Aflevering 1

Gepubliceerd op 6 januari 2022

NTFR 2022/1 - Vaarwel 2021 en welkom 2022

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door prof. mr. G.T.K. Meussen
Aangekomen bij het einde van het oude jaar neem ik even de tijd om de balans op te maken van het jaar 2021 en u een vooruitblik te geven op het jaar 2022. Het einde van het jaar maakt altijd een beetje weemoedig, geeft een besef van het verglijden der jaren, maar maakt ook weer benieuwd naar het nieuwe jaar. De terugblik geeft tevens aan hoeveel er op fiscaal gebied het afgelopen jaar weer is gebeurd. Wie zou nog willen beweren dat de fiscaliteit saai is? Het belastingrecht is voortdurend in beweging en is daarmee ook een vertaling van de dynamiek van allerlei fiscale ontwikkelingen. Datgene wat hierna is opgenomen, is daarvan slechts een selectie, die uiteraard geheel voor rekening van de auteur komt.

NTFR 2022/3 - COVID-19: Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven vierde kwartaal 2021

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Land- en tuinbouwbedrijven kunnen van 1 februari 2022 tot en met 31 maart 2022 een tegemoetkoming vragen voor de financiering van ongedekte vaste kosten over het vierde kwartaal van 2021. Minister Schouten (LNV) heeft hiervoor de Regeling subsidie financiering ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 (OVK) aangevuld met een openstelling voor het vierde kwartaal van de OVK.

NTFR 2022/4 - COVID-19: Verlenging openstelling subsidiemodules Borgstelling MKB-landbouwkredieten en MKB-visserij- en aquacultuurkredieten tot 1 juli 2022

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
MKB-landbouw-, tuinbouw-, visserij- en aquacultuurbedrijven die door de coronacrisis in financiële problemen komen, kunnen langer een borgstelling voor een overbruggingskrediet (BL-C) aanvragen. De openstelling van de subsidiemodule Borgstelling MKB-landbouwkredieten en tijdelijke borgstelling MKB-visserij- en aquacultuurkredieten vanwege de uitbraak van het coronavirus is verlengd tot 1 juli 2022 (was 1 januari 2022).

NTFR 2022/6 - COVID-19: Verlenging overeenkomst met Duitsland over toepassing belastingverdrag op grensarbeiders

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De werkingsduur van de overeenkomst tussen Nederland en Duitsland van 6 april 2020 over de toepassing van het belastingverdrag op grensarbeiders en de gevolgen van de COVID-19-gerelateerde maatregelen (zie NTFR 2020/1121) is wederom verlengd. De bevoegde autoriteiten van Nederland en Duitsland zijn overeengekomen dat deze overeenkomst van toepassing blijft tot en met ten minste 31 maart 2022. Eerder was een dergelijke voortgezette toepassing afgesproken tot en met ten minste 31 december 2021.

NTFR 2022/7 - COVID-19: Verlenging overeenkomst met België over toepassing belastingverdrag op grensarbeiders

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De werkingsduur van de overeenkomst tussen Nederland en België van 30 april 2020 over de toepassing van het belastingverdrag op grensarbeiders en de gevolgen van de COVID-19-gerelateerde maatregelen (zie NTFR 2020/1350) is wederom verlengd. De bevoegde autoriteiten van Nederland en België zijn op 10 december 2021 overeengekomen dat de toepassing van deze overeenkomst wordt verlengd tot en met 31 maart 2022. Daarna wordt deze stilzwijgend verder verlengd voor een periode van drie maanden, dat wil zeggen tot en met 30 juni 2022, tenzij de overeenkomst door een van de partijen vóór 31 maart 2022 wordt beëindigd.

NTFR 2022/10 - Belangrijkste wijzigingen belastingen 2022 (eindejaarsbericht 2022)

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Het Ministerie van Financiën heeft een overzicht gepubliceerd van de belangrijkste wijzigingen voor de belastingheffing die per 1 januari 2022 gaan gelden. De inflatiecorrectie voor 2022 leidt tot een bijstelling van de daarvoor in aanmerking komende bedragen met 1,3%. Wijzigingen die enkel veroorzaakt worden door de inflatiecorrectie, worden alleen weergegeven in de twee bijlagen met fiscale parameters 2019-2022 en aanvullende fiscale parameters. De overige wijzigingen worden toegelicht in de hoofdstukken 1 tot en met 5 (inkomsten- en loonbelasting, vennootschapsbelasting, belastingen op milieugrondslag, autobelastingen en overig).

NTFR 2022/12 - Belastingplan 2022 in Staatsblad

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Wet Belastingplan 2022 is in het Staatsblad gepubliceerd. De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, waarbij sommige onderdelen op een ander tijdstip in werking zullen treden. De wet bevat wijzigingen in de:

NTFR 2022/13 - Overige fiscale maatregelen (OFM) 2022 in Staatsblad

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Wet Overige fiscale maatregelen (OFM) 2022 is in het Staatsblad gepubliceerd. De wijzigingen zijn inhoudelijk en technisch van aard. De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben geen budgettaire gevolgen. De wet treedt in werking per 1 januari 2022, waarbij sommige onderdelen op een ander tijdstip in werking zullen treden.

