Aflevering 9

‘Aanvechtbaar’ of ‘omstreden’ had net zo goed de titel van deze bijdrage kunnen zijn, zij het dat het in de titel genoemde synoniem in de politiek dient als officieel stempel voor onderwerpen waarover men in geval van een demissionair kabinet pas na nieuwe verkiezingen een besluit wil nemen. Een van de onderwerpen die op 27 januari 2021 door de Tweede Kamercommissie voor Financiën als niet-controversieel zijn bestempeld, en waarover dus nu al wel een besluit zal worden genomen, betreft de Spoedwet conditionele eindafrekening dividendbelasting.

Ondernemers krijgen in het eerste en tweede kwartaal van 2021 een hogere maximale tegemoetkoming voor de vaste lasten (TVL). Ook verhoogt het kabinet in het eerste kwartaal de maximale voorraadsubsidie voor de gesloten detailhandel van € 200.000 naar € 300.000. Het kabinet trekt voor deze verruiming € 375 miljoen uit. Dat schrijven minister Van ’t Wout en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan de Eerste en Tweede Kamer.

Ook pgb-zorgverleners komen in aanmerking voor een nettobonus van € 1.000 (hierna: pgb-zorgbonus). Minister Van Ark voor Medische Zorg heeft hiervoor de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19 aangevuld.

In de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-3) is een omissie hersteld voor de bepaling van het omzetverlies op concernniveau. Op 3 februari 2021 is het percentage omzetverlies om in aanmerking te komen voor subsidie op grond van de vierde tranche in NOW-3 verlaagd van 30% naar 20%. Vanwege deze koppeling had bij het verlagen van de omzetdrempel voor de vierde tranche van NOW-3, ook het percentage omzetdaling in een groep voor de vierde tranche aangepast moeten worden van 30% naar 20%. Dat is abusievelijk niet gebeurd. De onderhavige wijziging van de regeling herstelt dit met terugwerkende kracht tot 3 februari 2021. Vanaf die datum geldt de lagere drempel voor het omzetverlies voor de vierde tranche.

Werkgevers hebben langer de tijd om hun definitieve aanvraag voor de NOW-1 in te dienen. Het vaststellingsloket voor de NOW-1 zal voor alle werkgevers openstaan tot en met 31 oktober 2021. Dit schrijft minister Koolmees aan de Tweede Kamer in zijn brief over de openstelling vaststellingsloketten NOW.

Alleen de zelfstandige die op 17 maart 2020 stond ingeschreven in het Handelsregister, kan een beroep doen op de Tozo. Een beroep op de Tozo bij inschrijving bij de KvK met terugwerkende kracht is uitgesloten. Dit antwoordt minister Koolmees van SWZ op Kamervragen van het lid Van Weyenberg (D66) over de Tozo.

Niet-geleverde zorg over de periode 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021 kan ten laste worden gebracht van het Zvw-pgb. Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft dit geregeld in de Tweede regeling doorbetalen niet-geleverde Zvw-pgb-zorg in verband met COVID-19.

Minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de regeling gepubliceerd voor de eenmalige compensatie aan zorgverzekeraars voor kosten die zijn vergoed voor niet geleverde zorg. De vergoeding ziet op door de zorgverzekeraar betaalde bedragen aan verzekerden die de vergoeding ten laste hebben gebracht van hun Zvw-pgb, voor zorg die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 niet is geleverd als gevolg van de maatregelen in verband met COVID-19.

Het Nederlands Letterenfonds heeft de Tijdelijke stimuleringsregeling productiekostensubsidie vertaalde literaire uitgaven Covid-19 verlengd. Deze tijdelijke regeling is erop gericht Nederlandse literaire uitgevers te stimuleren een hoogwaardig en divers vertaald Nederlandstalig aanbod in papieren boekvorm in stand te houden en te blijven investeren in nieuwe vertaalprojecten. Dit is zowel in het belang van literaire vertalers die zonder vertaalopdrachten vanuit de uitgeverij hun vak niet kunnen uitoefenen als in dat van de Nederlandstalige lezer, die door middel van literaire vertalingen kan blijven kiezen uit en genieten van vele inspirerende boeken uit de wereldliteratuur. De regeling wordt verlengd tot 31 december 2021 in verband met het voortduren van de maatregelen om het virus in te dammen.

