NTFR 2021/510 - Faciliteren van fraude met minerale oliën leidt tot belastingplicht voor accijns
ECLI:NL:HR:2021:169, datum uitspraak 05-02-2021, publicatiedatum 05-02-2021
Aflevering 6, gepubliceerd op 11-02-2021 A pleegde fraude met benzine en olie. Hij verzamelde deze oliën bij schippers die deze oliën voor vervoer accijnsvrij onder zich hadden en verkocht deze aan derden met gebruikmaking van valse facturen zonder dat accijns werd voldaan. Belanghebbende heeft A daarbij gefaciliteerd door het ter beschikking stellen van ondernemingen, het opmaken en ondertekenen van facturen en het innen van gelden. De inspecteur heeft accijns nageheven bij belanghebbende. Hof den Bosch (18 januari 2019, nr. 17/00554, NTFR 2019/1293) heeft geoordeeld dat belanghebbende door de administratieve en financiële afwikkeling betrokken was bij het voorhanden hebben van minerale oliën, zodat belanghebbende terecht is aangemerkt als belastingplichtige. De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel. Onder ‘betrokken zijn’ bij het voorhanden hebben van accijnsgoederen waarover geen accijns is geheven, moet worden begrepen het verhandelen van dergelijke accijnsgoederen voor degene die de goederen voorhanden heeft. Tot dat verhandelen moet worden gerekend het optreden als doorgeefluik door de koopsommen met gebruikmaking van valse facturen op een eigen bankrekening te ontvangen en vervolgens aan de opdrachtgever af te geven.