NTFR 2022/14 - Eindejaarsregeling 2021

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
In de Eindejaarsregeling 2021 zijn een aantal wijzigingen opgenomen van enkele uitvoeringsregelingen onder andere op het terrein van de directe belastingen, de indirecte belastingen, het formele belastingrecht en het invorderingsrecht. De wijzigingen vloeien onder meer voort uit het Belastingplan 2022 (BP 2022) en Overige fiscale maatregelen 2022 (OFM 2022). Daarnaast worden een aantal zelfstandige wijzigingen in de uitvoeringsregelingen aangebracht en worden redactionele verbeteringen doorgevoerd. Door deze eindejaarsregeling wijzigen de volgende regelingen:

NTFR 2022/15 - Eindejaarsbesluit 2021

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
In het Eindejaarsbesluit 2021 zijn een aantal wijzigingen opgenomen van enkele uitvoeringsbesluiten op het terrein van de directe belastingen, de indirecte belastingen, de Douane, het formele recht, de invordering en het internationale belastingrecht. De wijzigingen vloeien onder andere voort uit de wijzigingen in de wetgeving bij het Belastingplan 2022 (BP 2022) en de Overige fiscale maatregelen 2022 (OFM 2022). Het besluit bevat wijzigingen van:

NTFR 2022/16 - Diverse beleidsbesluiten ingetrokken

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De staatssecretaris van Financiën heeft enkele beleidsbesluiten ingetrokken. De besluiten hebben hun belang verloren door wetswijziging of omdat er bijvoorbeeld sprake is van een interne werkinstructie, tijdsverloop of jurisprudentie.

NTFR 2022/17 - Bijstellingsregeling indirecte belastingen en de Provinciewet 2022

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Bijstellingsregeling indirecte belastingen 2022 en de Provinciewet 2022 zijn gepubliceerd met de voor 2022 geïndexeerde bedragen voor de Wet op belastingen van rechtsverkeer (Wet BRV), de Wet op de accijns (WA), de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM), de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MRB), de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) en de Provinciewet.

NTFR 2022/19 - Milieulijst 2022 gepubliceerd

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009, met als bijlage de Milieulijst 2022 is vastgesteld. In de Milieulijst staat een opsomming van investeringen waarvoor vanaf 1 januari 2022 de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (VAMIL) en/of de milieu-investeringsaftrek (MIA) geldt.

NTFR 2022/20 - Voor berekening arbeidskorting van in de loop van het jaar emigrerende belastingplichtige moet het arbeidsinkomen niet worden gebaseerd op het wereldinkomen voor het gehele jaar

ECLI:NL:HR:2021:1893, datum uitspraak 17-12-2021, publicatiedatum 17-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. P.T. van Arnhem
Belanghebbende woonde tot 1 november 2015 in Nederland, daarna (na emigratie) in Costa Rica. Hij heeft in Nederland € 64.046 aan loon genoten en in Costa Rica (van een andere werkgever) € 17.362. De inspecteur heeft alleen het Nederlandse loon van € 64.046 in de IB-heffing 2015 betrokken, maar voor de berekening van de arbeidskorting is hij uitgegaan van het totale loon van € 81.408 (€ 64.046 plus € 17.362). Hof Arnhem-Leeuwarden (21 januari 2020, nr. 18/00939, NTFR 2020/433) achtte dit niet juist. Volgens het hof moet bij de berekening van de arbeidskorting niet het wereldinkomen maar alleen het in Nederland genoten loon in aanmerking worden genomen.

NTFR 2022/21 - Beleidsregels omzetten S&O-verklaringen aangepast

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De beleidsregels voor het omzetten van SenO-verklaringen zijn aangepast aan de vereenvoudiging per 1 januari 2022 van de aanvraag, de mededeling en de verrekening voor de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA). Met ingang van 1 januari 2022 kan een SenO-verklaring worden overgenomen die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op dezelfde periode als waarvoor de overnemende SenO-inhoudingsplichtige zelf al een SenO-verklaring heeft ontvangen voor een eerder door hemzelf of namens hem ingediende aanvraag.

NTFR 2022/27 - Lijfrentebesluit gewijzigd; vijf nieuwe goedkeuringen

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De staatssecretaris van Financiën heeft een wijzigingsbesluit gepubliceerd op het lijfrentebesluit van 16 mei 2019 (NTFR 2019/1485); laatstelijk gewijzigd bij het wijzigingsbesluit van 8 september 2020 (NTFR 2020/2732). In het wijzigingsbesluit zijn vijf nieuwe goedkeuringen opgenomen, enkele verduidelijkingen, een uitbreiding en enkele redactionele wijzigingen.

NTFR 2022/29 - Geërfd recht op ODV-termijnen aanwenden voor verkrijgen lijfrenteproduct door een van de erfgenamen

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) bevestigt in VenA 21/009 dat een van de erfgenamen het geërfde recht op de ODV-termijnen naar eigen keuze kan aanwenden voor de verkrijging van een lijfrenteproduct. Het is mogelijk dat een van de erfgenamen ervoor kiest om het geërfde recht op de ODV-termijnen aan te wenden voor een lijfrenteproduct. In de situatie waarin na een overlijden van een ODV-gerechtigde, meerdere erfgenamen gerechtigd zijn geworden tot de ODV-termijnen, is sprake van evenzovele ODV’s. Elke individuele ODV-gerechtigde kan ervoor kiezen zijn/haar ODV aan te wenden voor de verkrijging van een lijfrenteproduct. Daaraan staat niet in de weg dat een andere ODV-gerechtigde daar op dat moment niet voor kiest.

