NTFR 2013/2461 - Lening vormt onzakelijke lening zodat afwaardering ten laste van row niet is toegestaan
ECLI:NL:GHARL:2013:7502, datum uitspraak 08-10-2013, publicatiedatum 24-10-2013
Aflevering 51, gepubliceerd op 19-12-2013 met annotatie van drs. R.P. BitterBelanghebbende heeft X Beheer bv (X) opgericht. Deze vennootschap heeft een 12,5%-belang verworven in A Beheer bv voor € 600.000. Voor de financiering is door belanghebbende een lening – zonder zekerheden – aan X verstrekt van € 300.000. Belanghebbende heeft dit bedrag onder verstrekking van hypothecaire zekerheid geleend van een bank. De resterende € 300.000 heeft X van A Beheer bv geleend. De financiële positie van de A-groep verslechterde dusdanig en daarmee ook die van X, dat belanghebbende in 2008 zijn vordering op X met € 252.323 ten laste van het ROW heeft afgewaardeerd. Volgens de inspecteur en het hof – en anders dan de rechtbank – is dat niet mogelijk omdat sprake is van een onzakelijke lening. Aannemelijk is volgens het hof dat er geen – in wezen niet winstdelende – rente kan worden bepaald waartegen een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde lening te verstrekken aan X, onder overigens dezelfde voorwaarden en omstandigheden. Van belang daarbij acht het hof onder meer dat de risico’s met betrekking tot de door X te betalen renten en aflossingen bij belanghebbende liggen. X heeft immers geen zekerheden verstrekt, ten tijde van de aankoop van het 12,5%-belang beschikte X slechts over een gering eigen vermogen en deze aankoop is door X volledig met vreemd vermogen gefinancierd. De inkomsten van X bestonden hoofdzakelijk uit dividenden en een bescheiden winst op de managementvergoedingen van A Beheer bv, terwijl X geen invloed op de dividendpolitiek van A Beheer bv kon uitoefenen. Dat de situatie binnen de A-groep ten tijde van het verstrekken van de lening rooskleurig was en in het verleden aanzienlijke dividenden waren uitgekeerd, doet aan het oordeel niet af. X blijft voor de rentebetaling en aflossing van de lening immers afhankelijk van de dividendpolitiek van A Beheer bv. Daarnaast draagt belanghebbende door middel van X het risico dat het na de aankoop van het 12,5%-belang slechter zou gaan, hetgeen zich ook daadwerkelijk heeft voorgedaan, gezien het korte tijdsverloop waarbinnen de financiële positie van de A-groep is verslechterd.