbouw te plegen. De minister laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar de opgaven en middelen van de corporatiesector, naar aanleiding van de motie-Ronnes c.s. (Kamerstukken II, 2018-2019, 35 000-VII, nr. 52). Bij dit onderzoek wordt onderzocht of en op welke wijze woningcorporaties in alle woningmarktregio’s in staat zijn hun opgave te realiseren.

NTFR 2020/1670 - Publicatie sluiting heffingsvermindering nieuwbouw

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door drs. R. van Haperen
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 28 mei 2020 het besluit van 13 mei 2020 gepubliceerd waarin de bedragen voor heffingsvermindering voor nieuwbouw (art. 1.11, lid 1, onderdeel o en p, Wet maatregelen woningmarkt 2014 II) per 1 juli 2020 op nihil worden gesteld. Het initiële budget van € 1 miljard voor heffingsvermindering voor de periode 2020-2029 was eind april al overtekend tot ruim € 1,6 miljard. Dit besluit was op 14 mei 2020 al medegedeeld aan de Tweede Kamer (NTFR 2020/1522).

NTFR 2020/1671 - Wetsvoorstel Reparatie verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen aangenomen door de Tweede Kamer

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De Tweede Kamer heeft op 26 mei 2020 het wetsvoorstel Reparatie verhuurderheffing bij gedeeld genot huurwoningen aangenomen. Het wetsvoorstel voorziet in een wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II, waardoor het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht dat wordt gedeeld door meerdere (rechts)personen, (opnieuw) in de verhuurderheffing wordt betrokken. Vanaf 2020 wordt er een nieuw artikel aan de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II toegevoegd, art. 1.6a. Met dit artikel worden huurwoningen met gedeeld genot in aanmerking genomen bij elk van de gerechtigden naar rato van de mate van eigendom, bezit of beperkt recht. Gelijktijdig vervalt art. 1.3. In dit artikel werden huurwoningen met gedeeld genot in de heffing betrokken bij degene die de WOZ-beschikking had ontvangen. De wetswijziging treedt in werking op 1 juli 2020 en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2020.

NTFR 2020/1673 - Gemeente Amsterdam heeft de erfpachtcorrectie op een juiste wijze berekend (art. 81.1 Wet RO)

ECLI:NL:HR:2020:940, datum uitspraak 29-05-2020, publicatiedatum 29-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
Belanghebbende is erfpachter van een woning. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woning vastgesteld op € 213.500. De grond met daarop de woning is eigendom van de erfverpachter, zijnde de gemeente Amsterdam. Hof Amsterdam (16 juli 2019, nr. 18/00775, NTFR 2020/538) heeft geoordeeld dat de door de gemeente Amsterdam gehanteerde methode en toegepaste factoren voor het berekenen van erfpachtcorrecties deugdelijk zijn. De gemeente is niet verplicht om uit een brede waaier aan mogelijke schattingen van de erfpachtcorrectie de meest waarschijnlijke of de beste te kiezen. Voldoende is dat de gemeente op zorgvuldige wijze reële, goed verdedigbare keuzes maakt. Het hof heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar ernaar heeft gestreefd de hoogst onzekere, toekomstige ontwikkelingen op een zo consciëntieus en zorgvuldig mogelijke wijze in te schatten, en dat de keuzes die de heffingsambtenaar daarbij heeft gemaakt door hem adequaat onderbouwd en goed verdedigbaar zijn. Van belang acht het hof ook dat de heffingsambtenaar bij het waarderen van factoren met een grote onzekerheidsmarge in een aantal gevallen de voor belanghebbende gunstigste oplossing heeft gekozen. Die keuzes hebben ertoe geleid dat de erfpachtcorrecties vele tientallen procenten lager zijn uitgevallen dan – bij andere, ook verdedigbare keuzes – maximaal mogelijk zou zijn geweest.

NTFR 2020/1674 - Vergrijpboete ondanks feit dat onbetaalde omzetbelasting door afnemer niet als voorbelasting in aftrek is gebracht