NTFR 2022/30 - Voorstel Richtlijn beëindiging misbruik van brievenbusmaatschappijen voor belastingdoeleinden binnen de EU

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Europese Commissie (EC) heeft op 22 december jl. Richtlijn COM(2021) 565 voorgesteld om het misbruik van lege entiteiten voor oneigenlijke belastingdoeleinden te bestrijden. Dit voorstel moet ervoor zorgen dat entiteiten in de Europese Unie die geen of minimale economische activiteiten ontplooien, niet in aanmerking komen voor belastingvoordelen en geen financiële lasten voor de belastingbetaler met zich meebrengen. Dit zal ook het gelijke speelveld waarborgen voor de overgrote meerderheid van de Europese bedrijven, die van cruciaal belang zijn voor het herstel van de EU, en ervoor zorgen dat gewone belastingbetalers niet hoeven te boeten voor anderen die hun billijke aandeel niet willen betalen. Lege entiteiten of brievenbusmaatschappijen kunnen een nuttige commerciële of zakelijke functie vervullen, maar sommige internationale bedrijven en zelfs individuen maken daar misbruik van voor agressieve fiscale planning of belastingontduiking. Bepaalde ondernemingen sturen geldstromen naar lege entiteiten in rechtsgebieden waar geen of zeer lage belastingen gelden, of waar belastingen gemakkelijk kunnen worden omzeild. Evenzo gebruiken sommige personen lege entiteiten om activa en onroerend goed te onttrekken aan belastingen, hetzij in hun land van verblijf, hetzij in het land waar het onroerend goed zich bevindt. Zodra het voorstel door de lidstaten is aangenomen, moet het op 1 januari 2024 in werking treden.

NTFR 2022/32 - Verzamelregeling SWZ 2022

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Per 1 januari 2022 zijn allerlei bedragen, percentages en aantallen in de SZW-regelgeving herzien. In deze verzamelregeling SWZ 2022 zijn de nieuwe bedragen gepubliceerd, zoals voorgeschreven door de genoemde regelgeving. De wijzigingen van alle bedragen zijn zo veel mogelijk gebundeld. Door de verzamelregeling wijzigen onder meer de woonlandfactor van de Regeling beslagvrije voet en de uurloongrenzen in de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). In de Regeling Wfsv is het quotumpercentage over 2022 voor de sector overheid vastgesteld op 2,69%. Het quotumpercentage is berekend met toepassing van de formule, bedoeld in art. 38f, lid 2, Wfsv.

NTFR 2022/33 - Verzamelbesluit SZW 2022

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
In het Verzamelbesluit SZW 2022 zijn diverse algemene maatregelen van bestuur van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangepast in verband met kleine beleidsmatige, technische en redactionele wijzigingen.

NTFR 2022/40 - Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in Staatsblad

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Wet van 22 december 2021 tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet bronbelasting 2021, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft de maatregel om mismatches door een omgekeerde hybride tegen te gaan (PbEU 2017, L 144/1) (Wet implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking) is in het Staatsblad gepubliceerd.

NTFR 2022/42 - Btw-prejudiciële vragen over status (deelnemers) samenwerkingsverband

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. A.J. Blank
Een vrouw heeft samen met haar zus een stuk grond in eigendom. Zij gaan op enig moment samen met twee andere natuurlijke personen een samenwerking aan waarbij de zussen hun grond inbrengen en de andere partijen ervoor zorgen dat op deze grond appartementen worden gebouwd. De facturen voor de werkzaamheden zijn voornamelijk op naam van de twee andere natuurlijke personen uitgereikt. Tussen deze vier partijen zijn afspraken gemaakt voor het verdelen van de opbrengsten, de winst en ook de kosten. Bij een controle stelde de belastingdienst vast dat de verkoop alleen op naam van de vrouw en haar zus was geregistreerd, waarna de belastingdienst haar een btw-naheffingsaanslag voor alle op haar naam verkochte appartementen oplegde. De verwijzende rechter worstelt met zowel de vraag wie belastingschuldigen zijn als de aftrek van de btw op de gemaakte kosten, en stelt daarover het HvJ een aantal vragen.

NTFR 2022/43 - Mag naheffingstermijn gedurende bestuursrechtelijke beroepsprocedures worden gestuit? (prej. vraag Napfény-Toll)

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
In deze prejudiciële procedure gaat het om een nationale regeling die het recht van de belastingdienst om na te heffen schorst tijdens de volledige duur van de bestuursrechtelijke beroepsprocedures. Dit ongeacht het aantal nieuwe procedures na terugverwijzing door de rechter, waarbij deze periodes zonder beperking in de tijd bij elkaar worden opgeteld, en ook wanneer het aan de belastingdienst is te wijten dat wederom een bestuursrechtelijke beroepsprocedure is ingesteld (omdat de belastingdienst niet had voldaan aan de aanwijzingen die de rechter bij terugverwijzing had gegeven). De verwijzende rechter legt aan het HvJ de vraag voor of deze nationale regeling in overeenstemming is met het Unierechtelijke rechtszekerheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel.