Het Mondriaan Fonds heeft de Deelregeling coronaregeling medewerkers collectiebeleid gepubliceerd. Niet alleen musea, maar ook bijvoorbeeld archieven met een publieksfunctie kunnen een bijdrage aanvragen. Een bijdrage kan worden verstrekt voor het behoud van werknemers die als gevolg van de coronacrisis hun baan dreigen te verliezen en voor het werven van nieuwe medewerkers. De subsidie bedraagt € 50.000 per positie, de eigen bijdrage is minimaal 10% (€ 5.000).

Het Fonds Podiumkunsten heeft de Tijdelijke regeling voor live-uitvoeringen tijdens de Covid-19-crisis (Balkonscènes) aangepast. De eerste wijziging betreft een wijziging van het aantal mogelijkheden voor het indienen van een aanvraag. Aanvankelijk was de gedachte dat deze subsidie slechts één keer zou worden verdeeld. In de praktijk is gebleken dat er een grote behoefte bestaat aan deze subsidie. Het Fonds heeft om die reden besloten om het beschikbare budget te vergroten en dat te verdelen via meerdere aanvraagrondes. De tweede wijziging betreft de verhoging van het maximale subsidiebedrag van € 5.000 naar € 7.500.

Binnen RVO.nl gaat een commissie adviseren over de richtlijnen waarmee bijzondere TVL-zaken worden beoordeeld. De commissie zal niet over alle individuele gevallen hoeven te adviseren op het moment dat er meerdere vergelijkbare zaken spelen. De commissie kan in dat geval een advies geven over de criteria waarlangs deze zaken kunnen worden beoordeeld. Deze beoordeling kan tijdens de aanvraagprocedure of tijdens een eventuele bezwaarprocedure plaatsvinden.

De wet van 27 januari 2021 tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) is in het Staatblad geplaatst. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat voor de bepaling van het af te dragen winstaandeel wordt voorzien in een vereenvoudiging en verhoging (van 25% naar 40%) van ‘de investeringsaftrek’ voor mijnbouwwerken.

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Kamervragen beantwoord van het lid Nijboer (PvdA) over het bericht van Directive Administrative Cooperation dat gebrekkige gegevensuitwisseling belastingontwijking in de hand werkt.

Belanghebbende en zijn echtgenote exploiteren samen met hun zoon in maatschapsverband een melkveehouderij. Belanghebbende en zijn echtgenote hebben het gebruik en genot van hun in eigendom toebehorende landbouwgronden ingebracht en rekenen deze grond tot hun buitenvennootschappelijke ondernemingsvermogen. Alle maten zijn gerechtigd tot een derde deel van de winst. De maatschap heeft een subsidie aangevraagd voor functieverandering van de gronden in natuurterrein. De subsidie van € 473.450 is aan de maatschap uitgekeerd. Belanghebbende betoogt dat de subsidie geheel moet worden vrijgesteld op grond van art. 3.13, lid 1, onderdeel g, Wet IB 2001 en dat de afwaardering van de grond van € 401.949 ten laste van de winst kan worden gebracht. De Hoge Raad stelt belanghebbende in het ongelijk. Alleen voor zover de subsidie de waardevermindering overstijgt, is de subsidie vrijgesteld. Verder is de subsidie binnen de maatschap verdeeld volgens de winstverdelingsregels. Dat betekent dat de zoon ook voor een derde deel meedeelt in de subsidie, ondanks het feit dat de waardevermindering van de gronden enkel ten laste van belanghebbende en zijn echtgenote is gekomen. Anders dan Hof Arnhem-Leeuwarden (12 maart 2019, nr. 18/00225, NTFR 2019/1121) heeft geoordeeld, kan dit volgens de Hoge Raad op zakelijke gronden berusten, omdat de landbouwgrond niet langer kan worden gebruikt in de onderneming van de maatschap en dit kan leiden tot inkomensderving voor de maatschap en dus ook voor de zoon. Verwijzing volgt om de zakelijkheid te onderzoeken.