ECLI:NL:HR:2020:973, datum uitspraak 29-05-2020, publicatiedatum 29-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van mr. D.N.N. Jansen
Belanghebbende verhuurt een golfbaan aan haar dochtervennootschap. Ter zake van de verhuur is een factuur uitgereikt waarbij € 125.000 aan omzetbelasting in rekening is gebracht. Belanghebbende heeft de gefactureerde omzetbelasting niet op aangifte voldaan. De dochtervennootschap heeft de gefactureerde omzetbelasting niet in aftrek gebracht. De inspecteur heeft bij belanghebbende de omzetbelasting nageheven en een vergrijpboete van 75% opgelegd. Hof Den Bosch (18 mei 2018, nr. 17/00517, NTFR 2018/2266) heeft geoordeeld dat aan belanghebbende opzet kan worden verweten bij het niet-betalen van de gefactureerde omzetbelasting. Daaraan doet niet af dat de dochtervennootschap de gefactureerde omzetbelasting niet in aftrek heeft gebracht. Het hof acht een boete van € 62.500 passend en geboden. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand. Aan het vereiste van opzet is voldaan indien het handelen of nalaten van de belastingplichtige is gericht op het niet (volledig) betalen van de op aangifte verschuldigde omzetbelasting. Voor het bepalen van de verschuldigde omzetbelasting is niet van belang of de ondernemer aan wie de omzetbelasting in rekening is gebracht, deze omzetbelasting wel of niet in aftrek brengt of kan brengen. De niet-betaalde omzetbelasting kan worden nageheven en vormt de grondslag voor de vergrijpboete. Bij zijn oordeel dat sprake is van opzet, is het hof dus van een juiste rechtsopvatting uitgegaan. Verder overweegt de Hoge Raad dat de beoordeling of een boete passend en geboden is, is voorbehouden aan de feitenrechter. Het hof heeft bij de straftoemeting betrokken dat de dochtervennootschap niet heeft verzocht om teruggaaf van de gefactureerde omzetbelasting, maar dat dit niet tot een lagere boete heeft geleid. Ook dit oordeel laat de Hoge Raad in stand.

NTFR 2020/1675 - Door herstelarrest wordt vergoeding van immateriële schade hoger vastgesteld

ECLI:NL:HR:2020:871, datum uitspraak 15-05-2020, publicatiedatum 15-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 met annotatie van C. Presilli
In zijn arrest van 3 april 2020, nr. 19/00910, NTFR 2020/998 had de Hoge Raad geoordeeld dat Hof Arnhem-Leeuwarden (22 januari 2019, nr. 16/00639, NTFR 2019/338) voor de immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn ten onrechte verknochtheid van zaken had aangenomen. De Hoge Raad had vervolgens geoordeeld dat als de door het hof wegens verknochtheid aangenomen verlenging van de redelijke termijn buiten beschouwing wordt gelaten, de vergoeding € 2.000 bedraagt. Dit blijkt echter onjuist. De overschrijding bedraagt geen 19 maar 25 maanden, zodat de vergoeding € 2.500 had moeten bedragen. Door dit arrest wordt deze misslag uit het arrest van 3 april 2020 hersteld.

NTFR 2020/1680 - WOB-verzoek inzake informatie- en kostenvergoedingsbeschikking

Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020 geschreven door mr. dr. E.A.M. Huiskers
Uitgangspunt van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) is dat overheidsdocumenten in het belang van een goede en democratische bestuursvoering op verzoek openbaar worden gemaakt. De staatssecretaris van Financiën komt gedeeltelijk tegemoet aan een WOB-verzoek om informatie over het vaststellen van een informatiebeschikking en een kostenvergoedingsbeschikking openbaar te maken. Volgens de staatssecretaris gaat het om één openbaar te maken document: de bijgewerkte versie van de Handreiking informatiebeschikking en kostenvergoedingsbeschikking (hierna: handreiking). De handreiking bevat handvatten voor medewerkers van de Belastingdienst die overwegen een informatiebeschikking af te geven en een verzoek krijgen om een kostenvergoedingsbeschikking (ingevolge de wet van 27 mei 2011 inzake rechtsbescherming met betrekking tot de administratieplicht en controlehandelingen van de fiscus, Wet-Dezentjé, Kamerstukken 2010-2011, 30 645, Stb. 2011, 265). De handreiking is geen bindende handleiding en dient enkel als naslagwerk die ambtenaren van de Belastingdienst kunnen raadplegen.

NTFR 2020/1681 - Belanghebbende is gebonden aan door gemachtigde gesloten compromis met de inspecteur (n-o)

ECLI:NL:HR:2020:948, datum uitspraak 29-05-2020, publicatiedatum 29-05-2020
Aflevering 23, gepubliceerd op 05-06-2020
De gemachtigde van belanghebbende heeft tijdens de beroepsfase een compromis met de inspecteur gesloten. De inspecteur heeft vervolgens de aanslagen verminderd overeenkomstig de gemaakte afspraken. Belanghebbende zelf is het echter niet eens met het compromis en vindt dat de aanslagen nog verder verminderd moeten worden. Volgens Hof Den Bosch (NTFR 2020/610) heeft de gemachtigde ten tijde van het sluiten van het compromis geen voorbehoud gemaakt op grond waarvan belanghebbende mogelijk niet gebonden zou zijn aan het compromis. Belanghebbende heeft gesteld dat hij de machtiging heeft verleend onder de afspraak dat er te allen tijde overleg zou plaatsvinden. Er is echter geen volmacht overgelegd die voldoet aan hetgeen belanghebbende stelt. Het hof heeft dan ook geoordeeld dat belanghebbende aan het compromis is gebonden.