NTFR 2022/44 - Privégebruik pand is belast omdat pand van echtgenoten behoort tot het bedrijfsvermogen van belanghebbende (de vof van de echtgenoten) I

ECLI:NL:HR:2021:1836, datum uitspraak 17-12-2021, publicatiedatum 17-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Belanghebbende, een vof tussen twee echtgenoten, is ondernemer. De echtgenoten hebben op grond die zij tezamen in eigendom hebben een pand laten bouwen dat in 2011 in gebruik is genomen. De echtgenoten wonen in het pand en belanghebbende maakt van een deel gebruik voor bedrijfsdoeleinden zonder daarvoor een vergoeding verschuldigd te zijn. Belanghebbende heeft de btw ter zake van de bouw steeds volledig in aftrek gebracht. In deze procedure stelt belanghebbende dat het pand niet ‘een tot haar bedrijf behorend goed’ is, zodat zich niet een belaste dienst als bedoeld in art. 4, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968 kan voordoen.

NTFR 2022/45 - Privégebruik pand is belast omdat pand van echtgenoten behoort tot het bedrijfsvermogen van belanghebbende (de vof van de echtgenoten) II

ECLI:NL:HR:2021:1965, datum uitspraak 24-12-2021, publicatiedatum 24-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
Belanghebbende, een vof tussen twee echtgenoten, is ondernemer. De echtgenoten hebben op grond die zij tezamen in eigendom hebben een pand laten bouwen. De echtgenoten wonen in het pand en belanghebbende maakt van een deel gebruik voor bedrijfsdoeleinden zonder daarvoor een vergoeding verschuldigd te zijn. Belanghebbende heeft de btw ter zake van de bouw steeds volledig in aftrek gebracht. In deze procedure stelt belanghebbende dat het pand niet ‘een tot haar bedrijf behorend goed’ is, zodat zich niet een belaste dienst als bedoeld in art. 4, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968 kan voordoen. Hof Arnhem-Leeuwarden (17 december 2019, nrs. 18/01236 en 18/01237, NTFR 2020/96) heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. In cassatie houdt die beslissing echter geen stand. De Hoge Raad verwijst daarvoor naar zijn arrest HR 17 december 2021, nr. 19/05647, ECLI:NL:HR:2021:1836. Daarin is geoordeeld dat als de echtgenoten de vennoten van belanghebbende zijn en zij gezamenlijk het pand hebben laten bouwen op grond die bij hen in gemeenschappelijke eigendom is, belanghebbende (de vof) bevoegd was om over het pand te beschikken als ware zij eigenaar. Aangezien belanghebbende het pand mede heeft gebruikt voor bedrijfsdoeleinden en alle voorbelasting in verband met het pand in aftrek heeft gebracht, is het pand gaan behoren tot het bedrijfsvermogen van belanghebbende. Daaraan staat niet in de weg dat de facturen op naam van (een van) de echtgenoten zijn gesteld. Belanghebbende heeft het pand in 2015 en 2016 mede voor andere dan bedrijfsdoeleinden gebruikt, te weten privégebruik door de echtgenoten. Daarom is belanghebbende ter zake van dat gebruik omzetbelasting verschuldigd op grond van art. 4, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968.

NTFR 2022/46 - Gedeeltelijke aftrek voorbelasting op niet-geïntegreerde zonnepanelen en bouwkosten zorgwoning voor onbelaste verhuur

ECLI:NL:GHDHA:2021:2346, datum uitspraak 11-11-2021, publicatiedatum 02-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. M. Soltysik
aftrek voorbelasting, belaste handelingen, draagconstructie, geen splitsing, 'hoe dan ook'-criterium, in eigen bedrijf vervaardigd goed, interne levering, investeringsgoed, levering van electriciteit, pro rata, teruggaafbeschikking, terugleververgoeding