Eerste cassatieronde in HR 21 december 2018, nr. 17/01760, NTFR 2019/19.

arbeidsovereenkomst, arbeidsrelatie, digitaal platform, maaltijdbezorger, modelovereenkomst, opdrachtovereenkomst, platformwerker, rechtsvermoeden

aandelentoekenning, concernverhouding, in opdracht van en voor rekening van de werkgever, medeweten en instemming, private equity, pseudo-eindheffing hoog loon

afwaardering, debiteurenrisico, lening, onafhankelijke derde, onzakelijk, rekening-courant, terbeschikkingstelling

afwaardering, bodemlozeputlening, foutenleer, onafhankelijke derde, rekening-courant, terbeschikkingstelling, verkleuring, VSO, zakelijk

Naar aanleiding van Kamervragen reageert minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mede namens de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst in deze brief op de uitspraak van de Hoge Raad van 6 november 2020, nr. 19/03369 (NTFR 2020/3309). Volgens de minister volgt uit dit arrest dat de bedoeling van partijen niet van belang is bij de beoordeling van arbeidsrelaties voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit betekent volgens de minister echter niet dat de partijbedoeling in het geheel geen rol meer zou spelen in de rechtspraktijk: bij de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst moet namelijk eerst worden bezien welke rechten en verplichtingen partijen onderling zijn overeengekomen (stap 1). Daarbij moet acht worden geslagen op alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien, en kan ook de bedoeling van partijen een rol spelen. Vervolgens is het bij een verschil van mening daarover volgens de minister aan de rechter om te beoordelen tot welke overeenkomst deze set aan rechten en verplichtingen leidt (stap 2). Bij deze laatste stap – ook wel de kwalificatie – is de partijbedoeling niet van belang.

A-G Niessen heeft conclusie genomen in een geschil over de hoogte van de arbeidskorting van iemand die in 2015 eerst in Nederland woont, maar daarna emigreert naar Costa Rica. Moet bij de berekening van de arbeidskorting niet alleen het loon uit dienstbetrekking in Nederland, maar ook – na emigratie – het loon uit dienstbetrekking in Costa Rica in aanmerking worden genomen?

deelnemingsvrijstelling, verkrijgingsprijs

Belanghebbende exploiteert een vakantiepark met ongeveer 320 vakantiebungalows. Een gedeelte van het park is ingericht als kampeerterrein voor tenten en een deel voor stacaravans. Belanghebbende biedt de gasten tegen betaling van een afzonderlijke vergoeding toegang tot internet (wifi). In geschil is of de verstrekking van wifi opgaat in de verstrekking van logies in de bungalows c.q. het geven van gelegenheid tot kamperen op het kampeerterrein, of dat de verstrekking van wifi een aparte prestatie vormt. Hof Arnhem-Leeuwarden (2 april 2019, nr. 18/00204, NTFR 2019/1284) heeft de zaak beoordeeld vanuit het perspectief van de gemiddelde afnemer. Omdat belanghebbende in de onderhavige jaren een aparte vergoeding voor de verstrekking van wifi in rekening bracht en vanwege het gegeven dat niet alle gasten (70 tot 80% wel) van deze mogelijkheid gebruik maakten, is het hof tot het oordeel gekomen dat de verstrekking van wifi in die jaren een aparte prestatie vormt die aan het algemene tarief is onderworpen. Daarbij heeft het hof overwogen dat gasten een vrije keuze hadden om wifi te gebruiken en ook voor hoeveel apparaten zij dat wilden. De mogelijkheid om gebruik te maken van wifi vormde voor de gasten die daarvoor kozen kennelijk een doel op zich.

