NTFR 2020/1360 - Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) wordt over vennoten verdeeld II
ECLI:NL:HR:2020:827, datum uitspraak 01-05-2020, publicatiedatum 01-05-2020
Aflevering 19-20, gepubliceerd op 14-05-2020 met annotatie van mr. B. JorissenBelanghebbende drijft samen met haar echtgenoot een vof. Beide vennoten zijn ieder voor de helft gerechtigd tot de winst en hebben in 2016 gezamenlijk een bedrag van € 83.476 geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat bij het totale investeringsbedrag van de vof (€ 83.476) een bedrag aan KIA behoort van € 15.687. Hiervan schuift € 2.347 door naar 2017, waardoor een totale KIA resteert van € 13.340, en dat dit bedrag bij helfte moet worden verdeeld over belanghebbende en haar echtgenoot. De Hoge Raad laat deze beslissing in stand, maar overweegt nog het volgende. Iedere vennoot drijft een eigen onderneming. De berekening van de winst en van de KIA vindt dan ook per individuele vennoot plaats. Maakt de onderneming van een belastingplichtige deel uit van een samenwerkingsverband, dan worden voor de berekening van de KIA van de belastingplichtige de investeringen van het samenwerkingsverband samengeteld (art. 3.41, lid 3, Wet IB 2001). Ook als een lid van een samenwerkingsverband buitenvennootschappelijke investeringen doet, wordt het daarmee gemoeide investeringsbedrag meegeteld. Hetzelfde geldt voor eventuele investeringen van de belastingplichtige in andere ondernemingen. Het aldus berekende bedrag wordt naar evenredigheid van de eigen investering verdeeld. In deze opzet is geen wijziging gekomen nu sinds 2010 in de tabel van art. 3.41, lid 2, Wet IB 2001 niet meer alleen percentages worden genoemd. Dit betekent dat belanghebbende een bedrag aan KIA in aanmerking kan nemen van (€ 41.738/€ 83.476) x € 15.687, ofwel € 7.843,50. Wordt een bedrijfsmiddel nog niet in gebruik genomen, dan schuift de KIA door naar een volgend jaar (art. 3.44 Wet IB 2001). In dit geval wordt ervan uitgegaan dat het aandeel van belanghebbende in de doorgeschoven KIA de helft daarvan bedraagt, zodat belanghebbende recht heeft op een KIA van € 7.843,50 minus € 1.173,50, ofwel € 6.670.