NTFR 2022/49 - Goedkeuring staatssecretaris aftrekbeperking horecabestedingen

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. drs. W.A.P Nieuwenhuizen
De staatssecretaris past het Besluit aftrek voorbelasting aan met een goedkeuring inzake art. 15, lid 5, Wet OB 1968. Ingevolge art. 15, lid 5, Wet OB 1968 bestaat geen recht op aftrek van btw die in rekening is gebracht ter zake van het verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant- en pensionbedrijf en aanverwante bedrijven aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. In de praktijk komt het voor dat deze verstrekking van spijzen en dranken wordt uitbesteed aan een ondernemer die deze prestatie weer uitbesteedt aan een andere ondernemer. Dit kan zich daarna nog herhalen. Art. 15, lid 5, Wet OB 1968 leidt er dan toe dat bij al die ondernemers de aftrek van de in rekening gebrachte btw is uitgesloten (lees: cumulatie). De staatssecretaris acht dit ongewenst en daarom keurt hij goed dat ondernemers op grond van art. 15, lid 1, Wet OB 1968 de btw in aftrek brengen die aan hen in rekening is gebracht ter zake van het verstrekken van spijzen en dranken zoals bedoeld in art. 15, lid 5, Wet OB 1968 als zij deze prestatie niet afnemen als eindgebruiker maar op hun beurt deze zelfde prestatie verrichten en doorbelasten aan een derde en ter zake btw in rekening moeten brengen. Voor het toepassen van de goedkeuring is vereist dat de ondernemer op de factuur aan zijn afnemer aangeeft dat het (geheel of gedeeltelijk) gaat om een verstrekking van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse zoals bedoeld in art. 15, lid 5, Wet OB 1968. Daarmee is duidelijk dat de afnemer dan geen recht op aftrek heeft van de op factuur berekende btw, tenzij hij zelf in aanmerking komt voor toepassing van deze goedkeuring.

NTFR 2022/50 - Besluit op WOB-verzoek over vrijstelling voor medische diensten

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. C.C. van den Berg
De staatssecretaris heeft een besluit genomen op een verzoek om informatie over de btw-vrijstelling voor medische diensten. Het verzoek is gedaan op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). In het kader van dit WOB-verzoek verstrekt de staatssecretaris een interne notitie. De aanleiding voor deze notitie is dat een aantal koepelorganisaties overleg hebben gezocht met het Ministerie van Financiën om een standpunt te krijgen over de btw-heffing met betrekking tot complementair werkende artsen. De diverse koepelorganisaties hebben vragen voorgelegd over de toepassing van de medische vrijstelling. Na overleg met deze organisaties wil het ministerie met een vraag en antwoord meer duidelijkheid geven over een aantal vragen over de belastbaarheid van gezondheidskundige diensten aan personen. Het standpunt houdt in de kern in dat complementair werkende artsen btw-belaste diensten verrichten.

NTFR 2022/51 - Toepassing KOR bij zonnepanelen

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. E.H.A.M. Thijssen
Dit besluit vervangt het besluit van 16 december 2020, nr. 2020-24927 (NTFR 2021/56). In afwijking van art. 25, lid 6d, Wet OB 1968 wordt goedgekeurd dat voor particuliere zonnepaneelhouders de KOR (kleineondernemersregeling) toepassing vindt met ingang van 1 januari volgend op het jaar van aanschaf ook als de aanmelding plaatsvindt in de laatste vier weken van het kalenderjaar van aankoop. HR 16 juli 2021, nr. 19/02837 (NTFR 2020/3589) is in het nieuwe besluit verwerkt. In dit arrest is bepaald dat bij zonnepanelen voor de uitgaven in verband met (de aanschaf of bouw van) de woning geen recht op teruggave van btw bestaat.

NTFR 2022/54 - Zonnepanelen, water, personenvervoer en livestreaming van sportwedstrijden of shows belast met nultarief?

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. dr. J.B.O. Bijl
De EU-ministers hebben een akkoord gesloten over de uitbreiding van de Btw-richtlijn waardoor een verlaagd tarief tussen 0 en 5% mogelijk wordt voor bepaalde goederen en diensten zoals zonnepanelen, water, personenvervoer en livestreaming van sportwedstrijden of shows. De lidstaten krijgen met de herziene richtlijn meer ruimte bij de vaststelling van lagere btw-tarieven voor deze goederen en diensten, zolang er geen concurrentieverstoring optreedt. Het voordeel moet ook terechtkomen bij de consument. Het is aan de (nieuwe) Nederlandse regering om te besluiten of wel of niet van de mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt. Verlaagde btw-tarieven op fossiele brandstoffen als olie, gas en steenkool mogen vanaf 1 januari 2030 niet meer. Hetzelfde geldt voor kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen vanaf 1 januari 2032.

NTFR 2022/55 - Indeling in de GN van een rubberen vloermat met aan de bovenzijde textielvezels

ECLI:NL:HR:2021:1959, datum uitspraak 24-12-2021, publicatiedatum 24-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
In deze douanezaak gaat het om de indeling van een deurmat in de GN. Het in te delen product bestaat voor 98% uit rubber en op de bovenzijde zijn polyestervezels gelijmd. Hof Amsterdam (4 juli 2019, nr. 18/00307, NTFR 2019/2041) heeft geoordeeld dat de deurmat moet worden ingedeeld in post 5705 (vloerbedekking, tapijt). Belanghebbende heeft daartegen cassatieberoep ingesteld en betoogt dat de deurmat in post 4016 (ander artikel van gevulkaniseerd rubber) moet worden ingedeeld. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond. De tot afdeling XI van de GN behorende post 5705 draagt het opschrift ‘textielstoffen en textielwaren’. Dat slechts de bovenzijde van de deurmat bestaat uit textielmateriaal, doet er niet aan af dat sprake is van textielwaar. Dit rekbare begrip zegt namelijk niets over de verhouding aan stoffen waaruit een textielwerk moet zijn samengesteld. Verder overweegt de Hoge Raad dat het oordeel van het hof er evenmin iets aan kan afdoen dat de deurmat bestemd is voor gebruik buitenshuis. Het begrip vloerbedekking strekt zich ook uit tot vloerbedekking die is bestemd voor gebruik buitenshuis.