btw-fraude, neutraliteitsbeginsel

aftrek voorbelasting, eerste ingebruikname, matiging boete, overschrijding redelijke termijn

afnemer, Boehringer, eindgebruiker, Elida Gibbs, fiscale neutraliteit, gelijkheidsbeginsel, korting, rechtsbetrekking, vermindering maatstaf van heffing, VWS

aandoening, circumcisie, fysieke gezondheid, preventief, psychische klachten, therapeutisch doel, vertrouwensbeginsel

Apple-producten, CMR-vervoersdocumenten, mobiele telefoons, nultarief

Dit besluit van de staatssecretaris van Financiën wijzigt het besluit van 22 december 2017 inzake de toepassing van het verlaagde btw-tarief (NTFR 2018/324). De wijziging betreft de aanpassing van de aanwijzingen in de onderdelen 2.1, 3 en 4 van post a34 (invalidenwagentjes, overige gehandicaptenvoorzieningen en invalidenkrukken en onderdelen daarvan) en de onderdelen 11 en 14 van post a35 (orthopedisch schoeisel en overige hulpmiddelen), alsmede het vervallen van onderdeel 7 van post a48 (bloemstukken) en enkele tekstuele aanpassingen.

afwezigheid van alle schuld, avas, handelaarskentekenplaten, handelsvoorraad, verzuimboete

Tijdens het Algemeen Overleg Autobelastingen van 4 november 2020 heeft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën aan het lid Omtzigt toegezegd met een beschouwing te zullen komen over de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) in relatie tot de import van gebruikte motorrijtuigen (parallelimport). Met deze brief voldoet hij aan die toezegging.

Belanghebbende exploiteert op Schiermonnikoog een restaurant, een hotel en appartementen, alle gelegen in één complex. Aan belanghebbende zijn voor de appartementen voor de jaren 2014 tot en met 2017 aanslagen in de afvalstoffenheffing opgelegd. De appartementen, 26 stuks, zijn in particuliere eigendom, behoudens één. De eigendom daarvan berust bij een aan belanghebbende gelieerde bv. De appartementen worden door belanghebbende op dezelfde manier verhuurd als de hotelkamers. De appartementen beschikken ieder over een woonkamer met open keuken, een of twee slaapkamers en een douche. Belanghebbende heeft voor het ophalen en afvoeren van afval een overeenkomst gesloten met een particulier bedrijf. De gemeente heeft aan belanghebbende voor het deponeren van huishoudelijk afval in de nabij het complex gelegen ondergrondse container pasjes verstrekt. Belanghebbende bestrijdt dat voor elk van de appartementen sprake is van een perceel waarvoor een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De rechtbank heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. De heffingsambtenaar heeft hoger beroep ingesteld. In geschil is niet dat belanghebbende gebruiker is van de appartementen. Het hof (Hof Arnhem-Leeuwarden 10 maart 2020, nrs. 19/00706 t/m 19/00709, NTFR 2020/1376) heeft geoordeeld dat de appartementen door belanghebbende bedrijfsmatig in het kader van het hotelbedrijf worden geëxploiteerd. Belanghebbende huurt de appartementen voor een vaste huurprijs van de eigenaren, en de meer of minder opbrengst van de onderhuur komt geheel voor rekening en risico van belanghebbende. Belanghebbende, die gebruiker is van de appartementen in de zin van de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing, voert gelet op de feiten in de appartementen geen particuliere huishouding. De door het gebruik van de appartementen ontstane afvalstoffen zijn dan ook niet afkomstig uit particuliere huishoudens. Dit betekent dat de appartementen niet zijn bestemd voor het voeren van een particuliere huishouding waarin geregeld huishoudelijke afvalstoffen ontstaan, en dat de appartementen geen percelen zijn waarvan op grond van de Wet milieubeheer (Wm) een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Per 1 juli 2021 wordt art. 1.11, lid 1, onderdeel k-n, Wet maatregelen woningmarkt 2014 II gewijzigd. De heffingsverminderingen van de vier categorieën voor verduurzaming worden omhoog bijgesteld van € 0 naar respectievelijk € 10.000 (categorie 1, lid 1-k), € 7.000 (categorie 2, lid 1-l), € 5.000 (categorie 3, lid 1-m) en € 3.000 (categorie 4, lid 1-n).

