NTFR 2018/1878 - Grondstaffels in WOZ-procedure vormen op de zaak betrekking hebbende stukken
ECLI:NL:HR:2018:1316, datum uitspraak 17-08-2018, publicatiedatum 17-08-2018
Aflevering 33-34, gepubliceerd op 23-08-2018 met annotatie van mr. M.B. WeijersIn het kader van een WOZ-procedure heeft Hof Den Bosch 10 februari 2017, nr. 15/01429 (NTFR 2017/1431) de heffingsambtenaar in de proceskosten veroordeeld, omdat hij de grondstaffels pas in hoger beroep heeft overgelegd. De Hoge Raad laat dat oordeel in stand. Anders dan het college betoogt, bevat art. 40 Wet WOZ geen uitputtende regeling over de openbaarmaking van gegevens in WOZ-zaken. Ook in die zaken zijn de voorschriften uit de Awb (art. 7:4 en 8:42 Awb) van toepassing. Wat betreft de grondstaffels herhaalt de Hoge Raad zijn overweging uit HR 4 mei 2018, nr. 16/04237, NTFR 2018/1156, dat gegevens die worden verwerkt of beheerd in databases – zoals onderhavige grondstaffels – op de zaak betrekking hebben voor zover zij van belang en raadpleegbaar zijn met het oog op de aan de orde zijnde zaak. Deze gegevens kunnen in de vorm van een afdruk of op andere geschikte wijze ter beschikking worden gesteld. Verder heeft het college in cassatie betoogd dat het in de bezwaarfase technisch niet mogelijk was de grondstaffels te herleiden uit het door de heffingsambtenaar gehanteerde softwareprogramma dat voorziet in een modelmatige analyse, zodat de verplichting van art. 7:4 Awb zich niet kan uitstrekken tot die informatie. Dit betoog kan niet slagen. Als een belanghebbende de juistheid van de bij een geautomatiseerd proces gemaakte keuzes, aannames en gegevens wil controleren, moet het bestuursorgaan zorg dragen voor de inzichtelijkheid en controleerbaarheid daarvan. Dit geldt ook voor de onderhavige grondstaffels. Nu belanghebbende zich pas in hoger beroep, nadat de grondstaffels waren verstrekt, een gefundeerd oordeel heeft kunnen vormen over de WOZ-waarde, heeft het hof terecht een proceskostenvergoeding toegekend, ook nu het hof de WOZ-waarde in stand heeft gelaten.