NTFR 2022/56 - Wet implementatie richtlijnen accijns 2022 in Staatblad

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Wet implementatie richtlijnen accijns 2022 is in het Staatsblad gepubliceerd. Dit wetsvoorstel implementeert drie Europese richtlijnen in de Nederlandse wetgeving: de richtlijn alcoholaccijns (EU) 2020/1151, de horizontale accijnsrichtlijn (EU) 2020/262 en de richtlijn defensie-inspanningen binnen het Uniekader (EU) 2019/2235.

NTFR 2022/58 - Besluit Cameraplan 2022

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Besluit van 20 december 2021, teneinde de vaststelling van het cameraplan voor 2022, vereist op grond van artikel 29a van het Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994.

NTFR 2022/60 - Geactualiseerd Kaderbesluit MRB

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Dit besluit is een actualisering van het besluit van 23 november 2015, nr. BLKB2015/1381M (NTFR 2015/3242), gewijzigd bij het besluit van 13 augustus 2020, nr. 2020-129396 (NTFR 2020/2579). Alle onderdelen die betrekking hebben op inrichtingseisen, zijn opgenomen in het nieuwe besluit inrichtingseisen bpm en mrb. Er is een aanpassing van de werkwijze voor de overgangsregeling oldtimers opgenomen. Onderdeel 4 over motorrijwielen uit de vorige versie van het besluit is vervallen in verband met codificatie. Tot slot zijn een aantal onderdelen verduidelijkt of geactualiseerd.

NTFR 2022/61 - Besluit inrichtingseisen bpm en mrb

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
In dit besluit zijn de onderdelen met betrekking tot inrichtingseisen voor bestelauto’s die eerder waren opgenomen in de Kaderbesluiten MRB en BPM samengevoegd en geactualiseerd. Een aantal onderdelen zijn aangepast of verduidelijkt.

NTFR 2022/67 - Hoge Raad laat in het midden of herziening van een beslissing van de wrakingskamer Hoge Raad mogelijk is

ECLI:NL:HR:2021:1973, datum uitspraak 24-12-2021, publicatiedatum 24-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. J. van de Merwe
Belanghebbende heeft cassatieberoep ingesteld in twee belastingzaken. Op 6 februari 2020 is aan belanghebbende meegedeeld dat de beslissingen in die zaken op 14 februari 2020 zullen worden uitgesproken door de raadsheren Koopman, Van Loon en Van Kalmthout. Belanghebbende heeft vervolgens om wraking van deze raadsheren verzocht. Bij beslissing van 20 november 2020 heeft de vierde kamer van de Hoge Raad dit verzoek om wraking afgewezen. Van deze beslissing van de wrakingskamer verzoekt belanghebbende in deze procedure om herziening. De president van de Hoge Raad heeft de behandeling van en de beslissing op dit verzoek opgedragen aan de raadsheren Polak, Wattendorff en Caminada, die geen van allen lid van de vierde kamer zijn.

NTFR 2022/68 - Tweede informatiebeschikking na intrekking van de eerste informatiebeschikking is niet strijdig met beginselen van behoorlijk bestuur

ECLI:NL:PHR:2021:1105, datum uitspraak 25-11-2021, publicatiedatum 17-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van mr. E.J.M. Bohnen
Op 28 mei 2013 heeft de inspecteur aan belanghebbende, naar aanleiding van een boekenonderzoek, een eerste informatiebeschikking afgegeven waarin is verzocht om informatie die van belang kan zijn voor de belastingheffing met betrekking tot de vennootschapsbelasting over de jaren 2008 t/m 2011, de loonheffing en de omzetbelasting. Op 3 maart 2015 heeft de inspecteur deze informatiebeschikking ingetrokken, omdat belanghebbende op last van de rechtbank heeft meegewerkt aan het boekenonderzoek.

NTFR 2022/73 - Toezeggingen commissiedebat fraudeopsporing door de Belastingdienst (FSV)

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. dr. E.A.M. Huiskers
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft tijdens het commissiedebat ‘fraudeopsporing door de Belastingdienst’ op 9 december 2021 toegezegd om schriftelijk terug te komen op: 1) de planning van vijf onderzoeken naar het gebruik van FSV, alsmede 2) verbeteracties bij gerechtelijke procedures door de Belastingdienst. Wat betreft de onderzoeken is op 3 december 2021 aan de Kamer verslag gedaan over een onderzoek naar het gebruik van FSV door de directie Toeslagen. De andere vier onderzoeken (‘Effect gebruik door de directie Particulieren’, ‘Effect gebruik door de directie MKB’, ‘Deling FSV-informatie met derden’ en ‘De werking van zoekopdrachten (query’s) aan de poort’) verwacht de staatssecretaris eind 2021/begin 2022. Wat betreft de verbeteracties ten aanzien van de opstelling van de Belastingdienst tijdens gerechtelijke procedures geeft de staatssecretaris aan dat het voor iedere inspecteur of ontvanger bij de Belastingdienst en Toeslagen duidelijk moet zijn dat het onjuist of onvolledig informeren van de rechter ontoelaatbaar is. In dit licht zijn volgens de staatssecretaris de juridische en vaktechnische kaders voor een gedegen procesvoering waar nodig aangescherpt en is een vaktechnische infrastructuur ontwikkeld voor een verdere borging van de eenheid van beleid en de uitvoering. Bovendien worden bij meer ingewikkelde zaken alle in te dienen processtukken door collega’s mede beoordeeld.