Rechtbank Den Haag heeft bij tussenuitspraak van 15 juli 2020 (nr. 18/8226, NTFR 2020/2530) twee prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. Beide vragen houden verband met het leveren van bewijs voor het bestaan van een recht op aftrek van omzetbelasting ter zake van aan een ondernemer geleverde goederen en verleende diensten die de ondernemer op zijn beurt gebruikt voor het verrichten van prestaties in het kader van bitcoin mining. De Hoge Raad ziet echter af van beantwoording van deze vragen over bewijslevering. Anders dan waarvan de rechtbank uitgaat, vergt een geschil over bewijslevering niet een uitleg van art. 15, lid 2, Wet OB 1968. Niettemin merkt de Hoge Raad nog wel op dat er in deze zaak geen reden is om af te wijken van het uitgangspunt dat een partij alles wat haar ter beschikking staat, mag aandragen als bewijsmiddel.

legaliteitsbeginsel

€ 450 (c.q. € 1.000 inkomen), kwade trouw of repeterende onjuistheden, navorderingsaanslag, positieve correctie

gezagsverhouding, loon uit dienstbetrekking, verdragstoepassing, woonplaats

berekeningsvoorschrift, matiging, preventieve werking, wettelijk maximum

depressie, dwangsom, geestestoestand, niet-ontvankelijk, overspannen

algemene beginselen van behoorlijk bestuur, fiscale partners, gecombineerde heffingskorting, heffingsrente, verliesverrekeningsbeschikking, verzuimrenteregeling

Hof Den Haag gaat hogerberoepszaken voor rijksbelastingen van Hof Den Bosch behandelen. Minister Dekker van Rechtsbescherming heeft deze aanwijzing gedaan op verzoek van de Raad voor de rechtspraak vanwege een tijdelijk gebrek aan zittingscapaciteit op het terrein van rijksbelastingzaken bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Raadsheren van Hof Den Bosch verlenen vanwege dit capaciteitsgebrek bijstand aan Rechtbank Zeeland-West-Brabant, door daar als rechter-plaatsvervangers rijksbelastingzaken in eerste aanleg te behandelen. Voor de behandeling van deze hogerberoepszaken rijksbelastingen zijn de zittingsplaatsen en overige zittingsplaatsen van Hof Den Haag aangewezen als zittingsplaatsen en overige zittingsplaatsen van Hof Den Bosch. Zo kan Hof Den Bosch de betreffende hogerberoepszaken behandelen op een zittingsplaats buiten het eigen arrondissement. De zaken blijven formeel aanhangig bij Hof Den Bosch, maar kunnen worden behandeld door raadsheren van Hof Den Haag. De aanwijzing geldt met ingang van 15 februari 2021 en vervalt 15 februari 2024.

bestuurdersaansprakelijkheid, driejaarsperiode, melding betalingsonmacht

De EU geeft Turkije tot 31 mei 2021 de tijd om de problemen met automatische uitwisseling van belastinggegevens met de EU-lidstaten op te lossen. Als het land nog steeds niet effectief belastinginformatie met de lidstaten kan delen vanaf 30 juni, wordt het op de zwarte EU-lijst van belastingparadijzen gezet.

begunstigend beleid, meerderheidsregel

begunstigend beleid, meerderheidsregel

begunstigend beleid, meerderheidsregel

begunstigend beleid, meerderheidsregel

begunstigend beleid, meerderheidsregel

begunstigend beleid, meerderheidsregel

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

terbeschikkingstelling

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

beschikking eigen risicodrager, ERD, ontvankelijkheid bezwaar, Werkhervattingskas Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten, WGA

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

compromis, hennepteelt, redelijke schatting, terugbetaling lening, vereiste aangifte

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.