NTFR 2022/74 - Beantwoording vragen kabinetsreactie rapport Autoriteit Persoonsgegevens over Fraude Signalering Voorziening (FSV)

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. dr. E.A.M. Huiskers
Bij brief van 3 december 2021 (nr. 2021-0000240913) heeft de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst – mede namens de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane – de Tweede Kamer de beantwoording van feitelijke vragen aangeboden over de kabinetsreactie op het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) inzake het onderzoek naar ‘Belastingdienst, Verwerkingen en persoonsgegevens in de Fraude Signalering Voorziening (FSV)’.

NTFR 2022/75 - Contouren tegemoetkoming Fraude Signalering Voorziening (FSV)

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door mr. dr. E.A.M. Huiskers
Bij brief van 6 december 2021 (nr. 2021-0000249588) informeert de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de Tweede Kamer over de stand van zaken ten aanzien van het bieden van een tegemoetkoming aan burgers die geregistreerd stonden in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). De staatssecretaris gaat onder meer in op onderzoeken naar de gevolgen van een FSV-registratie en op de vraag hoe een tegemoetkoming kan worden vormgegeven. Het onderzoek naar de effecten van een FSV-registratie op burgers en bedrijven is opgesplitst in drie deelonderzoeken: één naar de effecten van het gebruik door de (toenmalige) directie Toeslagen, één door de directie Particulieren en één door de directie Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Daarnaast is onderzoek gedaan naar het delen van gegevens uit FSV met andere organisaties en naar het gebruik van zoekopdrachten (query’s). Pas na afronding van deze onderzoeken zal meer duidelijkheid ontstaan over de effecten van een FSV-registratie. Naar verwachting kunnen volgens de staatssecretaris ook na deze onderzoeken niet alle vragen worden beantwoord.

NTFR 2022/76 - Wijziging van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst is gewijzigd. Het betreft een kleine wijziging ten aanzien van de motorrijtuigenbelasting. Aan par. 34 is een derde lid toegevoegd met een bijzondere regeling voor het overgangsrecht voor oudere motorrijtuigen. Als in strijd met het overgangsrecht voor oude motorrijtuigen (art. 84a Wet MRB) gebruik is gemaakt van de weg in de maanden januari, februari of december, bedraagt de verzuimboete 4% van het wettelijk maximum van art. 67c AWR, wat neerkomt op een bedrag van € 220. Hiermee is de verzuimboete losgekoppeld van het bedrag van de alsnog verschuldigde belasting. Het gewijzigde besluit treedt in werking per 1 januari 2022.

NTFR 2022/77 - Wijziging Leidraad Invordering 2008

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
De Leidraad Invordering 2008 is per 1 januari 2022 gewijzigd. Het wijzigingsbesluit wijzigt het beleid dat ziet op het verlenen van uitstel van betaling voor motorrijtuigenbelasting, zodat de ontvanger onder voorwaarden uitstel van betaling kan verlenen voor naheffingsaanslagen MRB. Daarnaast wordt het beleid met betrekking tot het verrekenen van belastingteruggaven na homologatie van een akkoord als bedoeld in art. 370, lid 1, FW (hierna: WHOA-akkoord) gewijzigd. De ontvanger zal belastingteruggaven die na homologatie van een WHOA-akkoord worden opgelegd en materieel zien op een periode waarop een WHOA-akkoord ziet, in beginsel niet verrekenen met tot natuurlijke verbintenissen verworden belastingschulden. Hetzelfde geldt als een wettelijke schuldsaneringsregeling (hierna: WSNP) is geëindigd met een schone lei of als een dwangakkoord wordt opgelegd in het kader van een WSNP aan de gezamenlijke schuldeisers. Verder wordt art. 17.1 gewijzigd conform een eerdere toezegging van de staatssecretaris aan de eerste kamer en worden er een aantal technische en redactionele wijzigingen doorgevoerd.

NTFR 2022/79 - Geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor Zwitsers loon van op schip (pijpenlegger) werkzame belanghebbende

ECLI:NL:HR:2021:1845, datum uitspraak 24-12-2021, publicatiedatum 24-12-2021
Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 met annotatie van dr. mr. M van Dun
Belanghebbende, inwoner van Nederland, is in dienstbetrekking bij een Zwitserse werkgever. Zijn werkzaamheden verricht hij op schepen. In 2014 en 2015 heeft belanghebbende gewerkt op een schip dat wordt gebruikt voor het lichten en verplaatsen van grote platforms en het leggen van pijplijnen voor olie- en gastransport. Het schip is gebouwd in Zuid-Korea. In 2016 is het schip voor het eerst uitgevaren. In 2014 en 2015 heeft belanghebbende geen werkzaamheden in Zwitserland verricht. Zijn loon is aldaar niet belast. Bij oplegging van de onderhavige aanslagen IB 2014 en 2015 is geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het Zwitserse loon verleend. Volgens Hof Den Haag (11 augustus 2020, nrs. 19/00610 en 19/00611, NTFR 2021/333) is dat terecht. Ook in cassatie heeft belanghebbende geen succes.

NTFR 2022/80 - Nederlandse uitvoeringsvoorschriften inzake belastingverdragen t.b.v. interestartikel en royaltyartikel

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
Dit besluit stelt – in verband met de belastingheffing op basis van de Wet bronbelasting 2021 – de (universele) Nederlandse uitvoeringsvoorschriften vast ter uitvoering van het interestartikel en het royaltyartikel in de belastingverdragen. In de regeling wordt aangegeven op welke wijze inhoudingsplichtigen en inwoners van andere verdragslanden de in een verdrag neergelegde gehele of gedeeltelijke vermindering van de Nederlandse bronbelasting kunnen realiseren, en welke formaliteiten hiervoor moeten worden verricht. Bij de beoordeling of recht bestaat op verdragsvoordelen kunnen ook antimisbruikbepalingen, zoals een principal purpose test (PPT) een rol spelen. Achtereenvolgens komen in het besluit aan de orde de vrijstellingsprocedure bij rente en bij royalty’s (op verzoek van de inhoudingsplichtige) en de teruggaafprocedure bij rente en bij royalty’s (verzoek van het ontvangende buitenlandse lichaam in te dienen via de inhoudingsplichtige). De uitvoeringsvoorschriften vinden toepassing met betrekking tot interest en royalty’s die zijn betaald op of na 1 januari 2021.

NTFR 2022/82 - Toekomstvisie socialezekerheids- en fiscale effecten van thuiswerken voor grensarbeiders

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022
In deze brief beschrijft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Nederlandse inzet op de langere termijn rond de socialezekerheids- en fiscale regels voor thuiswerken in internationale situaties. Hierbij geeft hij eerst aan dat met Duitsland en België overeenstemming is bereikt over een verlenging tot en met 31 maart 2022 van de overeenkomsten over de toepassing van de belastingverdragen op grensarbeiders en COVID-19. De afspraken in Europees verband dat waar iemand sociaal verzekerd is, niet wijzigt door de thuiswerkmaatregelen, zijn verder verlengd tot en met 30 juni 2022. Deze specifieke coronamaatregelen lenen zich volgens de staatssecretaris echter niet voor een directe omzetting in een permanente maatregel.

NTFR 2022/83 - OESO publiceert modelregels 15%-minimumniveau winstbelastingheffing (Pijler 2)

Aflevering 1, gepubliceerd op 06-01-2022 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de Wilde
Op 20 december 2021 publiceerde de OESO de langverwachte modelregels inzake het te bewerkstelligen mondiale 15%-minimumwinstbelastingheffingniveau voor grote multinationals (Pijler 2). De modelregels werden aangekondigd bij de actualisatie op 8 oktober 2021 van het op 1 juli 2021 binnen het OECD/G20 Inclusive Framework on Base Erosion and Profit Shifting (IF) bereikte politieke akkoord over een herziening van het internationale winstbelastingsysteem. Een nader toelichtend commentaar (explanatory Commentary) en een gedetailleerd implementatieraamwerk (Implementation Framework) worden begin 2022 en later in 2022 verwacht. Een consultatieronde over het implementatieraamwerk staat gepland voor februari 2022. De modelregels (Model Pillar Two Rules, Anti Global Base Erosion Rules, GLoBE Rules) reiken aangesloten landen sjabloonwetgeving aan en richten zich op de zogenoemde income inclusion rule (IIR) en undertaxed payments rule (UTPR). Nadere modelbepalingen en het multilateraal instrument inzake de zogenoemde subject to tax rule (STTR) moeten eveneens in 2022 volgen. Een consultatieronde daarover staat gepland voor maart 2022. Het implementatietijdpad is onverminderd ambitieus en mikt op inwerkingtreding van de IIR in 2023 en de UTPR in 2024. Ter implementatie van Pijler 2 in de Europese Unie publiceerde de Europese Commissie op 22 december 2021 een richtlijnvoorstel. Nederland steunt een voortvarende implementatie. De staatssecretaris van Financiën stuurde de Tweede Kamer op 14 juni 2021, 5 juli 2021 en 15 oktober 2021 Kamerbrieven over het nieuwe mondiale winstbelastingraamwerk dat werd ontwikkeld en de kabinetspositie in dit verband. Per jaareinde 2021 hebben zich 137 van de 141 bij het IF aangesloten landen inclusief Nederland aan het akkoord politiek gecommitteerd. Kenia, Nigeria en Sri Lanka zijn nog altijd niet bij het akkoord aangesloten, Pakistan is in de tussentijd afgehaakt. NTFR berichtte eerder over de ontwikkelingen in NTFR 2020/548, NTFR 2020/615, NTFR 2021/397, NTFR 2021/1425, NTFR 2021/1483, NTFR 2021/1484, NTFR 2021/1692, NTFR 2021/1744, NTFR 2021/2195 en NTFR 2021/3793.